Nucleïnezuren, de bouwstenen van DNA en RNA

Nucleïnezuren zijn erg belangrijk voor het lichaam, maar waaruit bestaan ze en waar dienen ze voor? Lees in dit artikel over de biologische opbouw en structuur van nucleïnezuren .

Wat zijn nucleïnezuren ?

De naam van nucleïnezuren stamt af van het feit dat ze als eerst zijn gevonden in de celkern (de nucleus). De nucleïnezuren bestaan uit heel veel nucleotiden, ze zijn daarom polymeren van nucleotiden. Er bestaan twee groepen nucleïnezuren; RNA en DNA. Respectievelijk: Desoxyribonucleïnezuur en Ribonucleïnezuur.

Opbouw nucleotiden

Een nucleotide bestaat uit

1. Een monosacharide met 5 koolstofatomen
2. Een fosfaatgroep
3. Een stikstofbase

Het verschil tussen RNA en DNA is dat de nucleotiden van DNA de monosacharide desoxyribose bevat en dat RNA de monosacharide ribose bevat.

Bij een nucleotiden kunnen condensatiereacties plaatsvinden. Dit gebeurt wanneer het derde koolstofatoom van (desoxy)ribose een binding maakt met een fosfaatgroep van een andere nucleotide. De fosfaatgroep zit aan het vijfde koolstofatoom en de stikstofbase aan de eerste koolstofatoom. Er ontstaat na deze reactie een polyester van (desoxy)ribose en fosfaatgroepen

De stikstofbasen zijn niet bij deze reacties betrokken. Ze hangen als het ware zonder te reageren aan de koolstofketen. De erfelijke eigenschappen van de mens of van een ander organisme zijn opgeslagen in deze ketens. De volgorde waarin de stikstofbasen voorkomen geeft de erfelijke boodschap.

Functie RNA DNA

DNA is het nucleïnezuur is de chemische drager van erfelijke informatie in het menselijk lichaam en overige organismen. DNA bepaalt alle eigenschappen van de mens, vanaf de bloedgroep tot de kleur ogen tot de huidskleur. Van ouder tot kind wordt DNA doorgegeven en gemixt met het DNA van de andere ouder. Het DNA is van elk individu uniek behalve bij die van eeneiige tweelingen. RNA wordt gebruikt om de erfelijke gegevens van DNA over te brengen. Messenger RNA (mRNA) is daarvan de bekendste vorm.

Slot

De Nucleinezuren DNA bestaan dus uit nucleotiden die zelf weer uit kleinere deeltjes bestaan. Ik hoop hiermee de structuur vanaf de basis af aan duidelijk te hebben gemaakt. Er is nog lopend onderzoek naar nucleïnezuren dus de gegevens kunnen verjaren, ik probeer in een dergelijke situatie mijn artikel zo snel mogelijk aan te passen.