Kun je nog veilig eieren of kip eten?
In 2011 werd de wereld opgeschrikt door een dioxineschandaal. In veevoer zaten veel te hoge concentraties dioxine en dat kwam vervolgens weer in eieren en vlees terecht. In Duitsland kwam daardoor de verkoop van kippen- en varkensvlees sterk onder druk. Ook werden door de hoge dioxinegehaltes veel minder eieren verkocht. In 2017 was er opnieuw een schandaal met eieren. Toen bleek dat de schadelijke pesticide fipronil in eieren werd aangetroffen en werden heel veel eieren uit de schappen gehaald.
Hoe komt dioxine in voedsel terecht?
Dioxine komt in voedsel terecht door het veevoer dat dieren te eten krijgen. Maar het kan ook komen door een ramp waarbij een hoge dioxine uitstoot is die door de huid van de dieren heen dringt of doordat ze besmet gras eten. De belangrijkste reden is echter toch wel besmet veevoer. Veevoer is een mix van allerlei producten. Vroeger was het eenvoudig, dan kwam de schillenboer langs en dat kregen de varkens dan te eten. Tegenwoordig gaan allerlei resten uit de voedingsindustrie in veevoer. Dit bestaat onder meer uit:
- Bietenpulp
- Sojaschroot
- Citruspulp
- Vetten en oliën
- Brood
- Chocolade
Vooral in vetten en oliën kan dioxine zitten
In varkensvoer voor kippen en varkens gaat ook vet en olie uit allerlei branches. Dit kan vet zij uit:
- De patatzaak
- Vet uit keukens van ziekenhuizen
- Olie van een biodieselfabrikant (dit was bij het schandaal in Duitsland het geval)
Het verkopen van afgewerkte voedselresten brengt veel geld op
De verkoop van overblijfselen van voedselfabrikanten is een lucratieve bezigheid. Het is immers een restproduct, maar er wordt nog wel geld voor gevangen. Helaas zitten er ook bedrijven tussen die minder goede bedoelingen hebben en die zaken verkopen die helemaal niet in de voedselketen terecht horen te komen. Zo zijn er ook bedrijven die afgewerkte motorolie verkopen als zijnde eetbare olie. En dan beginnen de problemen.
Grote dioxineschandalen in Nederland
In 2004 werd Nederland voor het laatste opgeschrikt door een groot dioxineschandaal. Toen werden frites besmet met dioxine dat in mergelklei zat waarmee de aardappelen waren gewassen. Ook melk- en varkensvlees bleken in die jaren besmet met dioxine uit veevoer. Toen dat gebeurde werden er maatregelen getroffen en er werd besloten dat de veevoerindustrie in het vervolg aansprakelijk zou worden gesteld bij vervuild veevoer. Schadegevallen kunnen daarbij in de miljoenen lopen. Sinds 2004 is daarom het veevoer voor zover bekend niet meer verontreinigd.
Eigen systeem om veevoer zo “schoon”mogelijk te laten zijn
In Nederland worden vanaf dat moment aan veevoer hoge eisen gesteld. Net zo hoog als die van de voedingsindustrie en aan zuivel en vlees. In 1992 werd een systeem in het leven geroepen dat het good manufacuring practice label droeg. Dit systeem werd later uitgewerkt en uitgebreid. Het Trusq systeem werd onder de grote Nederlandse mengvoerbedrijven ingevoerd.
Het Trusq veevoersysteem
Het Trusq veevoersysteem is een borgingssysteem. Het uitgangspunt bij het opzetten daarvan is dat veevoer onderdeel is van de hele voedingsketen en dat dus ook de ingrediënten aan de hoogste eisen moeten voldoen. Bedrijven die hun restafval willen leveren aan mengvoederfabrikanten moeten ondertekenen dat zij zich aan deze Trusq eisen houden. En wie dat niet wil of kan, mag gewoonweg niet leveren. Het stopt niet alleen bij die ondertekening alleen, veel van die mengvoerderbedrijven reizen de hele wereld af om zelf te kijken en te checken waar het restafval vandaan komt en of het veilig is. Want bij al die processen van drogen of opslaan van restafval kan nog van alles fout gaan. Ook zijn er mengvoederfabrikanten die bepaalde zaken uitsluiten. Agrifirm bijvoorbeeld wil geen afgewerkte olie en vet uit ziekenhuizen of restaurantkeukens meer in het veevoer. Dit bedrijf gebruikt zoveel mogelijk zuivere oliën en vetten. Alleen granen worden eigenlijk nergens meer verwerkt in veevoer. Omdat er steeds meer een roep is om duurzame productie, wordt juist ingezet op restgebruik of het hergebruiken van zaken die terugkomen naar fabrieken zoals brood. Van al het brood gaat 10 procent weer terug naar de fabriek omdat het over datum is. Het komt dan vervolgens voor een deel in de veevoederketen terecht. Ook chocolade valt daar onder, hoe raar dat ook moge klinken. Omdat er in chocolade veel veilige vetten zitten, is dit bij uitstek een product dat geschikt is voor de veevoerindustrie.
Nederland loopt voorop als het gaat om de veiligheid van veevoer
Door het Trusq en Safe Feed systeem heeft Nederland geen voedingsschandalen meer gehad sinds 2004. De Nederlandse mengvoerindustrie loopt dan ook voorop bij de rest van Europa. Gevolg is wel dat boeren die hun producten willen afzetten aan Nederlandse voedselfabrikanten aan veel regels moeten voldoen.
Kans dat besmet voedsel uit het buitenland Nederland binnenkomt
Iedereen weet natuurlijk dat de grenzen niet gesloten zijn voor voedingsmiddelen uit het buitenland. Volgens het Voedingscentrum is de kans dat er in Nederland eieren worden verkocht die zijn besmet heel klein. In 2011 werd een partij van 136.000 eieren getraceerd. Zij waren niet in doosjes verkrijgbaar in de winkel, maar gingen naar de industrie. Volgens het Voedingscentrum waren ze geen bedreiging voor de volksgezondheid, omdat ze verdund werden verwerkt. Overigens is aan eieren te zien waar ze vandaan komen. Op het ei-stempel is te zien wat hun herkomst is.
Hoe kun je zien waar een ei vandaan komt en of hij mogelijk besmet is met dioxine?
Eieren die in de Europese Unie worden verkocht in de winkel zijn voorzien van een stempel. Daaraan is te zien uit welk land het komt en wat voor leven de kip heeft die het ei legt. Op een Duits ei staat DE, op een Nederlands ei NL. het eerste cijfer toont aan wat het voor een ei is.
- 0 staat daarbij voor biologisch ei
- 1 staat voor vrijeuitloop-ei
- 2 staat voor scharrelei
- 3 staat voor kooi-ei
Stempel van het ei uitgelegd
2 NL 45246 01. Dit is een ei dat uit Nederland komt en het is een scharrelei (de 2 voor NL).
1 DE 53274 02. Is een ei uit Duitsland, maar het is een vrije-uitloopei. De laatste cijfers geven aan van welk bedrijf de eieren komen.
Verboden middel fipronil in eieren
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) riep eieren met bepaalde nummers terug in juli en augustus 2017 nadat bekend was geworden dat het verboden middel fipronil in de eieren zat. Fipronil wordt onder meer gebruikt als pesticide. Het zit ook op vlooienbandjes van katten en honden. Later bleek dat de eieren met de pesticide mogelijk al een jaar werden verkocht.
Eieren met fipronil die een direct gevaar vormen
De Voedsel en Warenautoriteit waarschuwde in 2017 zelfs dat sommige eieren een acuut gevaar vormen voor de volksgezondheid als iemand het ei at met daarin Fipronil. Daarbij ging het om eieren met de code x-NL-40155xx. De 5-cijferige code is de code van de pluimveehouderij, de x is op het ei een cijfer. Deze eieren moesten direct weggegooid en beslist niet gegeten. De NVWA maakte ook een
lijst bekend waarop de andere nummers stonden die gevaarlijk zijn, vooral voor kinderen.