Hoger beroep in het bestuursrecht

Hoger beroep in het bestuursrecht In het bestuursrecht kan men in een aantal gevallen na het beroep in eerste aanleg nog in hoger beroep bij een andere rechterlijke instantie. Deze instantie zal de feiten van het geschil opnieuw vaststellen en doet opnieuw uispraak. Gebreken en onjuistheden die mogelijk in eerste aanleg worden gemaakt, kunnen door een tweede feitelijke instantie worden opgespoord en verholpen. Hier een korte uitleg over het hoger beroep.

Inleiding

Sinds de inwerkingtreding van de Algemene Wet Bestuursrecht (verder Awb) is er bij steeds meer zaken de mogelijkheid om na beroep in hoger beroep te gaan bij een andere rechter. Bekende hogere beroep rechters zijn: het College van Beroep voor het Bedrijfsleven, de Centrale Raad van Beroep en de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Al de hiervoor genoemde instantie treden trouwens ook vaak op als rechter in eerste instantie, als beroepsrechter in plaats van hogerberoepsrechter dus. Een belangrijke reden om dit te doen en soms zo te houden, is de specialistische kennis die de meeste speciale rechters hebben. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven is bijvoorbeeld als geen ander geschikt om te oordelen over geschillen betreffende economische zaken. Toch heeft steeds vaak de rechtbank sector bestuursrecht de bevoegdheid om in eerste aanleg als beroepsrechter op te treden. Één van de hierboven genoemde rechters zal dan als hogerberoepsrechter op treden, als natuurlijk hoger beroep open staat.

Hoger beroep kent twee belangrijke functies: de controlefunctie en de herkansingsfunctie. Bij de controlefunctie is het de taak van de hogerberoepsrechter om de uitspraak van de rechtbank te toetsen op volledigheid en aan de regels van procesrecht. Ook andere rechtsregels en natuurlijk de beginselen van een behoorlijke procesorde komen bij deze toetsing aan de orde. Bij de herkansingsfunctie wordt niet specifiek gekeken naar de mogelijke fouten van de beroepsrechter. Bij deze functie krijgen de partijen uit het geding (vaak burger en overheid) een nieuwe kans om de rechter te overtuigen van hun gelijk. De fouten die zij mogelijk in de eerste beroepsfase hebben gemaakt, kunnen zij zo makkelijk corrigeren en ook kunnen er vaak nieuwe bewijsmiddelen worden aangedragen. Deze herkansing kan natuurlijk wel leiden tot vertraging van de procedure, wat onwenselijk kan zijn. De hogerberoepsrechter zal hier dus rekening mee moeten houden.

Het hoger beroep

De functies

Voortbouwend op de twee hiervoor genoemde functies, kan worden opgemerkt dat er in hoger beroep (net als in beroep) twee verschillende benaderingen van het bestuursrecht kunnen worden onderscheiden. Allereerst is er de retrospectieve benadering, welke voornamelijk door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State wordt gebruikt. Deze benadering ziet vooral op de controlefunctie van de rechter, de uitspraak van de eerste beroepsrechter wordt getoetst en staat centraal. Ook het besluit van het bestuursorgaan speelt natuurlijk een rol, maar in mindere mate. Als tweede kan de integrale benadering worde genoemd. Dit wordt vooral gehandhaafd door de Centrale Raad van Beroep voor het Bedrijfsleven. Bij deze benadering gaat men uit van een volledige toetsing, vooral het bestreden besluit van het bestuursorgaan staat centraal, natuurlijk wordt ook de vorige uitspraak van de beroepsrechter getoetst. Bij de integrale benadering speelt vooral de herkansingsfunctie een belangrijke rol. Bij de retrospectieve benadering is het niet de bedoeling dat in beroep of hoger beroep nog nieuwe gronden worden aangevoerd door de partijen, alleen een aanvulling van de al aangevoerde gronden is mogelijk. Bij de integrale benadering is aanvulling van gronden in beroep of hoger beroep door één van de partijen nog wel mogelijk, ook aanvulling van oude gronden mag. Nieuwe gronden mogen niet worden aangevoerd als dit strijd oplevert met de goede procesorde of als men de gronden eerder had kunnen aanvoeren.

Bevoegdheid

Hoger beroep kan worden ingesteld bij één van de vier rechtscollege die we in Nederland kennen: de gerechtshoven, de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, het College van Berope voor het Bedrijfsleven en de Centrale Raad van Beroep. Over de bevoegdheidsverdeling tussen de verschillende colleges ben ik ingegaan in een ander artikel. Vaak staat in een bijzondere wet of een bepaald gerecht bevoegd is om kennis te nemen van een geschil. Soms staat er echter geen hoger beroep open tegen een bepaalde uitspraak in beroep. Ook is het niet mogelijk om na een vereenvoudigde behandeling hoger beroep in te stellen.

Het geding

Het geding richt zich in de meeste gevallen in hoger beroep tegen de uitspraak van een rechter in beroep. Zoals we hiervoor al zagen, verschillende de verschillende colleges soms over de toepassing van deze benadering. De omvang van het geding wordt bepaald door de partij die in hoger beroep gaat. De door hem aangevoerde verweren en gronden gelden als de gronden die in hoger beroep worden behandeld. Andere gronden, welke bijvoorbeeld van belang zijn voor de verweerder, worde niet behandeld. Hier missen wij het incidenteel hoger beroep, een tweede hoger beroep alleen dan van de verweerder. In het civiel recht is dit wel bekend en in het bestuursrecht wordt het ingevoerd bij de nieuwe wet ter vervanging van de Awb.

De uitspraak

De hogerberoepsrechter kan uitspraak doen in verschillende vormen. Allereerst kan hij het beroep ongegrond verklaren en hierbij de uitspraak van de eerste rechter laten bestaan. Als tweede kan de hogerberoepsrechter de uitspraak geheel of gedeeltelijk vernietigingen en kan hij zelf uitspraak doen in de zaak of de zaak terugverwijzen naar de rechtbank (bijvoorbeeld als onterecht niet-ontvankelijk is verklaard).

Een nieuw besluit hangende beroep

Wanneer een besluit op bezwaar bij de rechter in eerste aanleg is vernietigd, behoort het bestuursorgaan een nieuw besluit te nemen. Als er ondertussen hoger beroep is ingesteld, mag het bestuursorgaan niet wachten, hij moet binnen de door de rechtbank gegeven termijn een nieuw besluit nemen. Het hoger beroep zal zich nu, op grond van art. 6:18 jo. 6:19 Awb, richten op beide besluiten, het vernietigde besluit en het nieuwe besluit. Dit systeem wordt gebruikt om er voor te zorgen dat de burger (of het bestuursorgaan) niet opnieuw, tegen het nieuwe besluit, hoeft op te komen bij de rechter. Wordt echter niet in beroep gegaan door één van de partijen, maar moet er wel een nieuw besluit worden genomen, dan is de vraag hoe het zit met de beroepsgronden van het nieuwe besluit als opnieuw in beroep wordt gegaan. Hier is in de jurisprudentie de Brummenlijn voor ontwikkeld. Rechters hebben bepaald dat beroepsgronden betreffende het eerste, vernietigde besluit in de nieuwe procedure niet opnieuw naar voren mogen worden gebracht als deze eerder door een rechter uitdrukkelijk en zonder voorbehoud zijn verworpen. Andere beroepsgronden, nieuwere of nog niet aangevoerde, mogen wel worden aangedragen.
© 2011 - 2024 Maria_louise91, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Bestuursprocesrecht in het kortBestuursprocesrecht in het kortIn de Algemene wet bestuursrecht vinden wij, naast het materiële bestuursrecht, ook het bestuursprocesrecht. Deze vorm v…
Bevoegdheid van de bestuursrechterBevoegdheid van de bestuursrechterNadat een bezwaar is ingediend bij een bestuursorgaan, is het mogelijk om in beroep te gaan bij de rechter. Nu is vaak d…
Het hoger beroep in NederlandHet hoger beroep in NederlandEen hoofdregel in ons rechtssysteem is dat als we het niet eens zijn met een uitspraak van de rechter in eerste aanleg,…
Het recht: hoger beroep, cassatieHet recht: hoger beroep, cassatieHet in hoger beroep gaan in rechtszaken is niets anders dan een nieuw oordeel in een bepaalde zaak. Maar kan iedereen in…

Regels voor plaatsen schutting of scheidsmuurRegels voor plaatsen schutting of scheidsmuurEen schutting plaatsen lijkt een eenvoudige handeling, maar er zijn toch enkele regels die in acht genomen moeten worden…
Toerekenbaarheid bij onrechtmatige daadÉén van de belangrijkste bronnen van verbintenissenrecht is de onrechtmatige daad. Om van een onrechtmatige daad te kunn…
Bronnen en referenties
  • 'Bestuursrecht 2', L.J.A. Damen, e.a., derde druk.
Maria_louise91 (153 artikelen)
Gepubliceerd: 19-05-2011
Rubriek: Wetenschap
Subrubriek: Recht en wet
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.