Grenzen van Israël: vanaf Abraham tot rijk van Salomo
De klassieke Joodse bronnen (de Joodse Bijbel en de Talmoed) onderscheiden drie grenzen. (1) De grenzen van de Aartsvaders (zie Genesis 15:18-21); (2) de grenzen van de Joden die uit Egypte kwamen (Deuteronomium 1:7-8; 11-24 en Jozua 1:4; 13:2-5); en (3) de grenzen van de Joden die terugkeerden uit Babylonië (het feitelijke gebied van Joodse nederzettingen in Talmoedische tijd).
Fysisch geografische kenmerken van Israël in historische bronnen
In de klassieke Joodse bronnen worden niet alle fysische geografische kenmerken van Israël genoemd. Een aantal zullen we voor u noemen:
- Libanon gebergte (Deut. 11:24; Jozua 1:4)
- Hermon gebergte (Deut. 3:9)
- rivieren:
- Belus (Jos. Oorlogen 2:189)
- Kishon (Richteren 5;21; 1 Koningen 18:40)
- Chorseus (geografie 5:14, 3)
- Shihor-Libnath (Jozua 19:26)
- Jarkon (Jozua 19:46)
- Heuvelland van Naftali (Jozua 20:7)
- Tabor en Morah berg (Jozua 19:22; Richteren 7:1)
- Jisraeel Vallei (Richteren 6:33)
- Karmel gebergte
- Gilboa gebergte (I Samuël 28:4)
- Efraïm gebergte (Jozua 17:15)
- Gerizim en Ebal gebergte (Deut. 11:29)
- Baal-Chazor (II Samuël 13:23)
- Olijfberg (Zacharias 14:4)
- Sharon, Sjefala en Negev (Jesaja 65:10; Jozua 9:1; Deut. 1:7)
- rivieren:
- Jarmuk
- Jabbok (Jozua 12:2)
- Arnon (Deut. 2:24)
- Zered (Numeri 21:12)
- Jordaan
- Meer van Galilea (Numeri 34:11)
- Zoutzee (Dode Zee) (Numeri 34:3)
- Arava (Deut. 1:7; 34:1-43)
- Zoutvallei (II Samuël 8:13)
- Bashan gebergte (Psalm 68:16)
- Gilead gebergte (Genesis 31:25)
- Seir gebergte (Genesis 14:6)
- Nebo gebergte (Deut. 32:48-50; 34:1)
Historische grenzen en subdivisies
Numeri 34
De vroegste beschrijving van de grenzen van Erets Jisraeel staat in
Numeri 34. het zijn de grenzen van de Egyptische provincie Kanaän overeengekomen tijdens het vredesverdrag tussen Ramses II en de Hittieten (ongeveer 1270 vóór het begin van de gewone jaartelling).
Het gebied bevat:
- het hele gebied ten westen van de Jordaan
- Phoenicia tot berg Hor ten noorden van Byblos
- Bashan regio
- Hauran regio
- Hermon regio
Jozua 13-19
De volgende beschrijving van de begrenzing staat in
Jozua 13-19. De theoretische grenzen strekken zich uit van Sidon in het noorden en Lebo-Hamath in het noordoosten naar Egypte en de Negev in het zuiden. Het omvatte in het oosten van de Jordaan de Bashan, Hauran, Gilead en Moab afdalend naar de Arnon.
Het land van de twaalf stammen was als volgt verdeeld:
- Dan en Naftali: Oost-Galilea
- Issachar, Asher en Zeboelon: West- en Zuid-Galilea
- Efraïm en Manasse (zonen van Jozef) + Benjamin: de heuvels vanaf Jeruzalem richting de Jisraeel vallei.
- Juda: het gebied rond Hebron
- Simeon: aan de grenzen van de Negev.
- Ruben, Gad en de helft van Manasse: land ten oosten van de Jordaan.
Ten tijde van David
Verovering van Jeruzalem, de Jisraeel Vallei, kustvlakte tussen Jaffo en Akko, annexatie van Ammon, Moab en Edom.
Ten tijde van Salomo – I Koningen 4:7-19
De volgende 12 districten:
- Efraïm gebergte
- Makaz (van Beth Shemesh naar de kust)
- Hepher (Sharon kust)
- Dor + omgeving
- Jisraeel Vallei
- Noordelijk Gilead
- Zuidelijk Gilead
- Naftali
- Ashet
- Issachar
- Benjamin
- Gad
Juda viel buiten het belasting gebied. Dit werd later de oorzaak van het splitsen van het rijk. De buiten grenzen van Salomo bevatten ook Gezer, maar hij verloor Kabul en Aram-Damascus zodat hij geen toegang had tot de Eufraat.
Lees verder