Bereiding van halogeenalkanen uit alkanen en alkenen
Uit koolwaterstoffen zoals alkanen en alkenen kunnen op eenvoudige wijze halogeenalkanen worden bereid. Alhoewel de eindproducten onder bepaalde omstandigheden hetzelfde kunnen zijn, onafhankelijk of je bent vertrokken van een alkaan of een alkeen, toch zijn de reactiemechanismes compleet verschillend. De reactiemechanismen zijn respectievelijk een radicalaire substitutie en een elektrofiele additie.
Halogeenalkanen
Alkanen (C
nH
2n+2) zijn koolstofverbindingen die enkel zijn opgebouwd uit koolstofatomen (C) en waterstofatomen (H). Het zijn bovendien verzadigde verbindingen wat wil zeggen dat ze alleen enkelvoudige bindingen bevatten. Halogeenalkanen zijn alkanen waarin minstens 1 H-atoom vervangen is door een halogeenatoom (fluor (F), chloor (Cl), broom (Br) of jood (I)). Wanneer er in een halogeenalkaan meerdere halogeenatomen voorkomen, spreekt men ook van een polyhalogeenalkaan. De algemene formule voor een halogeenalkaan is C
nH
2n+1X met X het halogeenatoom.
Bereiding van een halogeenalkaan uit een alkaan
Wanneer bij een alkaan (in dit voorbeeld pentaan (C
5H
12)) enkele milliliters van het bruingekleurde broomwater (waterige Br
2-oplossing) worden gevoegd, dan zal er in eerste instantie niet veel gebeuren. Wanneer de oplossing in het zonlicht wordt gezet, zal de kleur van de oplossing afnemen en eventueel ook verdwijnen. Dit wijst op het wegreageren van het bruingekleurde Br
2. Bovendien zal de pH van de oplossing afnemen. De pH van een oplossing is een waarde die aangeeft hoeveel protonen (H
+) er aanwezig zijn in de oplossing. Hoe meer protonen er in een oplossing aanwezig zijn, hoe zuurder de oplossing is. Met pH = -log c
H+ weet je dat hoe zuurder een oplossing is, hoe lager zijn pH zal zijn.
Reactieproducten
Voor de reactie tussen een pentaanmolecule en een Br
2-molecule kunnen de volgende drie reactievergelijkingen worden geschreven. Je kan uit deze reactie dus drie verschillende monohalogenen verkrijgen: 1-broompentaan, 2-broompentaan en 3-broompentaan. Het is onmogelijk om één van deze producten te maken zonder dat de anderen ook zullen worden gevormd.
- CH3CH2CH2CH2CH3 + Br2 → CH2BrCH2CH2CH2CH3 + HBr
- CH3CH2CH2CH2CH3 + Br2 → CH3CHBrCH2CH2CH3 + HBr
- CH3CH2CH2CH2CH3 + Br2 → CH3CH2CHBrCH2CH3 + HBr
Reactiemechanisme: radicalaire substitutie
Opdat deze reacties zouden kunnen opgaan, moet er in het pentaanmolecule een C-H-binding worden verbroken en moeten de twee broomatomen van Br
2 ook uit elkaar gaan. De energie die moet worden toegevoegd om een C-H te breken is 6.8×10
-19 J. Om de binding tussen de twee broomatomen te breken is er 3.2×10
-19 J nodig. Het kost dus minder energie om de broomatomen uit elkaar te krijgen. Zonlicht is in staat om een Br-Br-binding te verbreken maar geeft niet genoeg energie voor de verbreking van een C-H-binding. De Br-Br zal dus onder invloed van het zonlicht breken en de rest van de reactie initiëren. De reactie kan in drie fasen worden opgesplitst.
Initiatie
Bij de initiatie valt het Br
2 uit elkaar in twee broomradicalen. Elk broomatoom krijgt 1 elektron van het bindend elektronenpaar. Elk broomatoom heeft dus 1 ongepaard elektron en wordt hierdoor een broomradicaal genoemd.

Initiatie
Propagatie
De gevormde broomradicalen zijn onstabiel en dus reactief. Ze zijn in staat om een waterstofradicaal los te maken bij het propaanmolecule. Het gevormde propylradicaal kan op zijn beurt een broomatoom wegnemen bij een ander Br
2-molecule. Hieronder zie je de uitwerking voor de bereiding van 1-broompentaan maar de bereiding van de twee andere monohalogenen kan op analoge wijze worden uitgewerkt.

Propagatie 1

Propagatie 2
Terminatie
Bij de drie mogelijke terminatiereacties combineren aanwezige radicalen met elkaar. Hierdoor verdwijnen de radicalen uit het reactiemengsel wat verdere reacties dus onmogelijk maakt en de reactie dus gestopt of getermineerd wordt. Er kunnen twee broomradicalen met elkaar combineren ter vorming van Br
2. In dit voorbeeld kunnen de gevormde pentylradicalen onderling met elkaar combineren ter vorming van decaan (C
10H
12). Verder kan er tijdens de terminatie ook het 1-broompentaan worden gevormd.

Terminatie 1

Terminatie 2

Terminatie 3
Dit reactiemechanisme wordt een
radicalaire substitutie genoemd. Er worden tijdens de reactie namelijk radicalen gevormd en in het alkaan wordt een waterstofatoom vervangen (gesubstitueerd) door een halogeenatoom.
Nadelen
- Tijdens deze reactie worden heel wat nevenproducten gevormd: een langer alkaan en HBr.
- Er worden gelijktijdig verschillende eindproducten gevormd. Het rendement voor een bepaald product is dus steeds laag.
- Er kunnen met deze methode alleen broomalkanen en chlooralkanen worden bereid. F2 zorgt voor te reactieve radicalen. Dit maakt de reactie erg onveilig. De radicalen gevormd uit I2 zijn te zwak en zullen geen propagatiereactie vertonen.
- Er kunnen binnen één alkaan ook meerdere waterstofatomen worden vervangen door broom- en chlooratomen. Hierbij worden dan polyhalogeenalkanen gevormd wat het reactiemengsel nog complexer maakt.
Interessante toepassing
Deze methode wordt vooral gebruikt om uitgaande van methaan (CH
4) en Cl
2, chloroform (CHCl
3) te bereiden.
- CH4 + 3Cl2 → CHCl3 + 3HCl
Bereiding van een halogeenalkaan uit een alkeen (elektrofiele additie)
Alkenen
Alkenen (C
nH
2n) zijn koolwaterstoffen welke een dubbele binding bevatten. Een dubbele binding bestaat uit een σ- en een π-binding. Een σ-binding is een stevige binding waarvan de bindingselektronen zich op de verbindingsas tussen de bindende atomen bevinden. Een π-binding is een iets zwakkere binding. Hier bevinden de bindingselektronen zich rondom de verbindingsas, dus rondom de σ-elektronen. Door deze delokalisatie is een pi-binding een elektronenrijke zone buiten de verbinding. Een pi-binding trekt dus positieve deeltjes aan.
Reactieproducten
Wanneer bij een alkeen (bijvoorbeeld pent-1-een) enkele milliliters van een Br
2-oplossing worden gevoegd, zal de oplossing ook zonder zonlicht ontkleuren. De pH van de oplossing blijft hierbij ongewijzigd. Volgende reactie gaat hierbij op.
- CH2=CHCH2CH2CH3+ Br2 → CH2BrCHBrCH2CH2CH3
In dit voorbeeld zal alleen het eindproduct 1,2-dibroompentaan worden gevormd.
Reactiemechanisme: elektrofiele additie
Bij deze reactie treedt geen homolytische substitutie op maar wel een elektrofiele additie. Bij deze reactie worden er atomen toegevoegd (geaddeerd) aan het alkeen zonder dat er atomen uit het alkeen verdwijnen. Het alkeen verliest hierdoor zijn dubbele binding.
In de reactie tussen een alkeen en Br
2, worden de gedelokaliseerde π-elektronen dus aangevallen door het dibroommolecule. Br
2 is echter een volledig apolaire stof en dus geen positief deeltje dat door de π-binding van het alkeen zou kunnen worden aangetrokken.

Geïnduceerde dipool in Br
2
Wanneer Br
2 in de buurt komt van een π-binding wordt er echter wel een dipool in het dibroommolecule geïnduceerd. Een dipool betekent dat er een scheiding bestaat tussen positieve en negatieve ladingen. Wanneer een dibroommolecule in de buurt van een negatieve lading komt, hier de π-binding, kunnen de bindingselektronen van het dibroommolecule worden afgestoten door deze negatieve π-elektronen. De bindingselektronen van Br
2 zullen zich dan een beetje verplaatsten naar het broomatoom dat het verst van de π-binding verwijderd is, resulterend in een dipool.

Vorming van het bromonium- en bromide-ion
Het positief gepolariseerd broomatoom zal binden met de π-elektronen van de dubbele binding. Het zal hierbij de bindingselektronen met het andere broomatoom volledig doorgeven aan dat broomatoom waardoor dit broomatoom wordt omgezet in een negatief geladen en vrij broomion.
De verbinding tussen het bromoniumion en de π-binding is een onstabiele verbinding en vormt dus slechts een tussenproduct. De verbinding is onstabiel wegens de driehoekige structuur. Enkelvoudige bindingen streven ernaar om hoeken van 109° te vormen wat uiteraard onmogelijk is in deze driehoekige structuur. Verder bevat de verbinding een positief geladen en dus erg onstabiel bromoniumion. Daarom zal in een volgende stap het negatief geladen broomion aanvallen op één van de koolstofatomen van de driehoekige structuur waardoor dit koolstofatoom zijn π-elektron aan het bromoniumion zal geven. Hierdoor verliezen beide broomatomen hun lading en wordt er een stabiele verbinding gevormd.
Voordelen
Deze reactie resulteert slechts in één eindproduct. Hetzelfde product kan ook worden gemaakt via een homolytische substitutie maar hierbij zouden meerdere eindproducten ontstaan waardoor het rendement hier veel lager zou liggen.
Vorming van een monohalogeenalkaan uit een alkeen
Bij de reactie met Br
2 zullen steeds de twee broomatomen adderen en deze zullen dus steeds op twee aanliggende koolstofatomen liggen. Een monohalogeenalkaan kan op deze manier dus niet worden bereid. Hiervoor moet HX aan het alkeen worden toegevoegd i.p.v. X
2.
Stel de reactie tussen prop-1-een en HBr. Er zullen hierbij twee reactieproducten ontstaan.
- CH2=CHCH2CH2CH3 + HBr → CH3CHBrCH2CH2CH3
- CH2=CHCH2CH2CH3 + HBr → CH2BrCH2CH2CH2CH3
Het product gevormd in de eerste reactie zal het hoofdbestanddeel worden van het reactiemengsel. Het reactieproduct in de tweede reactie zal in mindere mate worden gevormd. Dit kan verklaard worden op basis van de zijgroepen op de driehoekige C-C-bromoniumion-structuur. Het reactiemechanisme is hier hetzelfde als bij de bereiding van een dihalogeenalkaan. Bij de bereiding van een monohalogeenalkaan zullen er echter twee verschillende producten kunnen worden bereid afhankelijk van op wel koolstofatoom het bromide-ion aanvalt.
Regel van Markovnikov
In het voorbeeld pent-1-een is het eerste koolstofatoom van de dubbele binding gebonden met twee waterstofatomen en het tweede koolstofatoom is gebonden met een waterstofatoom en een propylgroep (-C
3H
7). Tijdens de reactie moet het negatief geladen broomion één van beide koolstofatomen aanvallen. Eén van beide koolstofatomen zal dus een gepositiveerde aanvalsplaats vormen. Welk van beide koolstofatomen dat is, hangt af van hoe goed een positieve lading op de koolstofatomen kan worden gestabiliseerd door de aanwezige zijgroepen. In dit voorbeeld is het koolstofatoom waarop de alkylgroep gebonden is de koolstof die in hoofdzaak zal worden aangevallen door het broomion. Een alkylgroep heeft als eigenschap om elektronen van zich weg te duwen. Hij stuurt dus ook elektronen richting het koolstofatoom en kan er dus voor zorgen dat een positieve lading hier het best wordt gestabiliseerd. Algemeen zegt de regel van Markovnikov dat bij de additie van een verbinding HX op een alkeen het waterstofatoom het best zal worden gebonden aan het koolstofatoom dat al de meeste waterstofatomen heeft. Het halogeen zal dus het best worden gebonden aan het koolstofatoom met het minst aantal waterstofatomen.

In mindere mate

In meerdere mate