De sterkte van zuren en basen: de zuur- en baseconstante
Niet alle zuren vertonen dezelfde neiging om protonen af te geven en niet alle basen vertonen dezelfde neiging om protonen op te nemen. De sterkte van een zuur en een base kan worden afgeleid uit de evenwichtsconstante van de zuur-basereactie tussen het zuur en de base met water. Deze evenwichtsconstanten worden de zuur- en baseconstanten genoemd. Een sterk zuur en een sterke base worden gekarakteriseerd door een respectievelijk hoge zuur- en baseconstante.
Het chemisch gedrag van zuren en basen
Zuren geven protonen af en basen nemen protonen op. Opdat een zuur een proton zou kunnen afgeven, moet er een base in de buurt zijn om dat proton op te nemen.
Zuur (HX): HX ↔ H
+ + X
-
Voorbeeld: HCl (zoutzuur) ↔ H
+ + Cl
-
Base (Y-): Y
- + H
+ ↔ HY
Voorbeeld: NH
3 (ammoniak) + H
+ ↔ NH
4 +
Zuur-basereactie: HX + Y
- ↔ X
- + HY
Voorbeeld: HCl + NH
3 ↔ Cl
- + NH
4 +
Geconjugeerde zuren en basen
Met elk zuur correspondeert een geconjugeerde base en met elke base correspondeert een geconjugeerd zuur.
Wanneer een zuur een proton afgeeft, wordt het omgezet in zijn geconjugeerde base. Voorbeeld: H
2SO
4 ↔ H
+ + HSO
4-. HSO
4- is de geconjugeerde base van H
2SO
4.
Wanneer een base een proton opneemt, wordt het omgezet in zijn geconjugeerd zuur. Voorbeeld: NaOH + H
+ ↔ Na
+(H
2O). Na
+(H
2O) is het geconjugeerde zuur van NaOH.
Algemeen
De geconjugeerde base (B) van een zuur (A) heeft 1 proton minder dan dat zuur.
B = A – H+
Het geconjugeerd zuur (A) van een base (B) heeft 1 proton meer dan deze base.
A = B + H+
Polyprotische zuren
Zwavelzuur (H
2SO
4) kan twee protonen afgeven. Je kan hiervoor dus twee reacties schrijven.
- H2SO4 ↔ H+ + HSO4-
- HSO4- ↔ H+ + SO42-
In de eerste reactie is HSO
4- de geconjugeerde base van zwavelzuur en in de tweede reactie is HSO
4- het geconjugeerde zuur van SO
42-. HSO
4- kan dus optreden als zuur en als base. Zulke stof wordt ook een amfolyt genoemd.
Water, een amfolyt
Indien een zuur wordt opgelost in water kan water optreden als base. Wanneer een base wordt opgelost in water, kan water optreden als zuur.
- Voorbeeld 1: reactie met een zuur (salpeterzuur): HNO3 + H2O ↔ NO3- + H3O+
- Voorbeeld 2: reactie met een base (kaliloog): KOH + H2O ↔ K+(H2O) + OH-
Protolysereacties
Protolysereacties zijn reacties waarbij protonen worden uitgewisseld tussen zuren en basen. Om de algemene protolysereactie van een bepaald zuur of een bepaalde base te schrijven, wordt water gekozen als de stof waarmee het zuur of de base reageert.
De protolysereactie van een zuur (A)
A + H
2O ↔ B + H
3O
+
Je kan de protolysereactie ook schrijven zonder vermelding van water.
A ↔ H
+ + B
De protolysereactie van een base (B)
B + H
2O ↔ A + OH
-
Je kan ook hier de protolysereactie ook schrijven zonder vermelding van water.
B ↔ OH
- + A
Zuur(Ka of Kz)- en baseconstanten(Kb)
De zuurconstante
Een zuurconstante kan voorgesteld worden met het symbool K
z (z = zuur) en met het symbool K
a (a = acid).
Voor de protolysereactie van een zuur (A) kan volgende evenwichtsconstante worden geschreven.
K
z = (c
H3O+ × c
B)/c
A = (c
H+ . c
B)/c
A
Bij een oplossing van een sterk zuur zullen (bijna) alle zuurmoleculen een proton afgeven. De evenwichtsconcentratie aan H
+ en B is dus hoog. Een sterk zuur heeft dus een hoge zuurconstante K
z. Men stelt dat een sterk zuur gekarakteriseerd wordt door een K
z > 10
3.
Bij een oplossing van een zwak zuur zal een groot deel van de zuurmoleculen zijn proton niet afgeven. Een zwak zuur wordt dus gekenmerkt door een lage K
z. Men stelt voor een zwak zuur dat K
z <10
-3.
De baseconstante
Voor de protolysereactie van een base (B) kan volgende evenwichtsconstante worden geschreven.
K
b = (c
OH- × c
A)/c
B
Bij een oplossing van een sterke base zullen (bijna) alle basemoleculen een proton opnemen. De evenwichtsconcentratie aan OH
- en A is dus hoog. Een sterke base heeft dus een hoge baseconstante K
b. Men stelt dat een sterke base gekarakteriseerd wordt door een K
b > 10
3.
In een oplossing van een zwakke base zal een groot deel van de basemoleculen geen proton opnemen. Een zwakke base wordt gekenmerkt door een lage K
b. Men stelt voor een zwakke base dat K
b <10
-3.
Verband tussen de Kz en de Kb van een geconjugeerd systeem
Stel het koppel A/B waarbij A het geconjugeerde zuur is van B en B de geconjugeerde base is van A. We kunnen voor beide stoffen de protolysereactie met water schrijven.
A + H2O ↔ B + H3O+
Voor het zuur van het koppel kan volgende zuurconstante worden geschreven.
K
z = (c
B × c
H3O+)/c
A
B+ H2O ↔ A + OH-
Voor de base van het koppel kan de baseconstante worden geschreven
K
b = (c
A × c
OH-)/c
B
Indien de zuurconstante en de baseconstante van dit koppel met elkaar worden vermenigvuldigd, verkrijgt men de
waterconstante.
K
z.K
b = ((c
B × c
H3O+)/c
A)×((c
A × c
OH-)/c
B) = c
H3O+ × c
OH- = 10
-14
Uit de zuurconstante van een zuur kan dus de baseconstante van de geconjugeerde base worden berekend en omgekeerd.
- Kz = 10-14/Kb
- Kb = 10-14/Kz
pKz en pKz
De p wordt algemeen gebruikt om een negatief logaritme te nemen (-log).
- pKz = -log Kz
- pKb = -log Kb
Met K
z × K
b = 10
-14
- -log(Kz × Kb) = -log(10-14)
- -log Kz + (-log Kb) = 14
- pKz + pKb = 14
Uit de pK
z van een zuur kan dus de pK
b van de geconjugeerde base worden berekend en omgekeerd.
- pKz = 14 - pKb
- pKb = 14 - pKz
Overzichtstabel van geconjugeerde systemen
Bovenaan in de tabel staan de sterkste zuren. Hun geconjugeerde basen zijn uiterst zwak. Onderaan vind je de sterkste basen met hun uiterst zwakke geconjugeerde zuren.
Het amfolytkarakter van water komt in de tabel tot uiting daar het twee keer voorkomt in de tabel (de twee grijze balken).
- H3O+ / H2O: In dit koppel is water de base en H3O+ zijn geconjugeerde zuur. De basen die hier boven water staan, zijn zwakkere basen dan water
- H2O / OH-: In dit koppel is water het zuur met OH- zijn geconjugeerde base. De zuren die hier onder water staan, zijn zwakkere zuren dan water.
Zuren en basen zullen sowieso met elkaar reageren indien het betrokken zuur hoger in de tabel staat dan de betrokken base. Hoe verder deze zuren en basen in de tabel van elkaar verwijderd zijn, hoe beter de zuur-basereactie zal opgaan.
Indien een zuur lager in de tabel staat dan de base waarmee het wordt samengevoegd, zal de reactie slechts opgaan indien de afstand in de tabel niet te groot is. Deze zuur-basereacties zullen sowieso evenwichtsreacties zijn en dus nooit volledig aflopend zijn.
Stel 2 geconjugeerde systemen: Z
1/B
1 en Z
2/B
2. Op basis van de zuurconstanten van Z
1 (K
z1) en Z
2 (K
z2) kan worden voorspeld hoe volgende reactie zal verlopen.
Z
1 + B
2 ↔ B
1 + Z
2
- Indien Kz1 / Kz2 > 103: De reactie zal aflopend zijn.
- Indien 10-3 < Kz1 / Kz2 < 103: Er zal zich een evenwicht instellen.
- Indien Kz1 / Kz2 < 10-3: Er zal zich geen reactie voordoen.
(geconjugeerd) zuur | Kz | pKz | (geconjugeerde) base | Kb | pKb | Protolysereactie |
HI | 1.1011 | -11 | I- | 1.10-25 | 25 | HI ↔ H+ + I- |
HBr | 1.109 | -9 | Br- | 1.10-23 | 23 | HBr ↔ H+ + Br- |
HClO4 | 1.108 | -8 | ClO4- | 1.10-22 | 22 | HClO4 ↔ H+ + ClO4- |
HCl | 1.107 | -7 | Cl- | 1.10-21 | 21 | HCl ↔ H+ + Cl- |
H2SeO4 | 1.103 | -3 | HSeO4- | 1.10-21 | 21 | H2SeO4 ↔ H+ + HSeO4- |
H2SO4 | 1.103 | -3 | HSO4- | 1.10-21 | 21 | H2SO4 ↔ H+ + HSO4- |
HMnO4 | 2.103 | -2.3 | MnO4- | 5.10-17 | 16.3 | HMnO4 ↔ H+ + MnO4- |
H3O+ | 5,5.10 | -1.74 | H2O | 1,8.10-16 | 15.74 | H3O+ ↔ H+ + H2O |
HNO3 | 4,4.10 | -1.64 | NO3- | 2,3.10-16 | 15.64 | HNO3 ↔ H+ + NO3- |
H2CrO4 | 10 | -1 | HCrO4- | 1.10-15 | 15 | H2CrO4 ↔ H+ + HCrO4- |
HClO3 | 10 | -1 | ClO3- | 1.10-15 | 15 | HClO3 ↔ H+ + ClO3- |
Fe3CCOOH | 5,9.10-1 | 0.23 | Fe3CCOO- | 1,7.10-14 | 13.77 | Fe3CCOOH ↔ H+ + Fe3CCOO- |
Cl3CCOOH | 2.10-1 | 0.7 | Cl3CCOO- | 5.10-14 | 13.3 | Cl3CCOOH ↔ H+ + Cl3CCOO- |
HIO3 | 1,6.10-1 | 0.8 | IO3- | 6,3.10-14 | 13.2 | HIO3 ↔ H+ + IO3- |
H4P2O7 | 1,4.10-1 | 0.85 | H3P2O7- | 7,1.10-14 | 13.15 | H4P2O7 ↔ H+ + H3P2O7- |
H3PO2 | 7,9.10-2 | 1.1 | H2PO2- | 1,3.10-13 | 12.9 | H3PO2 ↔ H+ + H2PO2- |
HOOCCOOH | 6,3.10-2 | 1.2 | HOOCCOO- | 1,6.10-13 | 12.8 | HOOCCOOH ↔ H+ + HOOCCOO- |
Cl2CHCOOH | 5,6.10-2 | 1.25 | Cl2CHCOO- | 1,8.10-13 | 12.75 | Cl2CHCOOH ↔ H+ + Cl2CHCOO- |
H2SO3 | 1,6.10-2 | 1.8 | HSO3- | 6,3.10-13 | 12.2 | H2SO3 ↔ H+ + HSO3- |
HSO4- | 1,2.10-2 | 1.92 | SO42- | 8,3.10-13 | 12.08 | HSO4- ↔ H+ + SO42- |
H3PO3 | 1.10-2 | 2.0 | H2PO3- | 1.10-12 | 12.0 | H3PO3 ↔ H+ + H2PO3- |
HClO2 | 1.10-2 | 2.0 | ClO2- | 1.10-12 | 12.0 | HClO2 ↔ H+ + ClO2- |
H3PO4 | 7,9.10-3 | 2.1 | H2PO4- | 1,3.10-12 | 11.9 | H3PO4 ↔ H+ + H2PO4- |
H3AsO4 | 6,3.10-3 | 2.2 | H2AsO4- | 1,6.10-12 | 11.8 | H3AsO4 ↔ H+ + H2AsO4- |
ClCH2COOH | 1,3.10-3 | 2.9 | ClCH2COO- | 7,9.10-12 | 11.1 | ClCH2COOH ↔ H+ + ClCH2COO- |
H2Te | 1.10-3 | 3.0 | HTe- | 1.10-11 | 11.0 | H2Te ↔ H+ + HTe- |
Fe(H2O)63+ | 7,9.10-4 | 3.1 | Fe(H2O)5(OH)2+ | 1,3.10-11 | 10.9 | Fe(H2O)63+ ↔ H+ + Fe(H2O)5(OH)2+ |
HNO2 | 4.10-4 | 3.4 | NO2- | 2,5.10-11 | 10.6 | HNO2 ↔ H+ + NO2- |
HF | 3,5.10-4 | 3.45 | F- | 3,5.10-11 | 10.45 | HF ↔ H+ + F- |
HCOOH | 1,6.10-4 | 3.8 | HCOO- | 6,3.10-11 | 10.2 | HCOOH ↔ H+ + HCOO- |
HOCN | 1,3.10-4 | 3.9 | OCN- | 7,9.10-11 | 10.1 | HOCN ↔ H+ + OCN- |
H2Se | 1.10-4 | 4.0 | HSe- | 1.10-10 | 10.0 | H2Se ↔ H+ + HSe- |
C6H5COOH | 6,3.10-5 | 4.2 | C6H5COO- | 1,6.10-10 | 9.8 | C6H5COOH ↔ H+ + C6H5COO- |
HOOCCOO- | 5.10-5 | 4.3 | OOCCOO2- | .10-10 | 9.7 | HOOCCOO- ↔ H+ + OOCCOO2- |
HOCl | 3.10-5 | 4.53 | OCl- | 3,4.10-10 | 9.47 | HOCl ↔ H+ + OCl- |
C6H5NH3+ | 2,5.10-5 | 4.6 | C6H5NH2 | 4.10-10 | 9.4 | C6H5NH3+ ↔ H+ + C6H5NH2 |
HN3 | 2.10-5 | 4.7 | N3- | 5.10-10 | 9.3 | HN3 ↔ H+ + N3- |
CH3COOH | 1,8.10-5 | 4.75 | CH3COO- | 5,6.10-10 | 9.25 | CH3COOH ↔ H+ + CH3COO- |
CH3CH2COOH | 1,3.10-5 | 4.9 | CH3CH2COO- | 7,9.10-10 | 9.1 | CH3CH2COOH ↔ H+ + CH3CH2COO- |
Al(H2O)63+ | 1.10-5 | 5.0 | Al(H2O)5(OH)2+ | 1.10-9 | 9.0 | Al(H2O)63+ ↔ H+ + Al(H2O)5(OH)2+ |
C5H5NH+ | 5,6.10-6 | 5.25 | C5H5N | 2.10-9 | 8.75 | C5H5NH+ ↔ H+ + C5H5N |
NH3OH+ | 1.10-6 | 6.0 | NH2OH | 3,4.10-10 | 9.47 | NH3OH+ ↔ H+ + NH2OH |
H2PO3- | 6,3.10-7 | 6.2 | HPO32- | 1,6.10-8 | 7.8 | H2PO3- ↔ H+ + HPO32- |
H2CO3 | 4.10-7 | 6.4 | HCO3- | 2,5.10-8 | 7.6 | H2CO3 ↔ H+ + HCO3- |
HCrO4- | 3,2.10-7 | 6.5 | CrO42- | 3,2.10-8 | 7.5 | HCrO4- ↔ H+ + CrO42- |
H2P2O7- | 2,5.10-7 | 6.6 | HP2O72- | 4.10-8 | 7.4 | H2P2O7- ↔ H+ + HP2O72- |
H2AsO4- | 1,7.10-7 | 6.77 | HAsO42- | 5,9.10-8 | 7.23 | H2AsO4- ↔ H+ + HAsO42- |
H2S | 1.10-7 | 7.0 | HS- | 1.10-7 | 7.0 | H2S ↔ H+ + HS- |
H2PO4- | 6,3.10-8 | 7.2 | HPO4- | 1,6.10-7 | 6.8 | H2PO4- ↔ H+ + HPO42- |
HSO3- | 6,3.10-8 | 7.2 | SO32- | 1,6.10-7 | 6.8 | HSO3- ↔ H+ + SO32- |
HBrO | 2.10-9 | 8.7 | BrO- | 5.10-6 | 5.3 | HBrO ↔ H+ + BrO- |
H3BrO3 | 7,2.10-10 | 9.14 | H2BrO3- | 1,4.10-5 | 4.86 | H3BrO3 ↔ H+ + H2BrO3- |
H3AsO3 | 5,9.10-10 | 9.23 | H2AsO3- | 1,7.10-5 | 4.77 | H3AsO3 ↔ H+ + H2AsO3- |
NH4+ | 5,6.10-10 | 9.25 | NH3 | 1,8.10-5 | 4.75 | NH4+ ↔ H+ + NH3 |
HCN | 4,9.10-10 | 9.31 | CN- | 2.10-5 | 4.69 | HCN ↔ H+ + CN- |
HP2O[/SUB]73- | 1,5.10-10 | 9.6 | P[SUB]2O74- | 4.10-5 | 4.4 | HP2O73- ↔ H+ + P2O74- |
H2SiO3 | 2.10-10 | 9.7 | HSiO3- | 5.10-5 | 4.3 | H2SiO3 ↔ H+ + HSiO3- |
C6H5OH | 1,3.10-10 | 9.89 | C6H5O- | 7,8.10-5 | 4.11 | C6H5OH↔ H+ + C6H5O- |
HCO3- | 4.10-11 | 10.4 | CO32- | 2,5.10-4 | 3.6 | HCO3- ↔ H+ + CO32- |
HOI | 2,3.10-11 | 10.64 | IO- | 4,4.10-4 | 3.36 | HOI ↔ H+ + IO- |
CH3NH3+ | 2.10-11 | 10.7 | CH3NH2 | 5.10-4 | 3.3 | CH3NH3+ ↔ H+ + CH3NH2 |
HAsO42- | 2,5.10-12 | 11.6 | AsO43-- | 4.10-3 | 2.4 | HAsO42- ↔ H+ + AsO43- |
H2O2 | 2,5.10-12 | 11.6 | HO2- | 4.10-3 | 2.4 | H2O2 ↔ H+ + HO2- |
HS- | 1,1.10-12 | 11.96 | S2- | 9,1.10-3 | 2.04 | HS- ↔ H+ + S2- |
HPO42- | 2,1.10-13 | 12.67 | PO43- | 4,7.10-2 | 1.33 | HPO42- ↔ H+ + PO43- |
CH3CHO | 3,2.10-15 | 14.5 | CH2CHO- | Kz | -0.5 | CH3CHO ↔ H+ + CH2CHO- |
CH3OH | 3,2.10-16 | 15.5 | CH3O- | 3,2.10 | -1.5 | CH3OH ↔ H+ + CH3O- |
H2O | 2.10-16 | 15.7 | OH- | 5.10 | -1.7 | H2O ↔ H+ + OH- |
CH3CH2OH | 1,3.10-16 | 15.9 | CH3CH2O- | 7,9.10 | -1.9 | CH3CH2OH ↔ H+ + CH3CH2O- |
HO2- | 1.10-25 | 25 | O22- | 1.1011 | -11 | HO2- ↔ H+ + O22- |
C3H3 | 1.10-25 | 25 | C3H2- | 1.1011 | -11 | C3H3 ↔ H+ + C3H2- |
PH3 | 1.10-28 | 28 | PH2- | 1.1014 | -14 | PH3 ↔ H+ + PH2- |
OH- | 1.10-29 | 29 | O2- | 1.1015 | -15 | OH- ↔ H+ + O2- |
NH3 | 1.10-35 | 35 | NH2- | 1.1021 | -21 | NH3 ↔ H+ + NH2- |