Het meten van energie

Joule: energie
Naar de naam James Joule. Joule (J) is de eenheid van energie.Voorbeelden:
Watt: vermogen
Naar de naam James Watt. Watt (W) is de eenheid van vermogen.Het vermogen houdt rekening met de snelheid waarmee energie verbruikt wordt. Twee trappen oplopen in vijf minuten of in vijf seconden kost evenveel energie, maar om sneller te gaan is meer vermogen nodig.
Het vermogen van een machine komt overeen met de hoeveelheid verbruikte energie per tijdseenheid.
Voorbeelden:
Volt: spanning
Naar de naam Alessandro Volta. Volt (V) is de eenheid van spanning. De spanning die elektrische huishoudapparaten nodig hebben hangt af van hun vermogen. In ons land is de spanning in de huizen gewoonlijk 230V.Ampere: stroomsterkte
Naar de naam Andre-Marie Ampere. Ampere (A) is de eenheid van stroomsterkte. Hiermee wordt het aantal elektronen per seconde gemeten.Calorie: warmte
Van het Latijnse woord calor, dat warmte betekent. Deze oude warmte-eenheid wordt nog gebruikt om de energie van voeding te meten. Ons voedsel levert ons potentiele chemische energie, die gemeten wordt in calorieen. Deze verbranden we om in leven te blijven. De overtollige calorieen worden opgeslagen in de vorm van vet.De calorie is de hoeveelheid warmte die nodig is om 1 gram water 1 graad Celsius te doen (ver)warmen.
Voorbeelden:
Dus hieruit volgt het volgende:
1 Cal = 1 kcal = 1000 cal = 4200 J |