De anatomie van de knie
Een van de meest door blessures getergde gewrichten in het menselijk lichaam is het kniegewricht. Bij veel sporten voor de knie zwaar belast en met name bij contactsporten treden nogal eens knieblessures op. Er zijn ook verschillende blessures die je aan je kniegewricht kunt krijgen: botblessures, bandblessures, meniscusblessure en spierblessures. Om inzicht te krijgen in je eigen knie, een overzicht over de anatomie van de knie.
De bouw van het kniegewricht
De latijnse naam voor het kniegewricht is
articulatio genus. Het gewricht bestaat uit drie botstukken, te weten: het femur (het bovenbeenbot), de tibia (scheenbeen) en de patella (knieschijf). Tussen de botten zit kraakbeen. De knie is een scharniergewricht, de femur kan ten opzichte van de tibia 140 graden draaien. Deze beweging worden flexie (buiging) en extensie (stekking) genoemd. Tevens is de knie een rolgewricht: de tibia kan bij een gebogen knie nog 8 graden draaien. Dit draaien word endorotatie (naar binnen draaien) en exorotatie (naar buiten draaien) genoemd.
Feitelijk bestaat het kniegewricht uit twee gewrichten, namelijk het gewricht tussen femur en tibia en het gewricht tussen de patella en femur. Echter deze twee gewrichten vallen binnen één gewrichtskapsel, vandaar dat we oven één gewricht spreken: het kniegewricht.
De kniebanden
Het kapsel van het kniegewricht wordt versterkt door een aantal banden, ook wel ligamenten genoemd. Deze ligamenten bestaan uit bindweefsel. Twee banden liggen buiten het kniegewricht, dit worden de buitenbanden genoemd. Een buitenband loopt van het bovenbeen naar het kuitbeen (fibula), dit is het
ligament collaterale fibulare. De andere buitenband loopt van het bovenbeen naar het scheenbeen. Dit is het
ligament collaterale tibiale. De term mediale band wil zeggen dat het een band betreft aan de binnenkant van je knie. De term lateraal wil zeggen aan de buitenkant van je knie. Zo ligt de lig. collaterale fibulare lateraal en het lig. collaterale tibiale mediaal.
In het kniegewricht komen ook twee kruisbanden voor. De naam zegt het al, ze lopen kruislinks over het gewricht. De kruisbanden liggen centraal in het gewricht en verdelen het gewicht tussen onder- en bovenbeen. De naam van de voorste kruisband is
het ligament cruciatum anterius. De naam van de achterste kruisband is
het ligament cruciatum posterius.
De meniscus
Tussen het gewrichtskraakbeen van het bovenbeen en die van het scheenbeen bevinden zich een stukje kraakbeen:
De Meniscus. De naam Meniscus komt uit het Grieks en betekend: Halve maan. Menisci zijn dan ook vernoemd naar de vorm die ze hebben, die van een halve maan. Je hebt twee menisci in een kniegewricht. De mediale en de laterale. De menisci zitten in je knie om de vorm van je bovenbeen, die wat bol is, beter te laten passen op het vlakkere scheenbeen. Tevens zijn de menisci een soort schokdempers van je knie. Als je neerkomt van een sprong, zullen de menisci wat naar buiten bewegen om de schok op te vangen.
Spieren in je knie
Er zijn twee hoofdspieren in het kniegewricht te vinden. De musculus quadriceps femoris is de grootste en sterkste spier in het lichaam. Hij bestaat uit vier gedeelten:
De musculus rectus femoris, de m. vasus lateralis, de m. vastus medialis en
de m. vastus intermedius Deze spieren zorgen voor de strekking in het kniegewricht. Ze zijn bevestigd aan de bovenkant van de knieschijf.
De tweede spier is de hamstring. Ook deze spier bestaat uit meerder gedeelten. Deze keer uit drie spieren,
m. Biceps femoris, de m. Semitendinosus, en de
m. Semimembranosus . Deze spieren zorgen voor de buigende beweging van het kniegewricht.
Lees verder