El Niño, mysterieus weerkundig fenomeen
Het fenomeen van El Niño wordt de laatste jaren meer en meer genoemd wanneer de discussie gevoerd wordt over klimaatsverandering en opwarming van de aarde. Het is echter een meteorologisch fenomeen dat al millennia bestaat en waarmee heel wat oude culturen in Zuid-Amerika werden geconfronteerd. Maar wat is El Niño nu eigenlijk?
De koude Humboldt-stroom
Voor de westkust van Zuid-Amerika stroomt een koude golfstroom, de zogenaamde Humboldt-stroom (genoemd naar de Duitse geleerde Alexander von Humboldt). Deze koude stroming komt uit het Antarctisch gebied en volgt de kust van Zuid-Amerika doordat net hier een zogenaamde diepzeetrog loopt. Die diepe kloof in de oceaanbodem is ontstaan doordat hier twee aardkorstplaten of tektonische platen tegen elkaar aanbotsen en onder elkaar schuiven. Dat zorgt aan 1 kant voor een enorm diepe kloof in de oceaanbodem, aan de andere kant voor het ontstaan en het nog steeds verder aangroeien van het Andes-gebergte (samen zorgen deze twee fenomenen ervoor dat we hier zowat het grootste niveauverschil ter wereld kunnen terug vinden, van het diepste punt van de trog tot het hoogste punt van de Andes ligt ongeveer 14 à 15 km hoogteverschil!). De koude stroom blijft dus als het ware een heel eind deze diepzeetrog (de zogenaamde Chili-Peru-trog) volgen, totdat die plots, ter hoogte van zuidelijk Ecuador westwaarts afbuigt en richting de oceaan vloeit. Vanaf daar krijgen we aan de kusten van Ecuador (en verder ook Colombia enzovoort) warme kustwateren.
Uniek woestijnklimaat
Deze Humboldt-stroom heeft vervolgens een heel uniek effect op het klimaat in die landen waarlangs hij stroomt. Immers, zowel Chili als Peru krijgen te maken met een ontzettend droog woestijnklimaat aan de kust. De reden daarvoor is dubbel. Enerzijds krijgen we ten westen van de smalle kuststrook van beide landen de koude oceaanstroming waardoor dus niet voldoende water verdampt om neerslag te vormen. Zo krijgt de kuststrook geen neerslag die van over de oceaan aangevoerd wordt (wat bijvoorbeeld wel het geval is in Ecuador en Colombia waar de kustwateren warm zijn). Aan de andere kant van die smalle kuststrook ligt het hoog oprijzende Andesgebergte. Alle neerslag die met andere woorden van uit het oosten komt (van over het Amazone-gebied of de rest van het continent) botst onherroepelijk tegen de oostflanken van de Andes en valt aan die zijde uit als overvloedige neerslag. Die oostzijde van de Andes is dan ook subtropisch op heel wat plaatsen. De westkant daarentegen blijft dor. Beide zaken zorgen er samen voor dat weinig of geen neerslag de kusten van Chili en Peru bereikt en zorgen er voor het ontstaan van een aantal van de meest droge gebieden ter wereld, de Atacama-woestijn in noordelijk Chili en de Sechura-woestijn in Peru. Sommige stukken krijgen een half uur neerslag gespreid over twee jaar tijd!
El Niño
Af en toe echter wordt dit patroon doorbroken. De noordoostpassaatwinden die gewoonlijk bijna voortdurend over het Zuid-Amerikaanse continent waaien en zo voorkomen dat enige neerslag van boven de oceaan landinwaarts zou kunnen komen, draaien plots om een nog steeds onduidelijke reden. De wind begint in dergelijke periodes plots van over de oceaan landinwaarts te waaien. De warme watermassa die zich normaal gesproken ophoudt in het centrale gedeelte van de oceaan wordt op die manier richting het continent geduwd en de koude golfstroom die daar gewoonlijk zijn thuis heeft, wordt verder noordwaarts geduwd om dan ter hoogte van zuid-Ecuador richting de oceaan te vloeien. De kustwateren warmen op en zorgen ervoor dat er nu ineens wel voldoende verdamping ontstaat en dus neerslag. Die wordt met de nog steeds vanuit het westen blazende wind richting het continent gevoerd en in dergelijke jaren krijgt de kurkdroge kust van Peru en Chili ineens te maken met overvloedige regens. De gevolgen laten zich raden: overstromingen, vernielde oogsten, aardverschuivingen, modderstromen, enzovoort. Kortom, veelal rampjaren voor de getroffen landen. Maar het blijft zelfs daar niet bij. In de koude Humboldt-stroom leven gewoonlijk ook enorme hoeveelheden fytoplankton, plankton, kleine visjes en grotere vissen. Deze hele voedselketen dient eveneens als voedsel voor miljoenen zeevogels die op verschillende eilandengroepen voor de Peruaanse en Chileense kust leven. Het opwarmen van de kustwateren laat het fytoplankton en plankton verdwijnen waardoor ook massale verdwijning van het visleven optreedt en bijgevolg ook massale sterfte bij de populatie aan zeevogels. Al deze feiten zijn te wijten aan die ene opwarming van de kustwateren, een fenomeen dat we kennen onder de naam El Niño.
"Kerstekind"
De naam betekent "kerstekind" en werd voor het eerst geopperd door vissers die rond einde december merkten dat het visbestand in hun gewoonlijke visrijke wateren sterk achteruit ging. Ze merkten dat dit te wijten was aan een opwarming van de kustwateren en omdat dit altijd rond half december optrad, doopten zij het fenomeen El Niño of het kerstekind.
Een oud fenomeen
Het fenomeen is zeker niet nieuw. Heel wat oude culturen die ooit tot bloei kwamen in de Andes of aan de kusten van het huidige Peru kenden het en kregen te maken met de voor- en nadelen ervan. El Niño treedt immers in principe elk jaar op, maar meestal blijft het gematigd en zo blijven ook de gevolgen verwerkbaar. Regens in die droge gebieden kunnen zelfs heel welkom zijn om via opslagbassins en irrigatiewerken stukken woestijn te bevloeien en zo vruchtbaar te maken. Wanneer echter het fenomeen sterker wordt en de gevolgen ook zwaarder, dan loopt alles uit de hand. Metingen in het verleden stellen dat een dergelijke uit de hand gelopen Niño ongeveer om de 3 à 7 jaar voorkwam. De laatste tijd echter merkt men dat het fenomeen frequenter wordt en nu spreekt men van een periodiciteit van om de 2 à 5 jaar. Is dit te wijten aan een klimaatsverandering of toch gewoon maar een natuurlijke evolutie?
Oude Andes-culturen als Chavin, Moche of Chimu zouden ooit ten onder zijn gegaan aan een mega-Niño, extreme situaties waarbij een volledig uitgewerkt landbouwsysteem werd vernield en waardoor de basis van deze op landbouw gestoelde culturen werd weggemaaid en de beschavingen uiteindelijk verdwenen.
Wereldwijd voelbaar
El Niño is vooral gekend in de Zuid-Amerikaanse context maar beperkt zich zeker niet tot een lokaal fenomeen aldaar. Wetenschappers zijn het er intussen over eens dat de effecten van El Niño wereldwijd (in meer of mindere mate) voelbaar zijn. Een goed voorbeeld is het zware Niño-fenomeen dat optrad in 1997-1998. Chili en Peru kregen uiteraard te maken met heel veel neerslag en overstromingen, maar zo ook de Australische noordkust. Intussen werden Sumatra, Zuid-Oost-Azië en India geteisterd door extreme droogte, wat volgens weerkundigen eveneens aan datzelfde fenomeen te wijten kan zijn. Soms wordt ook wel eens beweerd dat grotere hoeveelheden neerslag in West-Europa eveneens te maken kunnen hebben met jaren van zwaardere Niño-activiteit.
© 2011 - 2024 Youriblieck, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
WK voetbal 1978In Argentinië werd het Wereld Kampioenschap van 1978 gehouden. Aan het speelschema werd niets meer veranderd en het toer…
KlimaatfactorenWat zijn klimaatfactoren? Klopt het dat de ruimte invloed heeft op ons klimaat? Ons klimaat is aan het veranderen, en di…