De classificatie van materialen
Er wordt door de modale mens waarschijnlijk nooit bij stil gestaan maar rondom ons bevindt zich een waaier aan materialen. Neem nu bijvoorbeeld een huis, langs de buitenzijde bestaat dit over het algemeen uit ruwe materialen zoals bv baksteen. Aan de binnenzijde vinden we dan bijvoorbeeld een vloer gemaakt uit hout en de ramen zijn gemaakt uit aluminium. Al deze materialen zijn terug te brengen tot vier grote groepen: de polymeren, de keramische, de metallieke en de composietmaterialen.
Polymeren
Deze groep kan men op zijn beurt onderverdelen in twee subgroepen aan de hand van hun vervaardiging. De eerste groep is de groep van de natuurlijke polymeren, met als belangrijkste materiaal hout. De tweede groep is de groep van de synthetische polymeren, met als belangrijkste element plastic. Het is hier echter opnieuw noodzakelijk om een opsplitsing te maken op basis van specifieke eigenschappen. Nevengroepen zijn de thermoplasten, de thermoharders en de elastomeren. De thermoplasten zijn materialen die men kan smelten, materialen zoals PP(polypropyleen) en PMMA(plexiglas). De thermoharders worden gekenmerkt door een glasovergangstemperatuur en dit in tegenstelling tot een smelttemperatuur bij thermoplasten. Belangrijke voorbeelden van thermoharders zijn: EP en UP. Tot slot is er de derde nevengroep, de elastomeren. Deze groep bevat alle rubbers en rubberachtige met materialen zoals neopreen en siliconen.
Belangrijke eigenschappen:
- bestaan uit ketens van herhaaldelijke moleculen (voornamelijk koolstof)
- zwakke bindingen tussen de moleculen onderling
- over het algemeen goedkoop en makkelijk te produceren
Keramische materialen
De keramische materialen zijn ook op te splitsen in drie subgroepen. De eerste hiervan zijn de grof keramische materialen met als voornaamste voorbeelden steen en beton. De tweede verzameling is de groep van de glassoorten. Tot slot is er de groep van de technische keramische materialen, hierin vinden we materialen zoals aluminiumoxide en siliciumcarbide terug.
Belangrijke eigenschappen:
- over het algemeen goed hittebestendig
- voornamelijk gebruikt in de bouwsector
Metallieke materialen
Net zoals de vorige groepen valt deze groep op zijn beurt nogmaals te verdelen, dit maal in de groep van ferrolegeringen en non-ferrolegeringen. De groep van de ferrolegeringen omvat zoals de naam al laat vermoeden alle metalen die direct verbonden zijn met ijzer. Enkele voorbeelden zijn: gietijzer en staal. Alle overige metalen die in mindere mate bestaan uit Fe zijn terug te vinden in de groep van non-ferrolegeringen. Deze groep bestaat uit: nikkel, zink, titanium, koper, enz.
Belangrijke eigenschappen:
- goede geleiders (vrije elektronen)
- meestal kristalijn (periodieke ordening van bouwstenen)
- groot toepassingsgebied (gebruik van specifieke legeringen)
Composieten
Tot slot zijn er de composieten die eigenlijk geen afzonderlijke groep is maar een groep bestaande uit samengevoegde componenten uit de drie voorgaande. Een belangrijk voorbeeld is fiberglas, dit is een met kunststof versterkte glasvezel. Dit materiaal bestaat uit twee componenten, de eerste component is een keramisch materiaal, namelijk glas. Het tweede onderdeel de kunststof is bijvoorbeeld polyester.
Belangrijke eigenschappen:
- multifunctioneel, combinatie van materialen
- over het algemeen duur (fiberglas met aramidevezel)