Waarom herinneren we ons de toekomst niet?
We herinneren ons dingen uit het verleden. De toekomst is er nog niet, dus herinneren kunnen we het ons ook niet. Dat is een feit. Maar een beetje denker staat stil bij de feiten en vraagt zich af waarom dat feit er is. En dan beginnen de problemen. Want de moderne natuurkunde sinds Einstein lijkt te impliceren dat er geen wezenlijk onderscheid tussen het verleden en de toekomst bestaat. De prangende vraag is waarom we dan toch dit onderscheid ervaren.
Geen onderscheid tussen verleden en toekomst
De theorieën die er toe doen (de natuurkundige in dit geval) lijken te impliceren dat het verleden en de toekomst precies zo bestaan als het heden. Inderdaad: er is in de natuurkunde niets (of althans zeer weinig) te vinden dat een onderscheid tussen heden, verleden en toekomst rechtvaardigt. Het meest pregnant komt dit tot uiting in de relativiteitstheorieën van Einstein. Tijd en ruimte zijn daarin aangesmeed tot een enkele arena waarin alles zich afspeelt: de tijd-ruimte. Men spreekt ook wel van een universum dat
is, als een blok, zeg maar, waarbinnen tijd en ruimte onderscheiden kunnen worden door waarnemers in dat universum, maar dat zelf geen tijd kent. Het is er gewoon. Een waarnemer - een mens bijvoorbeeld - die een plek heeft in dit blok universum, heeft die plek voor eeuwig en altijd.
In het blok universum kunnen gebeurtenissen aangeduid worden met de voor ons normale coördinaten van tijd en ruimte. Uiteraard zijn tijd en ruimte nauw aan elkaar gerelateerd: wat de ene persoon als een afstand in de ruimte ziet, ziet een ander als een afstand in de tijd. Maar er stroomt niets. Elke gebeurtenis heeft als het ware eeuwig geldende coördinaten in ruimte en tijd. Merkwaardig wellicht, maar het lijkt waar. De onderliggende theorie heeft werkelijk alle empirische tests met glans doorstaan.
Kortom: de tijd zoals wij die ervaren, dus met een werkelijke
flow van het verleden, via het heden, naar de toekomst, heeft geen plaats in de natuurkunde (althans volgens veel natuurkundigen en de veel natuurfilosofen). Het universum is een blok waarbinnen tijd en ruimte wel bestaan, als coördinaten, maar dat zelf geen plaats in de tijd en de ruimte heeft: het staat er als het ware los van.
En toch is er een verschil
Als dat zo is, dan hebben we een probleem. Als er geen natuurkundige basis is voor het verschil tussen het verleden en de toekomst, waarom ervaren we dit verschil dan zo sterk? Waarom, inderdaad, herinneren we ons wel iets uit het verleden en niets uit de toekomst? Daarop bestaat een verrassend eenvoudig antwoord. Het is een antwoord dat volledig op de natuurkunde gebaseerd is, ondanks het feit dat die natuurkunde geen verschil tussen verleden en toekomst lijkt te tolereren.
Volgens de relativiteitstheorie gaat er niets sneller dan het licht. Hoewel de snelheid van het licht immens is, is het toch een beperking. Het sturen van informatie van de ene plaats naar de andere kost tijd. Ook zoiets als causale beïnvloeding kost dus tijd. Het beïnvloeden van het ene lichaam (ding of wat dan ook) door een andere kost tijd.
Dus kunnen we voor elk lichaam in het universum de verzameling van gebeurtenissen bepalen die door dat lichaam beïnvloed
kunnen worden. Nemen we om de gedachten te bepalen een bepaalde gebeurtenis, bijvoorbeeld de gebeurtenis
u op dit moment. Sommige gebeurtenissen kunnen door u beïnvloed worden andere niet. Evenzo: sommige gebeurtenissen kunnen u beïnvloeden en andere weer niet. We kunnen dus twee verzamelingen onderscheiden: de verzameling van gebeurtenissen die u kunt beïnvloeden en de verzameling van gebeurtenissen die een invloed op u kunnen hebben. Deze twee verzamelingen zijn beide maar heel kleine deelverzamelingen van de verzameling van alle mogelijke gebeurtenissen.
Neem nu nog twee anderen gebeurtenissen: A en B. Laat A in de verzameling zitten van gebeurtenissen die een invloed op u kunnen hebben, en laat B in de verzameling van gebeurtenissen zitten die door u beïnvloed kunnen worden. Duidelijk is dat B niet in de verzameling kan zitten van de gebeurtenissen die u kunnen beïnvloeden. Omdat B u niet kan beïnvloeden, dus niet causaal op u kan inwerken, kan B niet in uw geheugen zitten. Dit is een eenvoudige observatie, maar een zeer belangrijke. Het betekent dat gebeurtenissen in de toekomst geen causaal effect op u kunnen hebben en dat u er daarom geen herinneringen aan heeft. Alleen wat u gebeurt is - een deel van wat u had kunnen overkomen - wordt door u herinnerd.
Conclusie
Toegegeven, dit kan voor u geen schokkende conclusie zijn. U wist dit al lang. Kwestie van gezond verstand. Maar, en dat is toch wel wat apart, nu is daarvoor ook een reden gegeven die perfect past in de relativiteitstheorie, een theorie waarin geen wezenlijk onderscheid bestaat tussen de toekomst en het verleden. Toch verschijnt dat verschil zodra we nagaan wat ons kan beïnvloeden en wat niet. Onze herinnering geeft aan wat ons kan beïnvloeden. Onze herinnering heeft alleen toegang tot dat wat ons kon beïnvloeden.
Het verschil tussen deze verklaring en de gezond verstand opvatting is deze: in de gezond verstand benadering zeggen we dat we geen herinnering aan de toekomst hebben omdat die nog niet bestaat. In deze wetenschappelijk verantwoorde verklaring wordt gesteld dat de toekomst wel al bestaat, maar dat we er geen informatie over hebben.
Lees verder