Slijm is fijn, genezende stoffen in de plant
In planten zijn naast voedingsstoffen zoals vitamines en eiwitten, andere scheikundige stoffen aanwezig die op zich geen klassieke voedingswaarde hebben maar wel degelijk een fysiologische invloed uitoefenen op het menselijk lichaam. Het zijn deze, dikwijls complexe scheikundige stoffen, die de geneeskrachtige werking van kruiden bepalen. Slijmstoffen is één groep van die werkzame stoffen. Slijm komt vrij uit de plant door het weken in water, zoals zichtbaar is op de foto.
Slijm is fijn
Slijm in mensen en planten, het woord zelf roept reeds gemengde gevoelens op. Slijm is zichtbaar en voelbaar, glad, glibberig en onappetijtelijk. Het doet me denken aan blubber, science-fïctionfilms, lichamelijke uitscheidingen zowel boven als onder zoals mondspuug, diarree en dergelijke. En toch, is slijm fijn! Zonder, zouden veel menselijke activiteiten, zoals slikken en sex, veel minder goed en glad verlopen.
Waarom zitten er slijmstoffen in de plant en wat doen ze in ons lichaam?
Ook het slijm in planten zit daar niet voor niks. Het houdt vocht vast, geeft bescherming en is reservevoedsel voor de plant. In de mens kunnen deze plantenslijmen ons eigen slijm een beetje vervangen. Ze beschermen onze huid en slijmvliezen tegen uitwendige prikkels en zijn daardoor ontstekingswerend en hoestdempend.
Naast hun werking op de luchtwegen, worden ze vooral voor maag en darmen gebruikt. Enerzijds absorberen ze vocht en gifstoffen waardoor ze zuiverend zijn en diarree kunnen genezen, anderzijds zijn het zachte laxativa. Slijmstofplanten hebben dus een regulerend effect op de darmmotiliteit. Ook op de geïrriteerde huid kunnen deze planten verzachtend werken, vooral voor de rijping van abcessen zijn warme cataplasma, van lijnzaad bijvoorbeeld, bijzonder geschikt.
Naast hun farmacologische werking hebben mucilaginosa ook een technische functie bij het bereiden van theemengsels. Het zijn smaakcorrigentia, ze hebben het vermogen een zure smaak te verzachten of de scherpte van etherische oliën en bitterstoffen te verdoezelen. Daarbij remmen ze de opname van o.a. bitterstoffen, waardoor deze minder agressief zijn en langer werkzaam blijven.
Deze vertragende, regulerende werking vinden we ook terug in het gebruik van Fenegriek en Guargom bij ouderdomsdiabetes. Sommige slijmstofplanten hebben dus een duidelijk bloedsuik-verlagend effect.
Chemisch gezien zijn plantenslijmen vooral polysacchariden met een hydrofiel, watervriendelijk karakter. Het zijn verbindingen die in water oplossen of opzwellen en zo viskeus worden met als gevolg een volumevermeerdering. Het zwelvermogen is dan ook een kwaliteitsmaat voor de verschillende slijmstofplanten.
Om de viscositeit te behouden, worden deze planten het liefst bij lage temperaturen gedroogd en verwerkt. Dit betekent dat vooral maceraten (koude aftreksels) gebruikt worden als thee.
Slijmstoffen in zaden
Slijmstoffen vinden we vrij veel in de zaden en vruchten van vlinderbloemigen zoals Fenegriek (Trigonella foenum-graecum L.), Johannesbroodboom (Ceratonia siliqua L.) en Guargom. Het bekende en veel gebruikte zaad van de Vlasplant (Linum usitatissimum L.) wordt naast zijn werking als laxatief, ook uitwendig gebruikt als cataplasma bij steenpuisten. Ook een aantal Weegbree-soorten zijn van farmaceutisch belang door de aanwezigheid van slijmstoffen op de epidermis van hun zaden. Semen psyllii zijn de rijpe gedroogde zaden van Plantago psyllium L. en Plantago indica L. met een zwelvermogen van minstens 10. Onze inheemse Smalle weegbree (P. lanceolata L.) bevat ook wat slijmstoffen maar is vooral ook door de vele andere werkzame stoffen een belangrijke geneeskrachtige plant.
Slijmstoffen in bladeren
Bladeren met slijm vinden we vooral bij de Kaasjeskruidfamilie (Malvacaea), de Toortssoorten (Verbascum) en het Klein hoefblad (Tussilago farfara L.). Dikwijls zijn deze planten nogal wollig behaard, wat volgens de signatuurleer een aanduiding is voor hun werking op de luchtwegen bij prikkelhoest. Naast de hogere planten zijn het vooral algen, zoals Agar-agar (Fucus spinosus L.) en Carrageen (Fucus crispus), die veel slijmstoffen bevatten. Zij worden in de keuken als bindmiddel en in de laboratoria als galenisch hulpmiddel gebruikt bij de productie van zetpillen en emulsies.
Samengevat kun je zeggen dat slijmstofplanten medisch vooral gebruikt worden voor problemen met de slijmvliezen, vooral in de darmen (Lijnzaad, Vlozaad) bij verstopping en op de luchtwegen (Heemst, Kaasjeskruid, Toorts) bij een droge hoest.
Lees verder