Aarde koeler door stroming La Niña
Wereldwijd daalt de temperatuur iets in vergelijking met 2007 door La Niña, een koude zeestroming in de Stille Oceaan. Volgens meteorologen van de VN beïnvloedt La Niña het weer op zo'n manier dat er nu in sommige delen van China extreem koude temperaturen worden gemeten en er in Australië ongewoon veel regen valt.
Volgens berekeningen van de VN is de gemiddelde temperatuur wereldwijd de afgelopen tien jaar niet gestegen. In 1998 was de tegenhanger van La Niña, El Niño actief.
2008 Begon bij de Stille Oceaan tot drie graden kouder dan normaal door La Niña wat ‘het meisje’ betekent. De zeewatertemperatuur in het midden van de Stille Oceaan is de laagste die sinds 1856 gemeten is. Aan de kust van Zuid-Amerika is de zeewatertemperatuur juist iets hoger dan normaal voor de tijd van het jaar, maar dit beïnvloedt verder alleen het weer aan de kust. Voor de wereldwijde effecten is het koude water langs de evenaar belangrijker.
La Niña
La Niña is een atmosferisch verschijnsel. De atmosfeer en de oceanen op aarde zijn continu in beweging volgens bepaalde patronen. In het gebied van de Stille Oceaan zijn 3 atmosferische verschijnselen te onderscheiden (vertaald naar temperaturen):
- Het normaal patroon
- Het koud patroon => La Niña
- Het warm patroon => El Niño
La Niña zorgt ervoor dat het warme water voor de Zuid-Amerikaanse kust wordt weggedreven en een koude stroom hiervoor in de plaats komt. Het warme oppervlakte water verplaatst zich richting Australië.
- De huidige sterkte van La Niña komt gemiddeld een keer in de twintig jaar voor.
- Meer uitgesproken La Niña’s kwamen voor in de periode 1988 – 1989 en 1998-2001.
- La Niña duurt in het algemeen 6 tot 12 maanden lang, maar kan ook 2 jaar lang duren.
El Niño, de tegenpool:
De invloed van La Niña is veel beperkter dan El Niño. Een sterke El Niño heeft een grote invloed op bijna de gehele atmosfeer. Hij komt onregelmatig voor, maar gemiddeld eens om de drie tot zeven jaar. El Niño betekent Kerstkindje. Deze naam is gegeven door de vissers in Peru door de periode waarin El Niño ontstaat.
El Niño zorgt ervoor dat langs de evenaar in de oostelijke Stille Oceaan een sterke opwarming van het koele zeewater ontstaat die van grote invloed kan zijn in grote delen van de wereld, soms zelfs ook in Europa.
Bij een El Niño krijgen delen van de wereld met extreem weer te maken zoals hevige regenval in Amerika en droogte in landen als Australië en Indonesië. Vooral voor landbouw en visserij heeft dit fenomeen grote gevolgen. De laatste krachtige El Niño deed zich voor in 1997/1998. Volgens de wereldvoedselorganisatie werden in totaal 41 landen getroffen door overstromingen en 22 landen door droogte.
El Niño heeft ook positieve effecten. Zo zijn de winters gemiddeld minder streng in het noorden van de Verenigde Staten en treden boven het Caribisch gebied en boven de Atlantische Oceaan minder orkanen op.
Korte samenvatting:
El Niño en La Liña zijn atmosferische verschijnselen die eens in de zoveel jaar voorkomen en met hun komst (tijdelijk) het klimaat en daardoor ook de mens beïnvloeden.
Hoe ontstaat El Niño
Het oosten van de Stille Oceaan is een behoorlijk koel gebied. Dit komt, omdat in de zee de Humboldt-stroom, ook wel Perustroom genoemd, stroomt (zeestroom van zo`n 2400 mijl lang langs de kust van Zuid-Amerika).
Als de temperatuur in dit gebied warmer wordt dan normaal, dan wordt het temperatuurverschil met het westen dus kleiner. Gevolg hiervan is dat het drukverschil over de Stille Oceaan kleiner wordt. De verklaring voor het warmer worden van het water is nog niet helemaal zeker, maar er zijn enkele theorieën. Er zijn onderzoekers die zeggen dat het proces op de bodem van de oceaan begint. Aan de oostelijke kant van de Stille Oceaan welt minder koud water op. De thermoklien (grens van warm en koud water met een temperatuurverschil van ongeveer 10 graden Celsius) ligt normaal behoorlijk hoog, maar komt nu een stuk lager te liggen in het oostelijke deel van de oceaan. In het westelijke gedeelte ligt deze normaal al veel lager, waardoor de thermoklien minder schuin ligt dan normaal. Het gevolg hiervan is dat er in het westen minder opstijgende lucht is en in het oosten minder dalende lucht. Hierdoor neemt de passaatwind af => oostelijke wind die in normale omstandigheden waait over de tropische Stille Oceaan. Deze wind stuwt het warme oppervlaktewater vanaf Amerika in de richting van Azië.
Het warme water dat door deze wind werd opgestuwd in het westen zakt nu langzaam richting het oosten af, waar het nu nog warmer wordt. Hierdoor zwakken de passaatwinden nog meer af zodat het warmere water steeds verder trekt.
Hoe ontstaat La Niña:
Bij La Niña is het proces precies andersom. Er waait nu een nog sterkere passaatwind van oost naar west en welt er nog meer koud zeewater op aan de oostkust dan normaal. Het gevolg van het koudere water is dat het drukverschil tussen de twee (oost en west) wat groter wordt. Hierdoor worden de passaatwinden die van oost naar west blazen nog meer versterkt, waardoor er meer koud water richting de westkust van de Stille Oceaan wordt geblazen. Hierdoor is het lagedrukgebied meer geconcentreerd boven Indonesië, waar veel regen valt en is het een stuk droger in de het westelijke gedeelte van de Stille Oceaan.
Voorspellingen La Niña:
Dat het in 2008 gemiddeld net wat minder warm wordt heeft dus te maken met La Niña. De piek van La Niña is in februari van dit jaar bereikt en is nu in sterkte aan het afnemen. Over wat er daarna gebeurt lopen de meningen uiteen; het kan zijn dat La Niña in afgezwakte vorm nog een tijd voortduurt.
In de komende maanden wordt het waarschijnlijk koeler dan gebruikelijk in noordelijk Zuid-Amerika, Zuid-Oost Azië, en delen van Afrika. In Thailand en Vietnam gaat dit vaak samen met meer regen. De Filippijnen krijgen de komende maanden, zoals meestal bij La Niña, waarschijnlijk ook meer regen. Ook voor het Noord-Oosten van Brazilië wordt meer regen dan normaal voorspeld.
Britse weerkundigen verwachten dat de temperatuur binnen 5 jaar stijgt, doordag El Niño weer actief zal worden.
In 2007 was het noordelijk halfrond veel warmer dan normaal. Vooral in Rusland en China lag de temperatuur zo'n 1,5 tot 2 graden boven wat gebruikelijk was in de periode 1971-2000. In de tropen was het niet warmer dan normaal. Door La Niña zijn ook de Indische Oceaan en de noordelijke subtropische Atlantische Oceaan afgekoeld.