Anatomie - Spieren en functies van de hand en onderarm
Om de hand (vingers, duim en pols) te laten bewegen, zijn er spieren nodig. Deze spieren bevinden zich hoofdzakelijk in de onderarm en enkele in de hand. De functies van deze spieren zijn het buigen, strekken en zijwaarts bewegen van de vingers, duim en pols. Het knijpen, een hand geven, tas dragen, etc. is mogelijk door middel van deze spieren.
(De functies van de spieren, die hieronder zijn beschreven, zijn alleen gericht op de hand/pols. Andere functies van deze spieren worden in andere artikelen beschreven. Deze zijn vermeld onder aan het artikel.)
Woord en betekenis
Om je een duidelijk beeld te geven wat de benamingen van de spieren, oorsprong, aanhechtingen en functies inhouden, is hieronder een lijst samengesteld met de Latijnse benamingen en hun betekenis.
| Woord | Betekenis |
|---|
| m. | Spier |
| Abductor | Naar buiten beweger |
| Adductor | Naar binnen beweger |
| Aponeurose | Peesvlies |
| Brevis | Kort |
| Capitatum | Handwortelbeentje |
| Carpi | Handwortelbeen |
| Digitorum (digiti) | Vingers |
| Distaal | Van het centrum van het lichaam af |
| Dorsaal | Naar de achterzijde toe |
| Epicondyl | Knobbel aan de binnen en buitenzijde van de bovenarm |
| Extensor | Strekker |
| Falangen (falanx) | Vingerkootjes |
| Flexor | Buiger |
| Hamatum | Handwortelbeentje |
| Humerus | Bovenarm |
| Lateraal | Naar de buitenzijde toe |
| Longus | Lang |
| Margo | Rand |
| Mediaal | Naar het midden toe |
| Metacarpale | Middenhandsbeen |
| Minimi | Klein |
| Olecranon | Elleboog knobbel |
| Os | Bot |
| Palmair | Betreft de handpalm |
| Pisiforme | Handwortelbeentje |
| Pollicis | Duim |
| Proximaal | Naar het centrum van het lichaam toe |
| Radialis | Spaakbeen zijde |
| Radius | Spaakbeen |
| Scaphoideum | Handwortelbeentje |
| Trapezium | Handwortelbeentje |
| Ulna | Ellepijp |
| Ulnaris | Ellepijp zijde |
Spieren van de hand en onderarm
m.extensor carpi radialis longus
| Oorsprong | Aanhechting | Functie |
|---|
| Distale gedeelte van de margo lateralis van de humerus | Dorsale zijde van de basis van de os metacarpale 2 | Strekken en het zijwaarts naar buiten bewegen van de pols |
m.extensor carpi radialis brevis
| Oorsprong | Aanhechting | Functie |
|---|
| Laterale epicondyl van de humerus | Dorsale zijde van de basis van de os metacarpale 3 | Strekken en het zijwaarts naar buiten bewegen van de pols |
m.extensor carpi ulnaris
| Oorsprong | Aanhechting | Functie |
|---|
| Laterale epicondyl van de humerus | Laterale zijde van de basis van de os metacarpale 5 | Strekken en het zijwaarts naar binnen bewegen van de pols |
m.flexor carpi ulnaris
| Oorsprong | Aanhechting | Functie |
|---|
| Mediale epicondyl van de humerus en het olecranon | Aan het os pisiforme en het os metacarpale 5 | Buigen en het zijwaarts naar binnen bewegen van de pols |
m.flexor carpi radialis
| Oorsprong | Aanhechting | Functie |
|---|
| Mediale epicondyl van de humerus | De basis van het os metacarpale 2 en 3 | Buigen en het zijwaarts naar buiten bewegen van de pols |
m.flexor digiti profundus
| Oorsprong | Aanhechting | Functie |
|---|
| Voor driekwart aan de mediale zijde van de ulna | Met 4 pezen bevestigd aan de distale falangen | Buigt de vingertoppen |
m.flexor digiti superficialis
| Oorsprong | Aanhechting | Functie |
|---|
| Mediale epicondyl van de humerus | Met 4 pezen bevestigd aan de middelste falangen | Buigt het middelste gedeelte van de vingers |
m.extensor digitorum
| Oorsprong | Aanhechting | Functie |
|---|
| Laterale epicondyl van de humerus | Met 4 pezen (elke pees ook nog 2 laterale en 1 mediale pees) aan de basis en middelste falangen | strekken van de vingertoppen en het middelste gedeelte van de vingers |
m.extensor indicis
| Oorsprong | Aanhechting | Functie |
|---|
| Distaal van de ulna ter hoogte van de oorsprong van de m.extensor pollicis longus | Gaat over in de pees van de m.extensor digitorum van de wijsvinger | Strekken van de wijsvinger en de pols |
m.extensor digiti minimi
| Oorsprong | Aanhechting | Functie |
|---|
| Laterale epicondyl van de humerus | Gaat over in de pees van de m.extensor digitorum van de pink | Strekken van de pink en de pols |
m.palmaris longus
| Oorsprong | Aanhechting | Functie |
|---|
| Mediale epicondyl van de humerus | Palmaire zijde van de aponeurose | Buigen van de pols |
m.palmaris brevis
| Oorsprong | Aanhechting | Functie |
|---|
| Ulnaire rand van de palmaire aponeurose | Aan de huid van de ulnaire rand van de hand | Het samentrekken van de huid van de ulnaire zijde van de hand |
m.lumbricales
| Oorsprong | Aanhechting | Functie |
|---|
| Aan de mediale en laterale zijden van de pezen van de m.flexor digitorum profundus | Aan de laterale zijde van de proximale falangen | Strekken van de vingers en gelijktijdig buigen van het polsgewricht |
m.interossei dorsales
| Oorsprong | Aanhechting | Functie |
|---|
| Metacarpale 1-2-3-4-5 | Basis van de proximale falangen | Het naar buiten bewegen van de vingers |
m.interossei palmares
| Oorsprong | Aanhechting | Functie |
|---|
| Metacarpale 1-2-4-5 | Basis van de proximale falangen | Het naar binnen bewegen van de duim-wijsvinger-ringvinger-pink |
m.flexor digiti minimi
| Oorsprong | Aanhechting | Functie |
|---|
| Os hamatum | Basis van de proximale falanx van de pink | Buigen van het onderste gedeelte van de pink |
m.oppomems digiti minimi
| Oorsprong | Aanhechting | Functie |
|---|
| Os hamatum | Os metacarpale 5 | Buigt en draait de pink |
m.abductor digiti minimi
| Oorsprong | Aanhechting | Functie |
|---|
| Os pisiforme en de pees van de m.flexor carpi ulnaris | Proximale falanx van de pink | Buigen, draaien en het naar buiten bewegen van de pink |
m.abductor pollicis longus
| Oorsprong | Aanhechting | Functie |
|---|
| Proximale gedeelte van de radius | Basis van de os metacarpale 1 | Het naar buiten bewegen en strekken van de duim |
m.extensor pollicis brevis
| Oorsprong | Aanhechting | Functie |
|---|
| Distale gedeelte van de radius | Basis van de proximale falanx van de duim | Strekken van de duim en pols |
m.flexor pollicis brevis
| Oorsprong | Aanhechting | Functie |
|---|
| Os trapezium en os capitatum | Basis van de proximale falanx van de duim | Buigen van de duim richting de pink en pols |
m.flexor pollicis longus
| Oorsprong | Aanhechting | Functie |
|---|
| Distale gedeelte van de ulna en radius en de mediale condyl van de humrus | Basis van de distale falanx van de duim | Buigen van de duim en de pols |
m.opponens pollicis
| Oorsprong | Aanhechting | Functie |
|---|
| Os trapezium | Os metacarpale 1 | Buigen, het naar binnen draaien en naar buiten bewegen van de duim |
m.abductor pollicis brevis
| Oorsprong | Aanhechting | Functie |
|---|
| Os trapezium en os scaphoideum | Basis van de proximale falanx van de duim | Het naar buiten bewegen van de duim |
m.adductor pollicis
| Oorsprong | Aanhechting | Functie |
|---|
| Os capitatum, basis van de os metacarpale 2 en 3 | Proximale falanx van de duim | Het buigen en naar binnen bewegen van de duim |
Lees verder
6 Verschillende krachtoefeningen 'Triceps' + AnatomieEr zijn verschillende vormen om de tricepsspieren te trainen. Zo zijn er vormen als krachtuithoudingsvermogen, hypertrof…
Spierpijn in de onderarmDe onderarm is het gedeelte tussen de elleboog en de pols. Vaak komt spierpijn in de bovenarm voor maar kan ook in de on…
Neurofeedback: controle krijgen over je hersengolvenNeurofeedback is in de ogen van veel mensen een vreemd fenomeen. Neurofeedback betekent dat je leert controle te krijgen…
6 Verschillende krachtoefeningen 'Triceps' + AnatomieEr zijn verschillende vormen om de tricepsspieren te trainen. Zo zijn er vormen als krachtuithoudingsvermogen, hypertrof…
Spierpijn in de onderarmDe onderarm is het gedeelte tussen de elleboog en de pols. Vaak komt spierpijn in de bovenarm voor maar kan ook in de on…
Neurofeedback: controle krijgen over je hersengolvenNeurofeedback is in de ogen van veel mensen een vreemd fenomeen. Neurofeedback betekent dat je leert controle te krijgen…