Plexus brachialis

De plexus brachialis is een complex vlechtwerk van verschillende zenuwen. Een zenuw geleidt signalen van de spieren naar de hersenen en andersom. Zo wordt informatie verwerkt en kan vervolgens aanpassing plaatsvinden (bijvoorbeeld door middel van spieraanspanning). Deze plexus bestaat uit vezels die onder het sleutelbeen, door de oksel, langs de elleboog en zo naar beneden door de gehele arm lopen.

Anatomie

De plexus brachialis loopt vanaf de ruggenwervels C5 - T1 helemaal naar de vingertoppen. Vanuit ruggenwervel C5 - T1 worden de verschillende zenuwen wortels genoemd (wortel C5, C6, C7, C8, T1). De wortels (roots) gaan samenvoegen en worden trunci:

• Wortel C5 en C6 worden de superior truncus
• Wortel C7 wordt de medius truncus
• Wortel C8 en T1 worden de inferior truncus

Elke trunci wordt nu opgesplitst in een anterior en in een posterior divisie. Nu zijn er dus 6 divisies, uit elke trunc 2. Deze divisies gaan over in cords:

• Laterale cord bestaat uit de anterior divisie van de superior en medius trunci
• Mediale cord bestaat uit de anterior divisie van de inferior truncus
• Posterior cord bestaat uit de posterior divsie van de superior, medius en inferior trunci

Uiteindelijk komen uit de cords de 5 perifere zenuwen:

• n. Musculocutaneus bestaat uit de laterale cord (ruggenwervel C5-C7)
• n. Medianus bestaat uit de laterale en mediale cord (ruggenwervel C5-T1)
• n. Ulnaris bestaat uit de mediale cord (ruggenwervel C8-T1)
• n. Radialis bestaat uit de posterior cord (ruggenwervel C5-T1)
• n. Axillaris bestaat uit de posterior cord (ruggenwervel C5-C6)

Innervatie

Al deze perifere zenuwen innerveren een bepaald huidgebied en sturen een bepaald aantal spieren aan. De drie zenuwen van de onderarm en hand zijn de n. ulnaris, n. radialis en de n. medianus. De n. ulnaris innerveert de pinkzijde, de n. radialis de duimzijde en de n. medianus het gebied daar tussenin. Daarnaast innerveren deze zenuwen ook nog bepaalde spiergroepen. De n. ulnaris innerveert de flexoren van de onderarm en hand en de spieren van de pink, de n. radialis innerveert de extensoren en supinatoren en een aantal spieren van de duim en de n. medianus innerveert een deel van de flexoren en de pronatoren van de onderarm en hand.

De n. musculocutaneus en n. axilliaris zijn van de bovenarm. De n. musculocutaneus innerveert de flexoren van de elleboog. Het huidgebied zit ook aan de laterale zijde rond de elleboog. De n. axillaris innerveert de m. deltoideus (abductor schouder) en de m. teres major (horizontale adductor schouder), het huidgebied zit aan de posterior zijde van de schouder.

Problematiek/Laesies

Laesies zijn kleine scheurtjes of een volledige scheur in een zenuw. Deze kunnen ontstaat door compressie, door trekkracht aan de arm, druk op de schouder, luxatie van de schouder of door een fractuur in het sleutelbeen.

Symptomen

De kenmerken, klachten en ongemakken bij zenuwproblematiek kan je hieronder lezen. Vaak is een zenuw aangedaan, zoals een klein scheurtje in de zenuw of een inklemming van een zenuw.

• Motorische problemen, denk aan verminderde coördinatie en verminderde spierkracht
• Sensorische problemen, denk aan tintelingen en verminderd gevoel in het specifieke huidgebied
• Pijn

Laesie C5-C6 (Erb's palsy)

De perifere zenuwen die geïnnerveerd worden vanuit de zenuwwortels C5 en C6 zijn bij dit beeld aangedaan. Dit zijn de n. musculocutaneus, en n. axillaris. Bij dit ziektebeeld zie je dat bij de hand en de pols bewegingen wel gemaakt kunnen worden, maar dat de schouder- en elleboogbewegingen beperkt zijn of niet meer mogelijk zijn. Deze laesie komt meestal door een drukkracht.

Laesie C8-T1 (Klumpke's paralyse)

De perifere zenuwen die geïnnerveerd worden vanuit de zenuwwortels C8 en T1 zijn bij dit beeld aangedaan. Dit zijn de n. radialis, n. ulnaris en de n. medianus. Bij dit ziektebeeld zie je dat de pols-, de hand- en de vingerbewegingen beperkt zijn of niet meer gemaakt kunnen worden. De schouder kan nog wel bewogen worden, de elleboog is beperkt. Deze laesie komt meestal door een trekkracht.