De werking van de schildklier en de schildklierhormonen
Aan de voorkant van het strottenhoofd, tegen de luchtpijp aan, zit de schildklier. Dit is een orgaan, dat wil zeggen dat hij er is om andere taken in het lichaam te laten werken. Zonder schildklier kan het lichaam niet normaal leven. De schildklier is nodig, en wordt ook wel 'de motor van de stofwisseling' genoemd. De schildklier produceert het schildklierhormoon, maar dit gaat weer niet zonder jodium. Daarom speelt jodium ook een grote rol bij de werking van de schildklier en bij de aanmaak van het schildklierhormoon.
Inhoud
De schildklier
De schildklier is een orgaan in het lichaam met de vorm van een vlinder dat aan de voorkant van de hals zit, net onder het strottenhoofd en tegen de luchtpijp aan. De schildklier bestaat uit twee delen, een rechterdeel en een linkerdeel en deze worden ook wel kwabben of lobben genoemd. Beide kwabben zijn opgebouwd uit blaasjes, ook wel follikels genoemd. Deze twee kwabben zitten door een heel klein tussenstukje, ook wel istmus genoemd, aan elkaar vast. Over het algemeen kun je de schildklier niet zien en voelen, maar een enkele keer kun je hem voelen tijdens het slikken, aan beide kanten van de adamsappel. De schildklier is een klier (orgaan) die het lichaam nodig heeft om andere taken en processen in het lichaam uit te voeren en krijgt bloed van 4 slagaders. Daarmee is de schildklier het meest doorbloede orgaan in ons lichaam
De werking van de schildklier
De schildklier maakt voor het grootste deel het schildklierhormoon thyroxine aan, ook wel bekend als T4. Daarnaast maakt hij een klein beetje trijodothyronine aan, wat het actieve schildklierhormoon T3 is. Dit actieve schildklierhormoon kan door de schildklier zelf gemaakt worden, maar toch wordt het grootste gedeelte van T3 gemaakt door T4, hoewel T4 minder actief is dan T3. Dit proces gebeurt weer in andere organen. Voor het aanmaken van het schildklierhormoon is jodium heel erg belangrijk, omdat de schildklier dit absoluut nodig heeft. Zonder jodium kan de schildklier geen hormoon aanmaken.
De rol van jodium
Jodium kennen we allemaal als ontsmettingsmiddel, maar het is ook een belangrijk onderdeel van de voeding, omdat het lichaam dit mineraal nodig heeft voor de aanmaak van het schildklierhormoon. Het lichaam heeft niet veel nodig, daarom wordt het ook wel een spoorelement genoemd. Jodium wordt niet door het lichaam zelf gemaakt, maar het wordt uit verschillende voedingsmiddelen gehaald en zo opgenomen door het lichaam. Het komt op een natuurlijke manier voor in zeewier, zeevis en eieren. Maar in andere voedingsmiddelen wordt het handmatig toegevoegd, zoals in keuken-, tafel-, dieet- en bakkerszout en vleeswaren. Zodra het in het lichaam komt, wordt het via het bloed naar de schildklier vervoerd. Thyrosine, een bouwstof voor eiwitten, wordt net als jodium ook niet aangemaakt in het lichaam, maar ook uit voedingsmiddelen gehaald en via het bloed naar de schildklier vervoerd. De uitwerking van het schildklierhormoon heeft uiteindelijk te maken met de invloed van de eiwitsamenstelling.
Andere functies van de schildklier
Naast de aanmaak van de schildklierhormonen is de schildklier ook heel belangrijk voor andere lichamelijke functies, zoals:
- Stofwisseling
- Spijsvertering
- Regeling van hartslag en zuurstof
- Lichamelijke groei en ontwikkeling
- Uitbreiding en tot stand komen van zenuwstelsel
- Temperatuur lichaam
- Vetverbranding
- Werking van gewrichten en spieren
- Vochthuishouding
- Hersenactiviteit en psyche
De vorming van het schildklierhormoon
De opgenomen stoffen thyrosine en jodium vormen via het eiwit TG (thyreoglobuline) twee stoffen: MIT (monojodotyrosine) en DIT (dijodotyrosine). Als deze twee stoffen gevormd zijn, kunnen ze zich koppelen tot T4 of T3. De koppeling DIT+DIT zorgt voor T4 en de koppeling MIT+DIT zorgt voor T3. Deze aaneensluiting van stoffen gebeurt onder invloed van een peroxidase-enzym, dat ervoor zorgt dat het schildklierhormoon zijn vaste vorm krijgt. Zodra het schildklierhormoon ‘af’ is, wordt het opgeslagen in de halfvloeibare cellen in en rondom de schildklierfollikels. Deze ruimte wordt colloïd genoemd. Vanuit deze opslagplaats wordt het hormoon weer uitgescheiden via het bloed, en weer afgebroken tot MIT en DIT en ontdoet het zich weer van jodium. De vrijgekomen jodium wordt dan weer gebruikt voor de aanmaak van het schildklierhormoon. Deze processen worden beïnvloed door het hypoysehormoon TSH.
De functie van de schildklierhormonen
De hormonen die door de schildklier gemaakt worden regelen de lichamelijke groei en ontwikkeling en hebben een grote invloed op de celstofwisseling. Ook stimuleren ze de temperatuur van het lichaam. Ze zijn ook nadrukkelijk aanwezig bij de spijsvertering en vetverbranding. Ook zorgen ze voor alle spieren en gewrichten, zodat ze flexibel zijn en blijven. De schildklierhormonen hebben een zeer goed effect op het hart en de regeling van de zuurstof dat weer invloed heeft op heel veel andere processen in het lichaam. Ook zijn ze heel belangrijk voor de instandhouding en aangroei van het zenuwstelsel. Het stimuleert een positieve geest- en hersenactiviteit en het zorgt voor een goede vochthuishouding. Is er sprake van een tekort aan schildklierhormonen, dan kan dit ervoor zorgen dat bepaalde processen in het lichaam geremd worden. Een teveel aan schildklierhormonen heeft een gevaarlijke uitwerking op het hart, waardoor het gevaarlijk snel kan gaan kloppen. Het hart kan zelfs ‘op hol slaan’.
De hypofyse
Om de schildklier goed te laten werken is de hypofyse nodig. Dit is een heel klein orgaan, zo groot als een kikkererwt dat onder aan de hersenen zit. Een ander woord voor hypofyse is ‘hersenaanhangselklier’. Deze klier maakt heel veel verschillende hormonen aan, waaronder het hormoon TSH (thyreoïd-stimulerend hormoon) of thyreotropine. Deze hormonen zorgen ervoor dat de schildklier het schildklierhormoon aanmaakt. Een ander gebied in de hersenen dat weer controle heeft over de hypofyse, zorgt voor de aanmaak van het TRH-hormoon (thyreotropine-releasing hormoon). Niet alleen van buitenaf, maar ook van binnenuit wordt de werking van de schildklier geregeld.
Zelfregulatie
De zelfregulering van de schildklier bestaat uit het feit dat de schildklier tijdelijk de opname van jodium kan verminderen als er een overschot van jodium in de buurt is. TSH wordt gedeeltelijk weer afgeremd door de schildklierhormonen T3 en T4. Het schildklierhormoon bindt zich aan de eiwitten TBG (thyroxinebindende globuline), TBPA (thyroxinebindende prealbumine) en albumine en wordt via deze eiwitten door het bloed vervoerd. Het kleine beetje vrije schildklierhormoon wordt direct gebruikt voor biologische werkzaamheden in het lichaam. Als T3 en T4 vervoerd zijn door het bloed, worden ze door verschillende weefsels opgenomen. Hier wordt dan een gedeelte van het T4 omgezet in het vrije T3. Een klein gedeelte wordt afgebroken en opgenomen in de darm-leverkringloop.
Lees verder