Stelling van Pythagoras
Met de stelling van Pythagoras kun je de lengtes van de zijden van een rechthoekige driehoek berekenen. De stelling is relatief eenvoudig maar wordt ook nu nog erg veel gebruikt door de wetenschap.
De stelling
Als je de lengtes van twee van de drie zijdes van een rechthoekige driehoek weet kun je de derde berekenen. De stelling van Pythagoras luidt als volgt:
a² + b² = c²
In de bovenstaande afbeelding kun je zien dat de zijdes a en b aan de rechte hoek liggen. Vandaar dat ze ook rechthoekzijdes heten. De ‘schuine’ zijde, ook wel hypotenusa genoemd, ligt recht tegenover de rechte hoek.
Het bewijs
Zonder een kloppend bewijs is een stelling in de wetenschap onjuist. Zo heeft dus ook de stelling van Pythagoras een bewijs. a² kun je je voorstellen als een vierkant met de oppervlakte van a*a. Zo geldt dat ook bij b² en c². Als je dan gaat opmeten wat de absulute oppervlaktes van a², b² en c² zijn, zul je opmerken dat de oppervlaktes van de vierkanten op a en b samen precies even groot zijn als de vierkant op de c zijde.
Gebruik
Het tegenovergestelde van het kwadraat is de wortel. Als je de lengtes van a en b weet kun je de lengte van de c-zijde dus zo berekenen: c = √(a² + b²) Zo kun je de formule zo ombouwen dat je iedere zijde kunt berekenen als je de lengtes van twee andere zijdes weet.