Waarom een kriebelhoest bij het kuisen van de oren?
Een heleboel mensen hebben last van een kriebelige hoestbui bij het kuisen van de oren. Velen zullen zich al meerdere keren hebben afgevraagd "wat heeft hoesten in hemelsnaam met mijn oren te maken?". De verklaring hiervoor situeert zich in de neurale verbinding tussen de hersenen en de longen.
Het fenomeen dat hier wordt besproken zal lang niet voor iedereen bekend zijn. Toch hebben menig aantal mensen last van hoestbuien bij het oren kuisen. Sommigen merken dit slechts bij het kuisen van één oor (links of rechts), andere ondervinden dit aan beide kanten. Om dit te verklaren dienen we eerst en vooral op de hoogte te zijn van een kleine anatomische achtergrond.
Anatomische achtergrond
De binnenzijde van de gehoorgang (daar waar het oorsmeer zich o.a. op vastzet) wordt afgesloten door een dunne laag huid. Deze huid evenals andere delen van het oor worden bezenuwd door één van de twaalf craniale zenuwen. Deze zenuwen vertrekken allen vanuit de hersenen en lopen naar verschillende gebieden voornamelijk in het gezicht en de keelomgeving.
In dit geval betreft het de tiende craniale zenuw welke ‘nervus vagus’ wordt genoemd. Deze hoofdzenuw heeft ter hoogte van het oor een aftakking: de ramus auricularis. Dit is één van de vele aftakkingen van de N. vagus. Een tweede aftakking die bij dit fenomeen van belang is, is de N. laryngeus die de spieren van het strottenhoofd bezenuwt (deze zijn verantwoordelijk voor het hoesten).
Gevolg van het stimuleren van de N. vagus
Wanneer we onze oren kuisen en dus de huid in de gehoorgang aanraken met het wattenstaafje zal deze zenuw info doorsturen naar de hersenen. Aangezien deze zenuw niet gewend is op die plaats aangeraakt te worden en zenuwen slechts één ‘soort’ elektrische impuls kunnen doorsturen, denken de hersenen eens de impuls is gearriveerd, dat deze van bij het strottenhoofd komt. Door de hersenen wordt het dus foutief ervaren als een kriebeling of eender welke andere sensatie in de keelstreek. De info die de hersenen binnenkomt, zegt dus onterecht dat er een gevoelssensatie is ter hoogte van het strottenhoofd. Als antwoord op die schijnbare gevoelssensatie sturen vervolgens de hersenen via dezelfde zenuw het bevel door om te hoesten (via N. laryngeus).
Interindividuele verschillen
Hoe wordt er nu verklaard dat sommige mensen deze gevoelssensatie wel ervaren en anderen niet? Hoewel anatomie een wetenschap is die vaststaat en waarbij theoretisch gezien elk individu anatomisch identiek is, bestaan er een hele hoop verschillen in ligging van de verscheidene inwendige structuren. Deze verschillen zijn echter wel zo klein dat ze te verwaarlozen zijn in de algemene theoretische anatomie. De ramus auricularis in dit geval ligt bij de hoestende mens dus iets meer perifeer (meer aan de oppervlakte) dan bij andere mensen, wat een makkelijkere stimulatie met zich meebrengt.
Craniale zenuwen
Zoals hierboven reeds vermeld heeft dit fenomeen te maken met de nervus vagus, de tiende van de twaalf hersenzenuwen. Een opsomming van de 12 hersenzenuwen vindt u hieronder:
- N. olfactorius
- N. opticus
- N. occulomotorius
- N. trochlearis
- N. trigeminus
- N. abducens
- N. facialis
- N. vestibulocochlearis / stato-acousticus
- N. glossopharyngeus
- N. vagus
- N. accesorius
- N. hypoglossus