Niezen veroorzaakt door zonlicht; een blijvend mysterie
Je voelt iets kriebelen in je neus, je wacht geduldig op de opkomende nies, maar deze blijkt niet te verschijnen. Vervolgens kijk je even naar boven in het zonlicht en daar is ie dan. Voor velen onder ons een zeer herkenbaar aspect, voor anderen iets totaal onbekend. Dit fenomeen komt naar verluid voor bij zo’n 18 à 35 procent van de wereldbevolking. Wat is de logica hierachter en bij wie komt het wel of niet voor?
The photic sneeze reflex
Het principe waarbij niezen voorkomt al gevolg van het kijken in zonlicht wordt de photic sneeze reflex (PSR) of ACHOO (Autosomal dominant Compulsive Helio-Ophthalmic Ourbursts of sneezing) genoemd. Om dit fenomeen echt te omschrijven als een aandoening is een verkeerd beeld aangezien dit zelden een storende beperking op iemands levensstijl oplegt. Het moet gezegd worden dat er echter wel gevallen bestaan waarin dit een last met zich meebrengt. Er wordt namelijk gespeculeerd dat het onaanvaardbaar zou zijn gevechtspiloten met photic sneeze reflex te laten vliegen. Het betreft hierbij uiteraard een zeer beperkte sample van de populatie die verwaarloosbaar wordt geacht om het te dopen tot aandoening.
Geschiedenis van het onderzoek
De photic sneeze reflex is in tegenstelling tot wat velen zullen denken, al zeer lang – wellicht gekend onder een andere benaming - een bekend fenomeen. Namelijk jaren voor de geboorte van Christus stelde de Griekse filosoof Aristoteles zich hierover reeds vragen. Hij situeerde zijn verklaring hiervoor in de warmte van de zon die zijn uitwerking had op de neus.
Deze theorie werd echter pas zo’n 2000 jaar later ontkracht door een volgende filosoof Francis Bacon. Deze ontdekte dat wanneer hij in het zonlicht zou stappen met de ogen gesloten, de niesreflex niet meer plaatsvond; een interessant gegeven aangezien de warmte op de neus nog wel aanwezig was, maar niet meer voor het ontstaan van een nies zorgde. Een nieuwe theorie werd dus ontwikkeld op basis van het wateren van de ogen. Nader verklaard, zou het zonlicht zelfs bij gesloten ogen zorgen voor oogvocht dat zich opdringt. Gezien de anatomische verbinding tussen de ogen en de neus zou het vocht vervolgens ook in de neus terechtkomen. De neus wordt dan op zijn beurt geïrriteerd wat resulteert in niezen.
Enkele jaren werd deze verklaring als logisch en aanvaardbaar beschouwd waarna men ontdekte dat het niezen te snel op de blootstelling aan licht zou volgen om een effect te zijn van het doorsijpelen van oogvocht. Met de huidige anatomische kennis als basis wordt heden verondersteld dat de photic sneeze reflex een gevolg is van de neurale verbindingen met betrekking tot de craniale zenuwen.
Aangezien een nies normaal gezien wordt veroorzaakt door een irritatie ter hoogte van de neus die vervolgens geregistreerd en doorgestuurd wordt naar de hersenen door de nervus trigeminus (de vijfde craniale zenuw) wordt verondersteld dat deze zenuw hiervoor mede verantwoordelijk is. De n. trigeminus ligt in verloop niet ver verwijderd van de n. opticus (de tweede craniale zenuw) waardoor men er vanuit gaat dat de binnentredende signalen van de n. opticus als foutieve registratie voorkomen ter hoogte van de hersenen. De n. opticus is de craniale zenuw die de functionele veranderingen van het oog registreert (zoals in dit geval een pupilvernauwing bij fel zonlicht). Op die manier zouden de hersenen een irritatie via de n. opticus zien als een irritatie ter hoogte van het neusgebied wat resulteert in niezen.
Voor alle duidelijkheid, een volledig juiste verklaring rustende op voldoende bewijsmateriaal is heden nog niet voorhanden. De theorie hierboven omschreven wordt enkel en alleen aangenomen gebaseerd op logica en anatomische kennis.
Waarom komt deze reflex specifiek bij zonlicht zo frequent voor?
Hierboven werd aangehaald dat het voorkomen van PSR een gevaarlijk aspect is voor gevechtspiloten. Uiteraard geldt dit voor een heleboel activiteiten waarbij een voldoende alertheid benodigd is ter verzekering van de veiligheid, zoals autorijden e.d. In militaire omgeving werd er vervolgens onderzocht of deze reflex te ontwijken was door het gebruik van lenzen. Het resultaat was echter negatief. Aangezien de reflex niet wordt veroorzaakt ten gevolge van een bepaalde golflengte van het licht en ooglenzen enkel in staat zijn deze te filteren, werd deze potentiële oplossing van tafel geveegd. Wel wordt de photic sneeze reflex geïnduceerd door middel van plotse veranderingen in lichtintensiteit. Dit verklaard dus ook waarom de reflex het meest frequent te boven komt bij het plots in het zonlicht kijken; een intensere lichtbron dat de zon is namelijk niet bestaande.
Voorkomen op basis van genetische overdracht
Het voorkomen van de photic sneeze reflex is sterk afhankelijk van de genen. Onderzoek heeft aangetoond dat wanneer één van de ouders de reflex vertoont, gemiddeld de helft van het nageslacht ook deze PSR zal hebben. Verder is hierover vrijwel nog niets geweten. Men probeerde reeds te ontdekken op welk chromosoom deze overdracht zich bevindt, echter zonder resultaat.
Waarom is er zo weinig bekend over PSR?
Zoals aan het begin van dit artikel werd beschreven, wordt dit verschijnsel niet als een aandoening gezien. Net daarom vinden slechts weinig wetenschappers het zinvol om hiernaar uitgebreid onderzoek te leveren.
Louis Ptácek, een Amerikaans neuroloog, verdiept zich hoofdzakelijk in studies betreffende epilepsie en migraine. Beide aandoeningen worden gerelateerd aan het voorkomen van licht, wat ook zijn interesse voor de photic sneeze reflex wekte. Vanuit zijn interesse wil hij verder op zoek gaan naar de genen die PSR veroorzaken en op deze manier hoopt hij vervolgens meer te leren over de visuele pathway.