Spierweefsel in het menselijk lichaam
Spieren komen overal voor in het menselijk lichaam. Ze moeten in staat zijn om door samentrekking beweging op te wekken. Er zijn meerdere verschillende soorten spierweefsel, je kunt deze opdelen in twee hoofdcategorieën: het onwillekeurig spierweefsel en het willekeurig spierweefsel. Het hart is een onwillekeurige spier en de skeletspieren zijn willekeurige spieren.
Algemene kenmerken van spierweefsel
Spierweefsel bestaat voor het grootste deel uit cellen de door samentrekkingen in staat zijn om bewegingen op te wekken. Voor deze samentrekkingen is samenwerking nodig tussen verschillende delen van het cytoskelet, namelijk tussen het actine en myosine. Dit zijn allebei eiwitten die in grote hoeveelheden aanwezig zijn in de spiercellen.
Spiercellen hebben een langwerpige vorm en worden om deze reden vaak ook wel spiervezels genoemd. De wetenschappelijke naam voor een spiercel is 'myocyt'. 'Mys' betekent spier en 'sarcos' betekent vlees.
Verschillende soorten spierweefsel
Er zijn verschillende soorten spierweefsel. Spierweefsel kan worden opgedeeld in twee verschillende hoofdcategorieën, het willekeurig- en het onwillekeurig spierweefsel. Een voorbeeld van willekeurig spierweefsel is bijvoorbeeld een skeletspier, over deze spier heb je zelf de controle of je hem wil bewegen of niet. Een voorbeeld van onwillekeurig spierweefsel is bijvoorbeeld de hartspier, je kunt niet zelf beslissen op welk moment je je hart wil laten kloppen. Ook in andere holle organen zijn onwillekeurige spieren terug te vinden, deze spieren worden omdat ze geen dwarsstreping bevatten gladde spieren genoemd. De hartspieren en de skeletspieren zijn allebei wel dwarsgestreept omdat deze zeer krachtig samen moeten kunnen trekken.
Skeletspieren
Skeletspiercellen hebben een diameter van 10 tot 100 micrometer, de spieren zelf kunnen in lengte verschillen van enkele millimeters tot meerdere decimeters. Iedere spier bestaat uit honderden of zelfs wel duizenden verschillende spiercellen. Het menselijk lichaam bevat ongeveer 600 verschillende skeletspieren. De skeletspier is een spier die is bevestigd tussen twee delen van het skelet. Een skeletspier heeft altijd twee of meer aanhechtingspunten, dit zijn de plaatsen waar de spieren door middel van pezen aanhechten.
Hartspiercellen
Voor een goede werking van het hart moeten de verschillende groepen van hartspiercellen gelijktijdig samentrekken, hiervoor is een goede communicatie en een goede verbinding tussen de verschillende cellen erg belangrijk.
Opbouw van het hart
In de wand van het hart zijn de hartspiercellen in spiralen georganiseerd zodat de contractiekrachten van de hartspiercellen maximaal benut kunnen worden. Wanneer het hart samentrekt zal het in zijn geheel een samendrukkende en tegelijkertijd draaiende beweging maken zodat er per hartslag een maximale hoeveelheid bloed uit het hart gepompt wordt. Het hart bestaat uit twee hartkamers en twee hartboezems. De hartkamers zorgen voor het pompen van het bloed uit het hart, de hartboezems zorgen er enkel voor dat het bloed naar de hartkamers wordt gepompt. Als gevolg hiervan hebben de boezems een veel dunnere wand dan de kamers. De gehele spiermassa van het hart wordt myocard genoemd.
Glad spierweefsel
Glad spierweefsel komt voor in de wand van bijna alle inwendige organen, hier helpen ze mee om de specifieke functie van deze organen te ondersteunen. De meeste van deze organen zijn eigenlijk holle buizen, waarbij de gladde spieren ervoor moeten zorgen dat bijvoorbeeld gassen vooruit bewogen worden. Een voorbeeld zijn bijvoorbeeld de bloedvaten waar het samentrekken van de gladde spieren ervoor zorgt dat de diameter van het bloedvat vernauwt en de bloedstroming wordt geremd.
In het gladde spierweefsel is een georganiseerd geheel nodig van contractiele cellen, waarbij de contractie zeer nauwkeurig gecontroleerd kan worden. Omdat er veel verschillende organen gebruik maken van glad spierweefsel verschillen de structurele organisatie en de controlemechanismen ook sterk van orgaan tot orgaan.
Een gladde spiercel heeft een gemiddelde lengte van 5 tot 10 micrometer, maar net als bij de skeletspieren verschilt de lengte van de totale spier flink.