Anatomie van de tand: parodontaal cement
Onderdeel van de anatomie van de tanden en kiezen in ons gebit is het cement. Dit cement op onze tanden en kiezen is een heel dun en hard laagje en is erg belangrijk voor de tandophanging. Het is namelijk een plek waar verankering plaatsvindt, zodat tanden goed vast blijven zitten in onze mond. Tussen het kaakbot en het tandopperplak zijn vezels aanwezig (het zogenaamde parodontale ligament). Hierdoor is er enige beweging mogelijk, zodat krachten goed kunnen worden opgevangen.
Anatomie tandophanging: parodontium
Het parodontium wordt aangeduid als het systeem dat zorgt voor de ophanging van de tanden en kiezen in de mondholte. Daarnaast zorgt het voor de beweging van de tanden en beschermt het tand omliggende weefsels.
De onderdelen van het parodontium:
- Het parodontaal ligament (PDL)
- De gingiva (tandvlees)
- Het alveolaire bot
- Het cement
Opvallend is dat de eerste drie een hoge turn-over hebben. Dit houdt in dat de het ze snel worden vervangen zonder dat de structuur en organisatie van het originele weefsel verandert. Cement heeft dit niet, onder normale omstandigheden vindt geen resorptie plaats.
Ontstaan parodontaal cement: Schede van Hertwig
Bij de vorming van de tanden en kiezen in een embryo vormt zich na enige tijd de Schede van Hertwig (
Hertwig's epithelial root sheath of HERS). Deze vormt zich door het binnenste en buitenste glazuurepitheel. Door celdeling groeit deze schede richting de onderkant van het element (tand of kies). Daar induceert het pulpacellen tot vorming van odontoblasten. Deze odontoblasten gaan worteldentine afzetten, zodat er een wortel aan het element komt.
Tand follikel: Eilandjes van Malassez
De wortel- en dentinevorming zijn een signaal voor de HERS om in "eilandjes" open te breken. Zo ontstaan de
eilandjes van Malassez. Cellen van de tandfollikel (weefsel rondom een element, tijdens de embryonale ontwikkeling), kunnen langs de eilandjes van Malassez migreren naar het worteloppervlak toe (wat dus bestaat uit dentine). Deze tandfollikel cellen differentiëren zich tot fibroblastachtige wortelvliescellen (zoals in het parodontaal ligament). Deze zetten een bepaalde kitlaag (eiwitten) af op het worteloppervlak en zorgen zo voor een start van de vorming van cement.
Alkalische fosfatase zorgt voor verkalking van de matrix.
Soorten tand cement
Er zijn twee typen cement:
- Acellulair cement
- Cellulair cement
Zoals de naam al aangeeft bevat cellulair cement cellen en de andere niet. Maar er zijn nog belangrijkere verschillen. Accelulair cement bevat extrinsieke vezels en cellulair intrinsieke vezels. Daarnaast is er nog een verschil in locatie. Accelulair bevindt zich op het bovenste 2/3-deel van de wortel. Cellulair cement bevindt zich op de onderste 1/3-deel van de wortel en tussen de wortels (furcaties), bij meerwortelige kiezen (molaren en sommige premolaren).
De vorming van acellulair cement gaat veel langzamer dan dat van cellulair. Want wanneer de tand in occlusie begint te komen (het element raakt een tand of kies van de andere kaak, boven of onder), stoppen de fibroblastachtige cellen van het PDL en starten cementocyten met de vorming van het cellulair cement.
Verplaatsing orthodontist
Cement is een soort resistent tegen cement afbrekende cellen (osteoclasten of cementoclasten). Dit biedt voordelen: een orthodontist kan zo bijvoorbeeld de tanden in de kaken verplaatsen. Hierbij wordt dan alleen alveolair bot afgebroken en aangemaakt.
Noot: bij de mens komt puur cellulair cement niet voor, alleen in combinatie met acellulair cement.
Functie wortelcement
Cement vormt een aangrijpingspunt voor collageenbundels van het parodontaal ligament (PDL). Deze collageenbundels zitten dan vast in het cement. In het cement zitten
vezels van Sharpey die de bundels collageen vastzetten aan de tand (dentine) of in het bot. Als je door een afwijking geen cement maakt, dan krijg je dus last van loszittende tanden.
Morfologie van de pulpa
Tot slot nog een kleine opsomming van de structuren in het binnenste van de tand (het cement is immers het buitenste), de zogenaamde pulpa (tandpulpa):
- Zone van Weil = subodontoblastenlaag, celarm gebied
- Pulpodentine-pseudomembraan = de aan de predentinekant ter plaatse verdikte celwand die schijnbaar continue is met die van de odontoblasten.
- Vezels van Tomes = celuitloper van de odontoblast in de dentinetubulus.
- De mogelijke relatie tussen zenuwvezels en odontoblastenuitlopers = vanuit de vaatplexus gaan zenuwvezels tussen de odontoblasten door via het predentine sommige dentinetubuli in.
- Sensibele zenuwvezels = verzorgen innervatie, oorsprong in ganglion terminale.
Tot slot
Lees ook de special
aandoeningen aan de tanden en tandvlees of
mondverzorging en vind alle informatie over uw mond en gebit.