Bodies: tentoonstelling plastinatie van Gunther von Hagens

Plastinatie: Gunther von Hagens
De plastinatiemethode heeft Gunther von Hagens in 1977 aan het Instituut voor Anatomie van de Universiteit van Heidelberg uitgedacht. In de periode tussen 1977 en 1982 gepatenteerd en sindsdien voortdurend verder ontwikkeld.Het begrip plastinatie is een nieuw woord. De oorspronkelijke benaming "kunststofimpregnatie van biologisch-vergankelijke preparaten", zoals Von Hagen de plastinatie in de eerste patenten van 1977/78 noemde, was zeer abstract en zeer ongeschikt voor het verbreiden van de technologie. Omdat het begrip plastificering in de kunststofchemie al een andere betekenis had, moest Von Hagen een andere term bedenken.
In een café in Wenen zei hij: "Plastination teaches nation". Want BIODUR (de handelsnaam voor plastinatiekunststoffen) behoudt de structuur en kan lang worden behouden. Sindsdien wordt het begrip gebruikt. In sommige bronnen wordt het begrip daarentegen afgeleid van het Griekse plassein (= vormen). Maar het lijkt mij meer op zijn plaats om de bedenker van de techniek de eer te geven.
Conserveringsmethoden
Er zijn verschillende technieken om met overledenen om te gaan. Je kunt er voor zorgen dat ze verteerd worden of je kunt zorgen dat ze behouden worden en dat laatste doe je door middel van conserveren. Je kunt conserveren volgens de volgende methoden:- Mummificatie
- Balsemen
- Plastinatie
De hoofdwerking van plastinatie, balseming en kunstmatige mummificatie komt wel redelijk met elkaar overeen. Men vervangt organen of lichaamsvocht voor materialen die niet zo snel of helemaal niet verteren, of men wast de organen, zodat er ook geen bacteriën meer op/in zitten, die de vertering in gang kunnen zetten. Al deze conserveringstechnieken zijn er dus op gebaseerd, dat bacteriën uitgeschakeld worden. De ontbindingsprocessen worden zo aanzienlijk bemoeilijkt danwel gestopt.
Plastineer-techniek
De methode berust op volledige ontwatering van het preparaat door dit eerst in zuiver acetonte leggen, en die een aantal malen te vervangen, waarna aan de aceton een dun vloeibaar siliconenmonomeer wordt toegevoegd, en de aceton heel langzaam door verdamping onder vacuüm aan het mengsel wordt onttrokken, waardoor het monomeer in de cellen wordt getrokken. Dit kan weken tot maanden duren, afhankelijk van de dikte van het preparaat.Als uiteindelijk al het intracellulaire (binnen de cellen) water door het siliconenmonomeer is vervangen wordt het preparaat uit het bad genomen en door inwerking van een gasvormig reagens de polymerisatie gestart. Hierdoor wordt het lichaam gehard en krijgt het uiteindelijk een stevige structuur. Wil men slechts een bepaald weefsel hebben, dan kan door middel van sterke zuren het omliggende weefsel worden weggehaald, zodat het gewenste deel overblijft (bijvoorbeeld de bloedvoorziening in de longen).