Pseudowetenschap: menselijke zelfontbranding
De wetenschap van de 20e eeuw wil het verschijnsel van de menselijke zelfontbranding begrijpelijkerwijs niet erkennen. Het komt daarom dan ook niet voor in de Internationnal Classification of Diseases, de lijst van alle bekende ziekten die is samengesteld door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Evenmin wordt het genoemd in de Index Medicus, de index op de biologische en medische litteratuur van de Amerikaanse National Library of Medicine.
Ondanks alle bewijzen door politie en brandweer beschouwen gerechtelijke lijkschouwers, pathologen, experts op het gebied van het ontstaan van branden en het merendeel van de overige beoefenaren van de natuurwetenschappen de schijnbaar onweerlegbare gevallen van menselijke zelfontbranding als onvoldoende onderzocht.
Straf van God
Een dergelijke kritische houding heeft men in het verleden niet altijd aangenomen. In de 17e en 18e eeuw werd zelfontbranding, vooral die van dronkaards, beschouwd als een straf van God. De vorderingen op het gebied van de biologie en chemie leidden in de 19e eeuw tot het zoeken naar wat wereldser oorzaken. Men kan rot de volgende opsomming van een aantal bijkomende mogelijkheden die alleen, of in combinatie zouden kunnen leiden tot zelfontbranding:
- de gassen in de ingewanden zijn ontvlambaar;
- een lijk produceert ontvlambare gassen;
- hooischelven en composthopen kunnen de warmte ontwikkelen om te komen tot zelfontbranding;
- sommige elementen en componenten komen vanzelf tot ontbranding wanneer zij aan de lucht worden
- blootgesteld. Dit is bijvoorbeeld het geval bij fosfor, dat een component vormt van het menselijk lichaam;
- sommige inerte chemicaliën gaan alleen verbindingen aan om explosieve componenten te vormen;
- uit het licht geven van bepaalde insekten en vissen blijkt de mogelijkheid van een inwendig soort ‘vuur’;
- oliën en vetten, die in overvloed in het menselijk lichaam voorkomen, zijn een goede brandstof;
- door statische elektriciteit ontstaan vonken die onder bepaalde voorwaarden een menselijk lichaam in
- brand kunnen steken.
Onbegrijpelijk
Er kwamen echter steeds meer bewijzen dat niet één van deze mogelijkheden de oorzaken kan zijn van een menselijke zelfontbranding. Sinds het einde van de 19e eeuw vindt men het onbegrijpelijk dat een menselijk lichaam met zijn hoge gehalte aan water en betrekkelijk weinig vetten tot ontbranding kan komen. Deze onbegrijpelijkheid kan echter te maken hebben met onwil — met het niet in aanmerking willen nemen van mogelijkheden die zich wel degelijk blijken voor te doen. Wat al te gemakkelijk worden dergelijke mogelijkheden genegeerd.
Ontvlambare gassen die door de spij svertering zijn ontstaan, kunnen zich in het lichaam opeenhopen en een ongeluk veroorzaken. Een Engelse geestelijke in deze conditie kreeg eens de waarschuwing dat hij na afloop van de dienst maar beter niet zelf de kaarsen uit kon blazen. Zijn adem zou vlam kunnen vatten.
Statische elektriciteit blijkt heel geschikt om dergelijke branden te ontsteken, ongeacht waardoor ze later worden gevoed. Volgens het Fire Protection Manual, een handboek van de Amerikaanse National Fire Protection Association, kan zich in het menselijk lichaam voor duizenden volt aan statische lading opeenhopen. Van sommige mensen is bekend dat zij een nog veel grotere lading hebben opeengehoopt, soms tot 30.000 volt toe.
Doorgaans wordt deze elektriciteit via de haren op een onschuldige manier ontladen. In bijvoorbeeld fabrieken van brandbare materialen of operatiekamers van ziekenhuizen waar gasvormige verdovende middelen worden toegepast, doen zich vluchtige omstandigheden voor waardoor dergelijke mensen tot ontploffing kunnen komen. Door zo’n explosie is, voor zover bekend, echter nog nooit iemand volledig tot as verbrand, terwijl de kamer en het meubilair ongedeerd bleven.
Als andere natuurkundige oorzaken voor een menselijke zelfontbranding zijn nog geopperd: vuurbollen, de bliksem, inwendige atoomexplosies, laserstralen, de straling van microgolven, hoogfrequente geluidsgolven en aardmagnetische uitvloeiing. De manier waarop dit zou moeten gebeuren, is echter onverklaarbaar. Dit laatste geldt trouwens al evenzeer voor de menselijke zelfontbranding op zichzelf.