Waar of niet waar: Monsters
Volgens ooggetuigeverslagen moeten er diverse soorten van monsterachtige onderwaterdieren bestaan. Enkele konden voorlopig worden geïndentificeerd. De waterwezens met de enorme tentakels waar reeds de oude Grieken en Romeinen zo van zijn geschrokken, en die door Noorse zeelieden kraken worden genoemd, rekenen de meeste deskundigen tot de reuzen-pijlinkvis.
Geen vis, maar ook geen verzinsel
Rond aanduidingen als ‘zeeslang’ en ‘watermonster’ hangt een waas van geheimzinnigheid. Zij suggereren dat de wonderlijke dieren die ermee worden bedoeld, buiten de werkelijkheid staan. Toch zijn er duizenden betrouwbare rapporten over het bestaan van dergelijke dieren — van Siberië tot in Schotland en waar ook elders ter wereld maar diep water voorkomt. Tal van mensen die verder niets met elkaar te maken hadden, hele groepen van wel tweehonderd man sterk, hebben bij herhaling dit soort wonderlijke wezens te zien gekregen. Soms waren de mysterieuze wezens daar kennelijk ook zelf op uit, en keerden zij dagelijks terug om iedereen de kans te geven hen te bewonderen.
Vast staat dat het om meer dan één bepaald wezen gaat. Volgens ooggetuigeverslagen moeten er diverse soorten van dergelijke onderwaterdieren bestaan. Enkele konden voorlopig worden geïndentificeerd. De waterwezens met de enorme tentakels waar reeds de oude Grieken en Romeinen zo van zijn geschrokken, en die door Noorse zeelieden kraken worden genoemd, rekenen de meeste deskundigen tot de reuzen-pijlinkvis. De zoöloog Bernard Heuvelmans onderscheidt negen verschillende soorten zeeslangen. Hij kan het bestaan van een pijlinktvis met in totaal 75 meter tussen de uiteinden van de tentakels, staven met de nodige bewijsstukken. Dr. Roy Mackal, de welbekende jager op de mokele-nbembe, oppert dat een hem bekende reuzenoctopus met een lengte van over de 60 meter ook heel goed de Noorse kraken kan zijn.
Simpele verklaringen
Sommige nogal misleidende verschijningen van watermonsters laten zich verrassend simpel verklaren. Roy Mackal kan het monster van de White River in Arkansas op grond van de talrijke ooggetuigeverklaringen gemakkelijk identificeren. ‘Dit is nu’, zo schrijft hij, ‘een voorbeeld van een bekend waterdier dat buiten zijn normale omgeving is waargenomen. Daardoor konden de toeschouwers, die deze soort niet kenden, het ook niet herkennen. Het dier in kwestie is ongetwijfeld een grote mannelijke zeeolifant’ — die dan wel in zijn eentje de Mississipi moet zijn opgegaan en in de White River is terechtgekomen.
Mackal doet nog meer interessante suggesties, die hij baseert op natuurkundige verschijnselen en op de mogelijkheid dat sommige soorten die elders al lang zijn uitgestorven, zich hier en daar kunnen hebben gehandhaafd. Zo kan zijns inziens een grote, verticaal golvende zeeslang heel goed een zeuglodon zijn, een primitieve walvis met tanden die lang zou zijn uitgestorven. Er zou nog een kleine populatie zeuglodons kunnen bestaan, Zij zijn dan levende fossielen, zoals ook de coelacant, de krokodil en de eerbiedwaardige reuzenschildpad van de Galdpagoseilanden.
Het monster van het Okanagan Lake, dat van het Champlainmeer, en de zeeslangen bij British Columbia beantwoorden aan de beschrijving van de zeuglodon.
Japanse wetenschappers die de vondsten van de Zuiyo Maru (ook een onderwatermonster) bestudeerden, kwamen schoorvoetend tot de conclusie dat hier sprake kon zijn van een plesiosaurus. Nu is het interessant dat de opnamen van het Monster van Loch Ness een opmerkelijke gelijkenis vertonen met deze plesiosaurus, een groot waterreptiel uit het Mesozoïcum dat al meer dan 70 miljoen jaar geleden zou zijn uitgestorven. Volgens Denis Meredith, een van de leden van de expeditie die in 1976 naar het Loch Ness is getrokken, ‘komt een bepaald type plesiosaurus, de elasmosaurus, nog het meest in aanmerking.’
Karakteristiek voor dergelijke waterdieren of -monsters is dat zij angstaanjagend zijn, of het nu een plesiosaurus is, een zeuglodon, of iets anders in dit genre. Dit beïnvloedt uiteraard de waarneming van de min of meer toevallige toeschouwers, die soms helemaal vergeten dat zij een camera in de aanslag hebben, of die in het gunstigste geval hun lens verkeerd instellen.
Troetelnamen
Dit neemt niet weg dat veel van dergelijke ongewone waterdieren alleraardigste troetelnamen hebben gekregen. Nessie is misschien het oudste voorbeeld, en daarnaast zijn er Champ van het Champlainmeer, gopogo van het Okanagan Lake, Igopogo van het Lake Simcoe bij Toronto, Manipogo van het Manitobameer, Chessie, de zeeslang van de Chesapeakebaai, Slimy Slim of Sharlie van het Payette Lake in Idaho, en Whitey van de Wite River in Arkansas. Het zijn stuk voor stuk toeristische trekpleisters, met alles wat daar bij hoort
© 2008 - 2024 Sophocles, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Het monster van Loch NessHet monster van Loch Ness is een legende over een monster dat in het meer Loch Ness, in Schotland leeft. Wie is Nessie?…