Pseudowetenschap: Wilde kinderen
In de loop van de geschiedenis zijn in de samenleving van tijd tot tijd kinderen opgedoken die kennelijk ‘wild’ waren, in die zin dat zij vanzelf waren opgegroeid, of grootgebracht door dieren.
Kan een kind, geheel alleen en in het wild in leven blijven? Kan het worden geadopteerd door wolven of beren, apen of gazellen? En, wanneer zo’n kind van de natuur naar de menselijke samenleving wordt overgebracht, is het dan hopeloos achterlijk en een overblijfsel van het dierlijke in de mens of is het dan een nobele wilde, vrij van alle verdorvenheden van de samenleving?
Het voorzover bekend oudste geval waatover is geschreven, betreft de ‘wolfsjongen’ die in het jaar 1344 werd opgepakt in het Duitse vorstendom Hessen. Nadien zijn herhaaldelijk kinderen gevonden van wie veel mensen geloofden dat zij door dieren moesten zijn opgevoed. Anderen echter beschouwden hen als verweesde kinderen die aan hun lot waren overgelaten omdat zij achterlijk waren — of werden omdat zij niet met andere mensen in aanraking kwamen.
Kamala en Amala
Een goed bestudeerd geval uit deze tij dis dat van Kamala en Amala, de wolvekinderen uit Midnapore in India. Rev. J.A.L. Singh, die aan het hoofd stond van een weeshuis waaraan een school was verbonden, hoorde in 1920 verhalen over manush-baghas ofwel mensdieren: schimmige figuren die waren gezien te midden van de wolven die hun hol hadden in een verlaten termietenheuvel. Zelf kreeg hij deze ook op een avond te zien. De volgende dag keerde hij met wat helpers terug naar de heuvel om deze uit te graven. Twee wolven namen de vlucht, een wolvin viel de indringers aan, die haat moesten neerschieten. In het hol vond Singh twee meisjes van naar schatting acht en twee jaar oud, die tegen twee wolfsjongen aan lagen.
Hij bracht de meisjes naar zijn weeshuis om te doen wat hij als zijn christenplicht beschouwde: hen te vermenselijken. Dit was verre van eenvoudig omdat zij op handen en voeten liepen, het daglicht schuwden, een wolvegehuil aanhieven voorzover hun menselijke stem dit toeliet, en liever vlees aten, zelfs bedorven vlees, dan groenten en meelsprijzen. Amala, de jongste, overleed nog geen jaar nadien. Kamala leefde nog negen jaar en leerde rechtop lopen en een beetje praten, al bleef zij voortdurend achter bij de andere kinderen.
Autistisch?
De geloofwaardigheid van het relaas van Singh wordt door de meeste onderzoekers bevestigd. Arnold Gesell, een deskundige op het gebied van de ontwikkelingen bij zeer jonge kinderen, heeft aan Amala en Kamala een boek gewijd. Een afwijkende visie geeft de psycholoog Bruno Bettelheim in een verhandeling uit 1959. Hij betoogt dat Amala en Kamala in werkelijkheid autistische kinderen moeten zijn geweest die door hun ouders in de steek waren gelaten.
Dit concludeert hij uit de overeenkomsten in het gedrag van autistische kinderen (van wie er aan zijn zorgen waren toevertrouwd) en het gedrag van Amala en Kamala zoals dit door Singh is beschreven. Bettelheim en anderen wijzen er voorts op dat mensen die bij voorbaat geloven dat zij te maken hebben met een door dieren opgevoed kind, door ieder dierlijk gedrag van zo’n kind in hun geloof zullen worden bevestigd.
Gazellejongen
Een dergelijke voorzichtigheid lijkt niet geboden in het geval van de gazellejongen die de Franse antropoloog Jean-Claude Armen in 1970 te zien heeft gekregen in de Spaanse Sahara. Hij beschrijft hem als ‘een naakte menselijke gestalte (...) slank en met lang zwart haar, die met enorme sprongen temidden van een lange stoet gazellen mee galoppeerde.’
De jongen ‘liet zijn volle gewicht rusten op de voorvoet, liet vrijwel geen sporen na in het zand en bewoog zich met een zeldzame souplesse.’ De antropoloog was er van overtnigd dat deze jongen van een jaar of tien zich volledig had aangepast aan het leven in de kudde, tot het elkaar likken en besnuffelen toe, zoals gazellen dit doen.
Zijn aanpassing was zo opmerkelijk dat Armen zich afvtoeg: ‘Hoe kan een achterlijk kind, zoals al wordt het “geholpen” door dieren, blijven voortbestaan in de barre wereld van de woestijn?’ De traumatische ervaringen en de ontwrichting als gevolg van de gevangenschap kunnen zijns inziens tot gevolg hebben dat dergelijke kinderen de indruk wekken achterlijk te zijn.
‘Wilde kinderen zijn altijd een gewild thema geweest in sagen, legenden en romans — van Romulus en Remus in het oude Rome tot de Tarzan van Edgar Rice Burroughs en de Mowgli van Rudyard Kipling.
© 2008 - 2024 Sophocles, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
De stichting van RomeToen Romulus en Remus volwassen waren wilden ze een stad stichten op de plaats waar ze zijn achtergelaten bij de rivier.…
Wolfskinderen: wilde kinderenWolfskinderen zijn kinderen die zonder contact met mensen zijn opgegroeid en daardoor verwilderd zijn. Een bekend verhaa…
Waar of niet waar: MonstersVolgens ooggetuigeverslagen moeten er diverse soorten van monsterachtige onderwaterdieren bestaan. Enkele konden voorlop…