Nature of Nurture? Hoe wordt een mens gevormd?
Vele uren hebben psychologen en onderzoekers met elkaar gediscussieerd over dit antwoord. Het debat over nature versus nurture is namelijk al jaren gaande, met veel overtuigend bewijsmateriaal aan beide kanten. Velen zeggen dat onze omgeving volledig bepaalt hoe wij ons als mensen ontwikkelen, anderen beweren juist het tegenovergestelde. Zij claimen dat de biologie van een mens bepalend is. Hoe wordt een mens daadwerkelijk gevormd?
Hoe wordt een mens gevormd?
Het Nature versus Nurture debat is in de psychologie een veel besproken onderwerp. Het nature versus nurture vraagstuk heeft te maken met de vraag of genetische bepalingen ons vormen tot wie we zijn of ons milieu/omgeving dit doet. De genetica (biologie) is de nature kant en de omgeving is de nurture kant. Er zijn veel psychologen die stellen dat maar één kant van invloed is, terwijl andere psychologen weer geloven dat nature en nurture beide invloed hebben maar niet in gelijke waarde. Echter denken de meeste hedendaagse psychologen dat beide een effect hebben op het ontwikkelen van een type persoon.
- Ben je wel eens bang geweest zonder dat je precies wist waarom je bang was?
- Heb je bepaalde angsten omdat de maatschappij je heeft aangeleerd om bang te zijn?
- Heb je je ooit afgevraagd waarom je dezelfde houding als een lid van je familie aanneemt?
- Is het dankzij de biologie of door het feit dat je samen bent opgegroeid met deze persoon?
Veel vragen als deze hebben ons gedwongen om onszelf af te vragen wat de werkelijke oorzaak van dit alles is.
Nature: de biologie van de mens
Nature is de genetica (biologie) van de persoon. We erven vele trekken van familieleden zoals haarkleur, oogkleur, hoogte, enzovoorts. Dit zijn eigenschappen die gewoonlijk niet door de natuur worden gewijzigd. Ze zijn een deel van onze genen die gecodeerd zijn op onze chromosomen. Het is een bekend feit dat dit alles voortkomt uit de genetica, laat daar geen twijfel over bestaan. Wat de echte vraag is, als het gaat om de nature, is of de meer abstracte eigenschappen (gedrag, temperament, angst, persoonlijkheid, enzovoort) ook uit de genen voorkomen.
Studies met tweelingen / adoptie
Studies met tweelingen / adopties worden vaak uitgevoerd om de nature versus nurture kwestie te testen. Het volgens gebeurd er tijdens een tweeling / adoptie studie. Twee identieke tweelingen worden gescheiden bij de geboorte en leven in twee verschillende delen van de wereld en deze twee verschillende families (zowel niet-biologische) wordt vergeleken. Vaak schokkende resultaten worden gevonden wanneer de tweelingen samen worden gebracht en hun leven bespreken. Wat geregeld gebeurd is dat een tweeling in twee totaal verschillende omgevingen opgroeien, maar toch sterk vergelijkbare kenmerken hebben, zoals dezelfde interesse, talenten, persoonlijkheid, gedrag, enzovoorts. Dit is een bewijs dat de genetica (biologie) een effect heeft op de manier waarop mensen zich gedragen.
Nurture: de omgeving
Nurture heeft te maken met onze omgeving. De vraag aan de nurture kant van deze kwestie is de vraag of de omgeving invloed heeft op het type mens die hij of zij zal worden. Neem als voorbeeld dat nurture inderdaad de oorzaak is van iemands gedrag, houding, persoonlijkheid,enzovoort. Dit zou betekenen dat anderen die de persoon omringen een bepaald gedrag kunnen beïnvloeden. Dit zou betekenen dat een persoon niet geboren wordt met een persoonlijkheid, maar het de mensen in zijn of haar leven of in de samenleving zijn die de aard van de persoon zullen vormgeven.
Tabula Rasa
Britse filosoof John Locke was het eens met de nurture kant van deze kwestie en geloofde dat iedereen wordt geboren als een Tabula Rasa, Latijn voor 'onbeschreven blad'. Hij geloofde dat bij de geboorte, de geest een schone lei is en dat onze ervaringen het schrijven op deze leien wordt. Volgens deze theorie, zijn we geboren zonder kennis van wat we moeten vrezen of hoe we moeten handelen. Het is aan onze omgeving om ons te leren hoe te handelen en zich gedragen.
Little Albert
In 1920 werd een experiment uitgevoerd door John B. Watson en zijn assistent Rosalie Rayner aan de Johns Hopkins University. Dit experiment omvatte een 11 maanden oud kind, Albert. In dit experiment kreeg Albert een witte rat te spelen via een natuurlijke stimulus. Albert toonde geen angst voor de rat en de rat en Albert raakte vertrouwd. Later in het experiment werd de rat weer naar Albert gebracht maar met een luid rammelend geluid. De kleine Albert was bang vanwege het onaangename lawaai en begon te huilen. De luid gerammel geluid was de ongeconditioneerde stimulus die resulteerde in een ongeconditioneerde respons. Na een tijdje van blootstelling aan de rat tezamen met het lawaai, werd Albert blootgesteld aan de rat alleen, zonder het geluid. De rat werd nu een geconditioneerde stimulus. Dit zorgde ervoor dat Albert elke keer als hij de rat zag moest huilen, in verwachting op een hard geluid dat zou komen. Hij vreesde nu de rat omdat hij vreesde voor het lawaai. Dit was een geconditioneerde reactie. Nadat Albert werd geleerd te vrezen voor de rat, voerde Watson het experiment verder uit door de invoering van andere harige objecten, waaronder een zwarte rat, een hond en een kerstman masker met een harige baard. Albert vreesde al deze dingen. Kleine Albert werd geleerd te vrezen vanuit het nuture perspectief.
Is er een conclusie?
Er is aangetoond dat er een grote hoeveelheid bewijsmateriaal bestaat dat zowel nature als nurture de bron van ons bestaan onderbouwt. Voor beide kanten is overtuigend bewijs en na al die jaren zijn psychologen en onderzoekers het nog altijd niet eens.
- Ja, de natuur heeft invloed op ons voor het simpele feit dat we soms exact dezelfde kenmerken van familieleden delen of door het feit dat een tweeling dezelfde interesses en persoonlijkheden deelt, ook al hebben ze elkaar nooit ontmoet .
- En ja, nurture heeft invloed op ons en kunnen we aan de hand van het bewijs door het Albert experiment alleen al zien. En van zulke experimenten zijn er nog velen die aansluiten bij de theorie dat nurture ons vormt.
Nature en nurture zijn beide een onderdeel van ons leven maar zal bij de één in hogere mate tot uiting komen dan bij de andere. Onderzoekers zijn het hier nog altijd niet over eens, maar wat denk jij hierover?