Moerasspirea, onze reumaplant, nuchter bekeken
Filipendula ulmaria is een overblijvende plant. Het wortelstelsel bestaat uit een dikke, vlak onder de grond kruipende wortelstok, met daaraan dunne uitlopers. De bladeren zijn samengesteld uit vijf paar ovale, 2-8 cm grote, bladeren. Moerasspirea bloeit van juni tot augustus met grote roomwitte, zoetruikende bloemtrossen, vandaar de Engelse benaming meadowsweet. De bloemetjes zelf zijn klein met 2-5 mm grote kroonblaadjes. Typisch zijn de mooi, gedraaide zaadjes.
Volksgeneeskundig gebruik
Als kruidenmiddel worden vooral de bloemen van Filipendula ulmaria gebruikt. Spiraeae flos, de gedroogde bloemen hebben geel-witte kroonbladeren. Ook wat gesloten bloemknoppen en enkele spiraalvormige vruchtjes worden in het gedroogde materiaal aangetroffen. De bloemen maar vooral de gekneusde stengels ruiken sterk naar methylsalicylaat en zijn door de aanwezigheid van looistoffen samentrekkend, verdrogend op de slijmvliezen. Het voelt aan alsof je heel lang gepraat hebt. In de vorm van een thee worden de bloemen gebruikt als ondersteunende behandeling bij verkoudheid; de bloemen hebben een diaforetische (zweetdrijvende) werking. Aan de bloemen worden ook urinedrijvende eigenschappen toegeschreven. Leclerc bijvoorbeeld, beschrijft het gebruik van moerasspirea bij verschillende vormen van oedeem (waterzucht) waaronder ascites, oedeemvorming in de ledematen en vochtophoping in de gewrichten. Dezelfde auteur meldt tevens gunstige resultaten te hebben verkregen bij verschillende patiënten met acute gewrichtsreuma.
In de volksgeneeskunde oa bij Broeder Aloysius word moerasspirea ook toegepast bij blaas- en nierontstekingen, en bij reuma en jicht. Filipendula ulmaria wordt ook beschouwd als een goede remedie bij verschillende stoornissen van het maag-darm kanaal; ingewandontstekingen en diarree zouden goed reageren op moerasspirea. Tenslotte wordt de plant uitwendig toegepast bij ontstekingen, (brand)wonden en insektenbeten.
Inhoudstoffen van Moerasspirea
De bloemen van moerasspirea zijn veruit het best onderzocht. De belangrijkste verbindingen in de bloemen zijn salicylzuurderivaten, zeg maar aspirinestoffen en flavonoïden. De salicylaten komen voornamelijk in de vorm van glycosiden voor; het zijn monotropitine, spiraeine en isosalicine. De flavonoïden die zijn geïsoleerd uit de bloemen zijn quercetine, rutine, hyperoside (quercetine-3-galactoside), avicularine (quercetine-3-arabinoside), spiraeoside (quercetine-4'-glucoside). In de bloemen is spiraeoside in de hoogste concentratie (3,5 %) aanwezig, in de bloemtoppen (met de nog ongeopende, groene bloemknoppen) is het gehalte aan spiraeoside en hyperoside het hoogst (respectievelijk 0,7 % en 0,6 %). Behalve salicylaten en flavonoïden zijn ook looistoffen aangetroffen in de bloemen. Volgens Steinegger en Casparis bevatten de bloemen 10,3% looistoffen.
Immuunmodulerende en anti-inflammatoire werking van Filipendula ulmaria
Gebaseerd op het volksgeneeskundig gebruik werd F. ulmaria getest in enkele immunologische proeven. Het waterige extract van de gedroogde wortels kenmerkte zich door een sterke remming van het complement systeem en een invloed op sommige leucocyten, witte bloedcellen.
Het complement systeem is een onderdeel van het aspecifieke afweersysteem in ons lichaam. Het bestaat uit meer dan twintig eiwitten in het bloedplasma. Complement-activatie vindt plaats door een cascade-gewijze activering van deze eiwitten, vergelijkbaar met het proces van de bloedstolling. Gedurende dit proces worden verschillende produkten gevormd die een belangrijke rol spelen bij de afweer.
Salicylaten in Moerasspirea
In de literatuur wordt de therapeutische activiteit van Moerasspirea toegeschreven aan de aanwezigheid van salicylzuurderivaten. Inderdaad vertonen salicylaten farmacologische activiteiten die de voor F. ulmaria beschreven therapeutische effecten kunnen verklaren . Salicylaten werken koortsverlagend. Dit antipyretische effect wordt veroorzaakt door een werking op het centrale zenuwstelsel (i.e. het temperatuur-regulerende centrum in de hypothalamus) en door een bloedvatenverwijdend effect op de bloedvaten met als resultaat een verhoogde warmte-afgifte. De koortsverlagende werking van salicylaten verklaart mogelijk het gebruik bij verkoudheid en griep. Behalve een antipyretisch effect bezitten salicylaten pijnstillende en anti-inflammatoire activiteiten. Deze kwaliteiten worden toegeschreven aan een remming van de prostaglandine-aanmaak. Daarnaast remmen salicylaten onder meer de histamine aanmaak en verminderen ze de opslag van leukocyten (witte bloedcellen) in het ontstekingsgebied. Deze analgetische en anti-inflammatoire eigenschappen van salicylaten zouden van betekenis kunnen zijn voor de toepassing van moerasspirea bij reumatische aandoeningen.
Een eenvoudige en smakelijke reumathee
- Moerasspirea bloemen 50 gram
- Berkenblad 25 gram
- Zwarte besblad 25 gram
Bereidingswijze:
1 eetlepel per kopje, kokend water opgieten en 5 minuten laten trekken voor een smakelijke thee, of 10 minuten laten trekken voor een straffere werking. Werking is licht pijnstillende en ontstekingswerende werking, te gebruiken bij reumatische klachten.