Economie: wat is het verschil tussen recessie en depressie?
Sinds de globale economische crisis van eind oktober 2008 zijn economische termen schering en inslag in de actualiteit. Recessie, deflatie, depressie: het zijn maar enkele voorbeelden van begrippen die voor de man in de straat niet altijd even duidelijk zijn. Bij inflatie bijvoorbeeld merk je in het dagelijks leven dat de prijzen stijgen, terwijl bij deflatie je spaargeld meer waard wordt. In het journaal komen specialisten praten over procenten groei, conjunctuur en andere economische termen, waarbij het moeilijk is om door de bomen het bos nog te zien. Wat betekenen al die termen nu precies, en wat is het verschil ertussen?
Crisis economie
De overgang van een "normale" economische gang van zaken naar een economische recessie gebeurt via een economische
crisis. Een economische crisis is een plotse verslechtering van de economische toestand van een land of van meerdere landen. Bedrijven gaan failliet, werknemers verliezen hun baan en de algemene koopkracht wordt minder: het zijn typische symptomen van een economische crisis. Ook de toekomstperspectieven worden minder goed. Soms gaat de economische crisis gepaard met een crash van de aandelenbeurs, zoals bijvoorbeeld in het najaar van 2008. In sommige gevallen zijn het niet-economische factoren (bv. de pandemie veroorzaakt door het coronavirus in 2020) die kunnen leiden tot een economische crisis, en uiteindelijk zelfs tot recessie of depressie.
Economische vertraging
De vertraging van de economie is niet te verwarren met de economische recessie. Men gebruikt de term economische
vertraging wanneer de economie wel blijft groeien, maar aan een lager tempo. De groei van het Bruto Binnenlands Product ligt laag maar blijft positief. Vaak vormt de economische vertraging een overgang tussen een economische crisis en een economische recessie.
Economische recessie
We spreken van economische
recessie wanneer de economische activiteit op een relatief
lange termijn verlaagd is.
Meestal gebruikt men de term economische recessie wanneer het Bruto Binnenlands Product (BBP) van een land tijdens twee achtereenvolgende trimesters is afgenomen. Een recessie maakt deel uit van een laagconjucntuur in de economie en kan een keten van negatieve gevolgen in gang zetten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan reorganisatie van bedrijven waarbij werknemers ontslagen worden, bedrijven minder inkomsten hebben en de werkloosheidscijfers stijgen. Dit heeft ook weer een weerslag op de overheidsfinanciën doordat de staat minder belastingsinkomsten kan innen.
Economische depressie
De economische depressie is een toestand die nog een stap verder gaat dan de recessie. De economische
depressie is een ergere, langere toestand dan de recessie. Het gaat hierbij om een soms jarenlange vermindering van de productie en de consumptie. Een voorbeeld is de depressie van de
jaren dertig, waarbij de werkloosheid extreem hoog lag en de economie op sterven na dood was. In de nasleep van de beurscrash van Wall Street van 1929 was de economie er een heel decennium lang slecht aan toe. Deze situatie werd gevolgd door de Tweede Wereldoorlog, waarbij de wapenindustrie op volle toeren kwam te draaien.
Inflatie
Prijsstijging
Een economische crisis kan gepaard met een inflatie. Dat is een algemene
stijging van de prijzen waardoor de koopkracht van de consument daalt. Je spaargeld wordt op die manier minder waard doordat je er geleidelijk aan minder en minder producten kan van kopen. Toch gaan economen ervan uit dat een lichte vorm van inflatie gezond is voor de economie. Niet toevallig is het de taak van de Europese Central Bank (ECB) om te voorzien in een lichte vorm van inflatie in Europa, en dit omdat men ervan overtuigd is dat dit de economische groei op lange termijn kan verzekeren.
Traag of snel
Als de inflatie zich verderzet maar aan een trager tempo, dan spreken we van een
desinflatie. Versnelt de inflatie verder tot extreem hoge waarden dan spreekt men van
hyperinflatie. Bij hyperinflatie stijgen de prijzen zelfs dag per dag waardoor er een paniek bij de consument kan ontstaan. Een voorbeeld hiervan is de hyperinflatie in Duitsland in de jaren twintig of in Rusland op het einde van de jaren negentig.
Deflatie
Het tegenovergestelde van de inflatie is de
deflatie. Dit is een algemene daling van de prijzen ten gevolge van een economische vertraging of een verminderde vraag. Een deflatie kan soms samengaan met een stijging van de productie en de werkgelegenheid. Bij deflatie wordt je spaargeld meer waard doordat je er meer dingen van kan kopen. Op langere termijn wordt deflatie echter gezien als een negatieve zaak doordat de consument geneigd zou zijn om met zijn aankopen te wachten in de verwachting dat prijzen nog verder zullen dalen.