De gloeilamp was onmisbaar in ieder huishouden
Eén van de uitvindingen die misschien wel de meeste impact heeft gehad op onze geschiedenis is de ontdekking van de elektra. Direct daaraan verbonden is natuurlijk de gloeilamp. De uitvinding hiervan heeft de 24-uurs economie eigenlijk wel een start gegeven, en leek tot voor kort onmisbaar in ieder huishouden. Op Europees niveau is per 1 september 2012 de gloeilamp verboden.
De mythe rondom het ontstaan van de gloeilamp
Thomas Alva Edison heeft zijn gloeilamp heel bewust ontwikkeld (ontdekt) in oktober 1879. Hij zou volgens de mythe 1600 verschillende materialen hebben geprobeerd of deze als pit konden fungeren. Op deze manier is de hoefijzerlamp ontstaan, een wereldwonder volgens de inwoners van New York, die allen massaal uitliepen om een glimp van de gloeilamp op te vangen.
Hoe werk een gloeilamp
Het lijkt eigenlijk heel simpel. In een gloeilamp is een inert gas (argon) verwerkt, dit moet het doorbranden van de gloeidraad voorkomen. De draad in de gloeilamp is gemaakt van wolraam en door dit draadje wordt de elektriciteit gestuurd. Het draadje wordt heet, gaat gloeien, en begint licht uit te stralen.
Waar bestaat een lamp uit
- De bol van de lamp is van glas
- In de bol bevindt zich de wolraam draad met de steundraden
- Onder de steundraden bevindt zich de zogenaamde glazensokkel
- Onder de glazensokkel bevindt zich de Imaphouder
- Onder de bol bevindt zich de zogenaamde fitting en contactpunt.
Geschiedenis van de gloeilamp
Al in 1801 was het de Britse scheikundige Humphry Davy (geboren op 17 december 1778 in Penzance en overleden op 29 mei in Geneve) die al met platinadraad bezig was om elektrisch licht te produceren. Hiervoor liet hij gloeien: platina en een staafje houtskool, dat verbonden was met de polen van Volta. Helaas voor Davy verbrandde dit gelijk. Volta was namelijk niet goed bruikbaar als stroombron, evenals de gebruikte materialen. De wereld zou moeten wachten op Thomas Edison, die de gloeilamp in 1881 zou presenteren.
Tot na de uitvinding van Edison werd er gebruik gemaakt van verlichting waar vuur bij aan te pas kwam, vernoemd naar hun energiebron. Deze zogenaamde vlamlampen branden op olie, gas of petroleum.
Eindelijk was het dan zover, het is 1881. Tijdens de wereldtentoonstelling, die in Parijs werd gehouden, werd de elektrische gloeilampen verkocht. Deze allereerste gloeilampen waar zeer geschikt voor het verlichten van woonkamers. Een voorwaarde hierbij was wel dat deze lampen werden aangesloten op een leiding. Deze leiding stond in verbinding met een dynamo.
Dan ontwikkeld de in 1858 geboren Oostenrijker Carl Auer Freiherr het gloeikousje. Deze gloeilamp gaf nog witter licht dan de gloeilamp van Edison. De lamp kreeg de naam “lampe a ìncadescence parle gaz”.
Thomas Edison
Op 11 februari 1847 wordt Thomas Alva Edison geboren in Amerika (Zijn grootouders waren van Nederlandse komaf). Hij kocht uitvindingen op en octreerde zijn eigen naam. Wanneer Edison vond dat deze uitvindingen potentie hadden, verbeterde hij deze en bracht ze op de mark. Op deze manier presenteerde hij de gloeilamp met een brandtijd van 150 uren. Het principe van de luchtledige lamp was reeds eerder bedacht door de uit Duitsland afkomstige Heinrich Göbel. Laatstgenoemde vocht het aangevraagde octrooi door Edion aan, met succes.
Edison, die doof was, bracht verbeteringen in de vele ontwerpen die al waren ontwikkeld en op de markt waren. In ons eigen Friesland waren er in de straten al elektrische booglampen voordat Edison met de koolstoflamp kwam. Eigenlijk was de koolstoflamp ook al voor de uitvinding van Edison geïntroduceerd, namelijk door Joseph Swan in Newcastle.
Toen Edison in 1931 overleed had hij in ieder geval een record op zijn naam staan, namelijk die van de meeste octrooien op zijn naam. Hij had 1400 geregistreerde octrooien.