Klassering micro-organismen
Micro-organismen zijn ingedeeld in vier verschillende klasses. Laboratoria kunnen verschillende werkklassen krijgen en dit geeft dus aan met welke soorten micro-organismen gewerkt mag worden.
Micro-organismen:
Cellulaire en niet-cellulaire micro-biologische entiteiten met het vermogen tot vermenigvuldiging of tot overbrenging van genetisch materiaal, daaronder mede begrepen virussen en viroïden.
Micro-organisme van klasse 1:
Micro-organisme dat in ieder geval voldoet aan één van de volgende voorwaarden:
- het micro-organisme behoort niet tot een soort waarvan vertegenwoordigers bekend zijn die ziekteverwekkend zijn voor mens, dier of plant;
- het micro-organisme heeft een lange historie van veilig gebruik onder omstandigheden waarbij geen bijzondere inperkende maatregelen worden getroffen;
- het micro-organisme behoort tot een soort die vertegenwoordigers bevat van klasse 2, 3 of 4, maar de stam in kwestie bevat geen genetisch materiaal dat verantwoordelijk is voor de virulentie;
- van het micro-organisme is het niet-virulente karakter met adequate tests aangetoond;
Micro-organisme van klasse 2:
Micro-organisme dat bij mensen een ziekte kan veroorzaken, waarvan het onwaarschijnlijk is dat het zich onder de bevolking verspreidt, terwijl er een effectieve profyiaxe, behandeling of bestrijding bestaat, alsmede een micro-organisme dat bij planten of dieren een ziekte kan veroorzaken.
Micro-organisme van klasse 3:
Micro-organisme dat bij mensen een ernstige ziekte kan veroorzaken, waarvan het waarschijnlijk is dat die zich onder de bevolking verspreidt, terwijl er een effectieve profyiaxe, behandeling of bestrijding bestaat.
Micro-organisme van klasse 4:
Micro-organisme dat bij mensen een zeer ernstige ziekte kan veroorzaken, waarvan het waarschijnlijk is dat het zich onder de bevolking verspreidt, terwijl er geen effectieve profyiaxe, behandeling of bestrijding bestaat.