Informatie: verbranding en brandstof
Verbranden is een chemisch proces waarbij veel warmte vrijkomt. Een verbranding kan volledig of onvolledig zijn. Het is een natuurverschijnsel dat al begonnen is sinds de aarde is geboren.
Vlammen
Bij een brand zie je vlammen. Alle vlammen samen vormen het vuur. Verbranden is een chemisch proces waarbij veel warmte vrijkomt. Als een vaste stof verbrand dan ontstaan er brandbare gassen. Vloeibare brandstoffen verdampen door de hitte. Er ontstaat daardoor een giftige brandbare damp. De brandbare gassen mengen zich in de lucht met zuurstof. Bij een schone verbranding is geen rook te zien. Als de vlammen blauw of kleurloos zijn, noem je dit een volledige verbranding. Vaste stoffen die in de vlam zitten maken de vlam gekleurd, zoals bij een kaars de vlam geel wordt. Dat komt doordat er roetdeeltjes bij vrijkomen, omdat er te weinig verse zuurstof aanwezig is. Vuurwerkmakers maken ook gebruik van andere kleuren, zoals rood groen of wit. Deze kleuren halen ze uit de vaste stoffen van metaaldeeltjes.
Waarom brandstof verbranden?
Bij verbranding komt altijd warmte vrij. Warmte is een vorm van energie dat nuttig kan worden gebruikt. Je kan er bijvoorbeeld je huis mee verwarmen of warm water maken, maar ook om voedsel klaar te maken. Als je warm water wilt hebben moet je daar altijd een brandstof voor verbranden. Aardgas is daar een goed voorbeeld van, veel mensen gebruiken dit gas om water te verwarmen. Met warmte kun je ook elektriciteit opwekken. Een wasmachine zet de elektriciteit bijvoorbeeld weer om in beweging.
Welke brandstof gebruik je?
Voor een openhaard gebruik je houtblokken of briketten, maar voor auto's gebruikt je bijvoorbeeld benzine, diesel of LPG.
Het voordeel van LPG is dat het goedkoop is en dat het minder schadelijk voor het milieu is, maar een nadeel is dat het minder energie geeft als benzine of diesel. Butagas en propaangas gebruik je voor op de camping. Om je huis te verwarmen gebruik je aardgas dat in de cv-ketel wordt verbrandt, maar je kan ook gebruik maken van oliekachels of een kolenhaard. Elke brandstof heeft voor- en nadelen.
Wat voor verbranding bestaan er?
De ene brandstof verbrand sneller als de andere. Gasvormige brandstoffen verbranden veel sneller als vloeibare brandstoffen, omdat gas gemakkelijk met zuurstof mengt en vloeibare brandstoffen eerst moeten verdampen. Als er een onvolledige verbranding plaats vind dan verbranden niet deeltjes. Er blijven onverbrande resten over. Er ontstaat roet en het onwaarneembare gas koolstofmono-oxide. Het kan ook zo zijn dat alle brandstofdeeltjes tegelijk verbranden, dan noem je dat een explosie. Na de explosie hoor je een harde knal.
Wat voor stoffen ontstaan er bij de verbranding van brandstoffen?
Steenkool, aardolie, en aardgas zijn fossiele brandstoffen die veel energie bevatten. Als deze brandstoffen verbranden, komt er energie vrij in de vorm van warmte. Bij een volledige verbranding van fossiele brandstoffen ontstaat gassen, zoals koolstofdioxide en waterdamp. Een onvolledige verbranding zorgt tevens ook voor het gas koolstofmono-oxide, dat onwaarneembaar is en roet. Koolstofmono-oxide is een erg giftige stof waarbij jaarlijk veel mensen omkomen. Het is verstandig om goed te ventileren als er ergens koolstofmono-onxide bij vrijkomt. De meeste fossiele brandstoffen laten ook zwaveldioxide vrij en als de buitenlucht erg heet wordt ontstaan er ook stikstofoxiden.
Symbolen voor gassen
- koolstofdioxide = CO2
- waterdamp = H2O
- roet = C
- koolstofmono-oxide = CO
- zwaveldioxide = SO2
- stikstofoxiden = NOx