Waarom antibiotica steeds slechter werken
Antibiotica zijn belangrijke medicijnen geworden in onze geneeskunde. Zonder antibiotica zouden mensen nog steeds overlijden aan kleine infecties, bijvoorbeeld in open wonden. Maar de antibiotica die kwaadaardige bacteriën in ons lichaam bestrijden, werken steeds slechter.
Inhoudsopgave
Genetische variatie
Antibiotica zijn nog maar sinds de Tweede Wereldoorlog gangbaar in de geneeskunde, en zijn al bij al nog maar 100 jaar oud. Het eerste antibioticum was penicilline.
Door overdreven gebruik, vaak preventief, krijgen bacteriën vele kansen om zich aan te passen aan onze antibiotica. Dit werkt via genetische differentiatie, net zoals bij mensen. Elke generatie bacteriën heeft een nieuw DNA, nieuwe mogelijkheden om nieuwe eigenschappen te ontwikkelen. Eén van die eigenschappen die kan veranderen is de manier waarop bacteriën met antibiotica omgaan. Zo duiken er steeds meer bacteriën op die resistent (immuun) zijn tegen vele verschillende soorten van antibiotica.
Dat probleem doet zich niet enkel voor bij mensen die al veel antibiotica geslikt hebben in hun leven, zoals je misschien zou verwachten. Omdat antibiotica zo veelvuldig worden gegeven aan patiënten voor allerlei problemen, duiken die antibiotica ook gewoon in de natuur op. Via urine en afvalwater bijvoorbeeld, belanden antibiotica in vijvers, rivieren en grondwater. Daar kunnen allerlei bacteriën 'kennis maken' met de antibiotica, en zich zo aanpassen aan een nieuwe 'natuurlijke' vijand. Zo kan het gebeuren dat iemand die nooit eerder antibiotica slikte, er toch geen enkele baat meer van kan hebben: de bacteriën die een probleem (infectie) vormen in het lichaam werden via vorige generaties bacteriën al resistent tegen allerlei antibiotica, nog voor ze die in een mensenlichaam ontmoetten. Bij mensen gaat de genetische aanpassing aan de leefomgeving traag, omdat een mensenleven relatief lang duurt. Bij bacteriën gaat dat echter razendsnel: met een levensduur van enkele dagen tot enkele weken, kunnen op enkele weken tijd al vele verschillende, nieuwe generaties bacteriën ontstaan, waaronder sommige dus resistentie ontwikkelen tegen antibiotica. Het tempo waarmee bacteriën immuun worden voor onze antibiotica ligt veel hoger dan het tempo waarmee mensen nieuwe antibiotica ontwikkelen.
Want net zoals antibiotica bacteriën beïnvloeden, ze kunnen er bijvoorbeeld voor zorgen dat een bepaalde proteïne in de bacterie niet meer functioneert waardoor die sterft, kunnen bacteriën ook een invloed uitoefenen op de antibiotica.
Dat proces van toenemende immuniteit tegen antibiotica bij bacteriën is heel zorgwekkend. Zonder antibiotica zou een modern ziekenhuis gewoonweg niet kunnen functioneren. Transplantaties, operaties, tandheelkunde: allemaal kunnen ze maar bestaan omdat dokters en chirurgen er op kunnen vertrouwen dat er zich na zo'n operatie geen dodelijke infectie kan voordoen. Omdat die infecties zoveel mogelijk worden uitgesloten via draconische hygiënische maatregelen, maar ook omdat ze bij een eventuele infectie antibiotica kunnen toedienen om die te lijf te gaan. Bij toenemende immuniteit van bacteriën tegen antibiotica staat dus de hele geneeskunde op losse schroeven, wanneer mensen weer zouden kunnen sterven van relatief kleine infecties aan (open) wonden.
Onderzoek en financiering
Alle antibiotica werken volgens een kleine variatie op dezelfde methode: de molecules van antibiotica verhinderen de werking van een noodzakelijke proteïne in de bacteriën. Net omdat alle huidige antibiotica op min of meer dezelfde wijze werken, zijn ze zo kwetsbaar. Wanneer een bacterie er in slaagt één soort antibiotica te verslaan, is de kans groot dat deze ook meteen gewapend is tegen andere, lichtjes verschillende soorten van antibiotica.
De sleutel tot het oplossen van het toenemende immuniteitssysteem lijkt dus simpel: meer variaties van antibiotica bedenken, die bacteriën op veel meer verschillende manieren kunnen bestrijden. Maar zo simpel is dat niet, want er is groot geld mee gemoeid.
Grote farmabedrijven investeren nog maar weinig in de ontwikkeling van nieuwe antibiotica. Antibiotica zijn potentieel wel heel erg winstgevend, maar de ontwikkeling kost heel veel tijd, geld en moeite. Tijd, geld en moeite die farmabedrijven bijvoorbeeld liever investeren in kankeronderzoek, omdat daar de kans op winst en de winst zelf groter zijn.
Dat is eenvoudig te verklaren: patenten. Bij een nieuw ontwikkelde kankerbehandeling, zal het farmabedrijf dat die behandeling ontwikkelde na goedkeuring van de overheid het medicijn meteen op grote schaal op de markt kunnen brengen, tegen hoge prijzen. Bij antibiotica legt de overheid echter extra regels op. Omdat antibiotica zo noodzakelijk zijn, leggen veel overheden prijseisen op aan fabrikanten.
Overheden kunnen er ook voor kiezen om een bepaald nieuw antibioticum 'achter te houden'. Men wil de antibiotica niet verspillen, zoals bij oudere en huidige soorten van antibiotica gebeurde. Door nieuwe antibiotica enkel toe te laten wanneer alle andere behandelingen falen, wilt de overheid voorkomen dat ook een nieuw antibioticum meteen massaal in mensenlichamen, afvalwater en dus rivieren en grondwater terecht komt. Op die manier hopen ze dat het nieuwe antibioticum langer zal kunnen blijven werken dan oudere antibiotica. Men wil de bacteriën minder kansen en tijd geven om zich aan te passen aan nieuwe antibiotica.
Maar op die manier kan het farmabedrijf, dat er miljoenen euro's in investeerde, de vruchten van haar nieuwe product niet plukken. Er werd dan veel geld gepompt in de ontwikkeling van een nieuw antibioticum, maar de return laat op zich wachten. Daarbij komt nog dat het patentrecht van medicijnen eerder aan de korte kant is. Na een aantal jaren (normaal ongeveer 10 ) mag elk farmabedrijf hetzelfde medicijn ontwikkelen en op de markt brengen. Wanneer een nieuw antibioticum tijdens die eerste patentperiode dus amper gebruikt mag worden, wordt de kans dat er veel winst op gemaakt wordt kleiner... Dat houdt een risico in voor farmabedrijven, die daarom liever eieren voor hun geld kiezen, en ervoor kiezen om voor producten met winstprognoses met een grotere zekerheid te kiezen. Eén optie om dit te doorbreken is een eventuele subsidiëring van overheden voor de ontwikkeling van nieuwe antibiotica, of een bijzondere regeling voor nieuwe antibiotica, waarbij de patentperiode pas later begint te tellen, pas vanaf wanneer het medicijn ook werkelijk voluit gebruikt wordt.