Spellen of vertalen

Moeten bijbelse namen gespeld of vertaald worden? Een mens draagt zijn hele leven een naam. In onze cultuur is de klank vooral belangrijk; een naam moet uitspreekbaar zijn en een mooie klank hebben. In de Semitische cultuur geeft de naam de persoonlijkheid van de drager weer en is de betekenis van de naam belangrijker dan de klank. Bij het vertalen van het Hebreeuws uit de Semitische cultuur naar een vertaling in onze cultuur is het belangrijk om rekening te houden met de betekenis van namen.

Stappenplan

Eerst moet er een brontekst gekozen worden, omdat die soms al uitsluiting geeft. Dat moet voor iedere naam gedaan worden, want bij de ene naam kan bijvoorbeeld de Septuaginta een spelling hebben die anders is dan in de Masoretische Tekst, terwijl bij een andere naam de spelling in beide bronnen hetzelfde is. Dan moet er gekeken worden naar wat bestaande vertalingen met de namen hebben gedaan en welke brontekst(en) zij daarvoor geraadpleegd hebben, omdat zij als voorbeeld kunnen dienen. Verder moeten voor het spellen spellingregels worden gemaakt, zodat de Hebreeuwse letters en tekens steeds met dezelfde corresponderende letters en tekens van de doeltaal (de taal waarin de vertaling wordt gemaakt) gespeld kunnen worden. Als de vertaler van mening is dat een naam vertaald moet worden, moet hij onderzoeken wat de betekenis van de naam is en hoe die in de vertaling moet worden weergegeven: moet de betekenis in de plaats van de naam neergezet worden of naast de naam en moet het dan tussen haakjes, schuingedrukt of in een voetnoot?

Bronteksten

Masoretische Tekst (MT)
De Codex Leningradensis (CL) is het oudste compleet bewaarde handschrift van het OT, is geschreven in Hebreeuws en Aramees en dateert van 1009 na Christus. Het ligt nu in de bibliotheek in Sint-Petersburg, dat eerst Leningrad heette, waardoor het handschrift zijn naam kreeg. De CL was een brontekst voor handgeschreven boekrollen en had accenten en klinkers die niet in oudere boekrollen voorkomen. De Masoretische Tekst (MT) is het resultaat van een uiterst zorgvuldig overleveringsproces (masora) en wordt gevormd door de CL met enkele handschriften uit dezelfde tijd, de Aleppo-codex en de Caïro-codex, waarvan de verschillen met de CL verwaarloosbaar zijn, en nog honderden Hebreeuwse handschriften, die ook weinig van de CL verschillen. De oorspronkelijke medeklinkertekst werd voorzien van puntjes en tekens voor klinkers en accenten. De MT wordt ook ‘Biblia Hebraica’ genoemd, waar verschillende edities van zijn. Door het lange overleveringsproces zijn er fouten in de MT geslopen.

Dode-Zeerollen of Qumranrollen (Qr)
Vanaf 1947 werden de Dode-Zeerollen of Qumranrollen (Qr) gevonden in grotten ten westen van de Dode Zee, Qumran en Masada. Het zijn kleine snippers van een kwart van de boeken die we nu in het OT hebben. Een stukje van Jozua bijvoorbeeld, dat nog geen half procent van ons hele boek Jozua beslaat, maar wel een stukje is van de oudste bekende handschriften. De Qr komen uit de 3e eeuw voor Christus tot de 2e eeuw na Christus en zijn waarschijnlijk de tekst van de Joden aan het begin van de jaartelling geweest. Van alle boeken, behalve Ester, zijn fragmenten gevonden en van sommige boeken is er een Griekse of Aramese vertaling.

Septuaginta (LXX)
De oudste, fragmentarische, LXX manuscripten komen uit de 2e eeuw voor Christus en (bijna) complete manuscripten komen uit de 4e eeuw na Christus. In de Talmoed staat over de LXX dat er 72 oudsten in 72 aparte kamers werden gezet en de Tora moesten vertalen. God gaf ze allemaal dezelfde ingeving en ze vertaalden allemaal hetzelfde. 'LXX' is Latijn voor '70'. De ‘originele Septuaginta’ heet ook ‘Urtext’, ‘Vorlage’ en ‘Proto-LXX’. Er is waarschijnlijk nooit een officieel erkende Griekse vertaling geweest. De Septuaginta is een vertaling van een oudere brontekst dan de Masoretische Tekst en wordt daarom een tekstgetuige genoemd. De oorspronkelijke tekst die aan de Septuaginta ten grondslag lag, is niet meer beschikbaar en daarom wordt gebruik gemaakt van de vertaling.

Westerse bijbelvertalingen, zoals Nederlandse, Engelse, Duitse en Franse, zijn meestal gebaseerd op de MT. Soms is de MT onduidelijk, onlogisch of gewoon fout en daarvoor gebruiken de meeste vertalingen naast de MT ook de LXX en soms de Qr.

Bijbelvertalingen

De Statenvertaling uit 1637 is een vertaling die zich strak houdt aan de woordvolgorde en de constructies van het Hebreeuws en Grieks. In deze vertaling staan daardoor veel Hebraïsmen en Graecismen, constructies die respectievelijk veel op het Hebreeuws en het Grieks lijken en soms zelfs letterlijk overgenomen zijn. Deze manier van vertalen heet 'concordant'. De Engelse King James Version uit 1611 (KJV) en de Duitse Elberfelder uit 1871 (Ef) lijken hierin erg op de Statenvertaling. De vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap uit 1951 (NBG), de Naardense Bijbel uit 2004 (NB) en de katholieke Petrus Canisiusvertaling (PC) uit 1939 neigen ook naar de concordante vertaalmanier.

De Groot Nieuws Bijbel uit 1983 (GNB) en Het Boek uit 1988 (HB) willen niet de structuur van het Hebreeuws en Grieks weergeven, maar de inhoud van de tekst op de lezer overbrengen. Die vertaalmanier heet 'contextueel'. De vertalers vertalen vanuit de context. De Nieuwe Bijbelvertaling uit 2004 (NBV) is iets minder contextueel, omdat de vertalers ook rekening wilden houden met de structuur van het Hebreeuws en Grieks, maar niet op zo'n manier als de Statenvertaling. De katholieke Willibrordvertaling (WV) uit 1975 en de Franse Traduction Oecuménique de la Bible uit 1988 (TOB) volgen hetzelfde spoor als de Nieuwe Bijbelvertaling.

De Petrus Canisiusvertaling is de eerste vertaling die regels geeft voor het spellen van namen. Op de spellingregels van de PC is de nieuwe spelling van het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) en de Katholieke Bijbelstichting (KBS) gebaseerd, die in 1968, een paar jaar na de Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap, uitkwam en werd overgenomen door een nieuwe uitgave van het NBG, de Willibrordvertaling , de Groot Nieuwsbijbel en de Nieuwe Bijbelvertaling. Het Boek volgt deze nieuwe spelling niet. Bij de nieuwe spelling werd gelet op uitspreekbaarheid van de namen en ingeburgerde namen werden niet gewijzigd. De Naardense Bijbel volgt voor de spelling van de namen de MT, zodat een spelling ontstaat die dichterbij de brontekst ligt dan bij de andere vertalingen. Van de buitenlandse vertalingen volgt de Elberfelder de in het Duits meest gebruikte schrijfwijze en La Traduction Oecuménique de la Bible volgt de actuele Franse uitspraak van het Hebreeuws, maar laat ingeburgerde namen zoals ze zijn.

Namen

Spellen
Het spellen van medeklinkers vormt het grootste probleem als de Hebreeuwse medeklinker in de doeltaal niet bekend is. Er moet dan een alternatief gekozen worden dat zo dicht mogelijk bij de juiste uitspraak ligt. De naam גֵרְשֺׁם 'geersjom', 'Gersom' heeft de Hebreeuwse ג 'gimel', die niet als de Nederlandse 'g' in 'goed' uitgesproken wordt, maar als 'g' in het Duitse 'gern'. In Nederlandse vertalingen wordt de 'g' gebruikt, omdat er geen beter alternatief is.

De klinkers vormen het grootste probleem als er in het Hebreeuws een keelklank tussen twee klinkers staat, die niet gespeld wordt en in de vertaling wegvalt. Als gevolg daarvan komen er twee klinkers naast elkaar te staan die een tweeklank vormen. In het Hebreeuws staat die tweeklank niet. De vertalingen lossen dit meestal op door een trema op de tweede klinker te zetten. In de naam רְעוּ ‘re-oe’ staat een ע ‘ajin’ (keelklank) tussen de twee klinkers ‘swa’ (stomme ‘e’ zoals in ‘de’) en ‘tsoereq’ (oe). In de Nederlandse vertalingen worden voor deze klinkers de letters ‘e’ en ‘u’ gebruikt, maar die letters hebben het probleem dat ze naast elkaar samen de Nederlandse klank ‘eu’ vormen, zodat het gevaar bestaat dat voor deze naam het Nederlandse woord ‘reu’ (mannetjeshond) wordt gelezen. De meeste vertalingen zetten een trema op de 'u', zodat 'reü' ontstaat. Andere vertalingen zetten een 'h' tussen de twee klinkers.

Vertalen
Namen hebben vaak twee soorten betekenis: een etymologische, wetenschappelijke betekenis en een bijbelse, literaire betekenis. De bijbelse betekenis staat vaak als uitleg van de naam in de Hebreeuwse tekst en kan tegenstrijdig zijn aan de etymologische betekenis, maar er ook mee overeenkomen. In 1 Samuël 1:20 staat (SV): ‘en zij noemde zijn naam Samuël, want ik heb hem van den Heere gebeden’. In de uitleg wordt het werkwoord שׁאל ‘sjaa-al’, vragen, informeren gebruikt, maar het is volgens de Hebreeuwse grammatica onlogisch dat de naam van dit werkwoord komt. De etymologische betekenis van שְׁמוּאֵל ‘sjemoe-eel’, Samuël is zijn naam is God, een samentrekking van שְׁמוּ ‘sjemoe’, zijn naam en אֵל ‘eel’ God. De naam שָׁאוּל ‘sjaa-oel’ , Saul met de betekenis gevraagd, geleend komt wel direct van het werkwoord שׁאל ‘sjaa-al’. De namen waarvan een betekenis tussen haakjes in de vertaling staat, zijn bijna altijd van het type 'bijbelse betekenis'.

Er zijn plaatsnamen die ook de mogelijkheid hebben gespeld te worden, maar veel woorden in de MT zijn geen duidelijke plaatsnamen of duidelijke zelfstandige naamwoorden. Vaak zelfs hangt de interpretatie van de tekst af van spellen of vertalen. In dat geval moet de vertaler de structuur van de Hebreeuwse tekst en de cultuur van de doeltaal goed bestuderen, omdat daaruit vaak duidelijk(er) wordt of de naam het beste gespeld of vertaald kan worden.
In Jozua 19:33 wordt het grensgebied van de stam Naftali afgebakend. Er staan een aantal plaatsnamen waaronder in de MT אֵלוֹן ‘-eelon’ dat 'terebint' of 'eik' betekent. De bijbelvertalingen zijn het er niet over eens of ‘Elon’ een plaatsnaam is of als zelfstandig naamwoord vertaald moet worden. De meeste vertalen 'eik', 'terebint' of 'godseik', maar sommige spellen 'Elon'.

In de MT staat in Jozua 19:33: מֵחֵלֶף מֵאֵלוֺן בְּצַעֲנַנִּים ‘meecheelèf mee-eelon betsa-anannim’, waarbij de eerste twee woorden חֵלֶף ‘cheelèf’ en אֵלוֺן ‘eelon’ het voorzetsel מֵ ‘mee’ vanuit hebben, maar het derde woord צַעֲנַנִּים ‘tsa-anannim’, Saännaïm (3.1.32), heeft het voorzetsel בְ ‘be’, in (vanuit Chelef, vanuit Elon in Saännaïm). Dit betekent dat er iets in de plaatsnaam צַעֲנַנִּים ‘tsa-anannim’ moet zijn en dat is waarschijnlijk het woord ervoor,אֵלוֺן ‘eelon’. Het is mogelijk dat אֵלוֺן ‘eelon’ een plaatsnaam is dat zich in een grotere plaats צַעֲנַנִּים ‘tsa-anannim’ bevindt, maar het is waarschijnlijker dat het hier om een ‘eik’ gaat in de plaats צַעֲנַנִּים ‘tsa-anannim’. In de context is het wel vreemd dat er bij de afbakening van een grensgebied tussen plaatsnamen ook een boom genoemd wordt. Toch zou ik de naam vertalen en dan in ‘eik’, omdat ‘terebint’ een minder bekend woord is.

Zeker bij ingeburgerde namen en alle persoonsnamen is het in een gewone vertaling onlogisch om de naam te vertalen of zelfs anders te spellen dan de algemene norm, want als een woord in de MT duidelijk een naam is, moet het ook als naam gespeld worden. Bij veel namen wordt uit de MT niet duidelijk welke keuze gemaakt moet worden en is spellen en vertalen allebei mogelijk. De interpretatie van de tekst hoeft daarbij niet te veranderen. Bij de gemaakte keuze moet dan de andere mogelijkheid in een voetnoot vermeld worden. De balans tussen spellen of vertalen blijft altijd moeilijk te vinden.
© 2008 - 2024 Emmetje, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Taalcursus: cursus Hebreeuws volgenTaalcursus: cursus Hebreeuws volgenVeel mensen in Nederland zijn geïnteresseerd om een cursus Hebreeuws te volgen. Dit komt omdat Hebreeuws wordt gesproken…
Hebreeuws - de geschiedenis van een heilige taalVeel dingen in het jodendom worden als heilig gezien. Zo ook de taal, die in het Hebreeuws Lesjon HaKodesj heet wat gewo…
De populairste babynamen met naambetekenisDe populairste babynamen met naambetekenisVeel pasgeboren kinderen krijgen een hippe naam. Tegenwoordig letten de ouders op veel dingen wanneer ze een naam gaan k…
Kunstenaars zijn de actiefste ondernemersKunstenaars zijn de actiefsten onder de zelfstandige ondernemers. Nederland telt 96.000 kunstenaars, maar rijk worden ze…
Bronnen en referenties
  • Epstein, Marcelo (1994), ‘On The “Original” Septuagint’, in The Bible Translator, vol.45, nr.3, 322-329, Londen: United Bible Societies. Garsiel, Moshe (1987), Biblical Names, a literary study of Midrashic derivations and puns, uit het Hebreeuws vertaald, herzien en uitgebreid door Phyllis Hackett. KBS en NBG (1968-1988), Bijbelse namen: lijst van bijbelse persoons- en plaatsnamen, NBG, Haarlem. Koehler, L en Baumgartner, W (2001), The Hebrew and Aramaic lexicon of the Old Testament, Leiden. Brown, F., S. Driver, C. Briggs (1906), The Brown-Driver-Briggs Hebrew and English lexicon, Boston, 9e druk (2005), USA. Slagter, H.B (1997), De namen in de Bijbel, betekenis en concordantie, Woerden.
Emmetje (3 artikelen)
Gepubliceerd: 29-02-2008
Rubriek: Wetenschap
Subrubriek: Onderzoek
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.