Invloed gezonde leefstijl op alzheimer
Volgens de Internationale stichting Alzheimer (2015) lijden er in Nederland 140.000 mensen aan de ziekte van Alzheimer. Tot op heden is er geen medicijn gevonden om dit aantal naar beneden te brengen. Echter, door een gezonde levensstijl te hanteren tijdens het gehele leven, waarbij vooral een gevarieerd dieet, fysieke activiteit en cognitieve stimulatie belangrijk zijn, is de kans om alzheimer te ontwikkelen aanzienlijk kleiner. Alzheimer is een progressieve en degeneratieve ziekte die neuronen aanvalt en daardoor zorgt voor een afname in geheugen, denkvermogen, taal en kan tevens gedragsveranderingen tot gevolg hebben (McKhann et al, 1984). Net zoals bij veel andere chronische ziektes zijn er twee varianten van Alzheimer: de variant die vrijwel altijd onder de 50 jaar wordt verkregen en een sterke genetische aanleg heeft en de latere variant die minder aan de genen is toe te schrijven. Slechts de nongenetische vorm is uit te stellen door een gezonde levensstijl aan te nemen.
Beweging
Ten eerste lijkt voldoende beweging de kans op alzheimer te verminderen. Onder voldoende beweging wordt minimaal een half uur per dag, 5 dagen per week (of 150 minuten per week) een activiteit van gemiddelde intensiteit verstaan (Garber et al, 2011). Deze mate van fysieke activiteit versterkt de verbindingen tussen hersencellen, bevordert het geheugen, stimuleert het afweersysteem, vergroot de plasticiteit van het brein en zorgt voor de aanmaak van nieuwe hersencellen (Radak et al, 2010). Dit laatste gebeurt doordat sporten de doorbloeding van het brein verbetert en dit stimuleert de aanmaak van nieuwe hersencellen (Fabel en Kempermann, 2008). In een onderzoek van Carro, Trejo, Busiguina en Torres-Aleman (2001) moesten knaagdieren met een hersenbeschadiging een kilometer per dag rennen in een laboratorium. Deze dagelijkse activiteit verbeterde de toestand van het brein van deze knaagdieren aanzienlijk, omdat de activiteit zorgde voor aanmaak van nieuwe hersencellen. Sommige breinen functioneerden na enkele weken weer vrijwel als normaal. Daarnaast werd in een onderzoek van Lautenschlager en collega’s (2008) getest of voldoende fysieke inspanning het risico op alzheimer verminderde. Twee keer 85 mensen werden gerandomiseerd in twee groepen: activity en non-activity. De activity-groep moest gedurende 18 maanden voldoen aan de 150 minuten bewegen per week, de non-activity-groep moest daaronder blijven. Na deze 18 maanden bleek dat de activity-groep significant een lagere score op de Alzheimer Disease Assessment Scale had dan de non-activity-groep. Zij hadden de test die het risico op alzheimer meet dus beter gemaakt en daarmee is voor hen de kans op alzheimer middels beweging verkleind.
Voeding
Tevens hebben voedingspatronen invloed op het risico van het krijgen van alzheimer. Alzheimer wordt bepaald door de productie van amyloid-B-peptide in het brein. Deze peptide kan zich, vaak wel onder invloed van genen, ophopen in en buiten de neuronen. Vervolgens komt de stof in de hersenen. Hier speelt deze peptide een belangrijke rol in het verlies van synapsen en in het aantasten van neuronen. De aangetaste plekken in de hersenen verenigen zich in groepen die plaques heten. Wanneer de plaques zich vermenigvuldigen, sterven delen van de hippocampus, de cerebrale cortex en andere gebieden die belangrijk zijn voor het geheugen, af (Kalat, 2012). Daarnaast groeit door amyloid-B het aantal cellen met reactieve zuurstofverbindingen, wat resulteert in oxidatieve stress (Sofi, Macchi, Abbate, Gensini en Casini, 2010). Het belangrijkste kenmerk van reactieve zuurstofverbindingen in moleculen is dat deze makkelijk reacties aangaan met andere moleculen, met beschadiging tot gevolg (Toyokuni, 1999). Deze beschadiging aan cellen stimuleert het verouderingsproces (Finkel en Holbrook, 2000). Oxidatieve stress kan worden beïnvloed door een dieet, wat de hypothese dat voeding de ontwikkeling van alzheimer tegen gaat, ondersteunt (Sofi et al, 2010). Uit onderzoek is gebleken dat het mediterrane dieet geassocieerd wordt met een verlaagd risico op alzheimer (Scarmeas, Stern, Tang, Mayeux, en Luchsinger, 2006). Dit dieet bestaat uit veel fruit, groenten, peulvruchten en voldoende inname van vis. Scarmeas en zijn collega’s (2006) onderzochten 2258 proefpersonen, die aan het begin van de studie niet met alzheimer gediagnosticeerd waren. Zij moesten aangeven hoe trouw zij het mediterrane dieet volgden op een schaal van nul tot negen. Na vier jaar waren er 262 personen met alzheimer geconstateerd en het bleek dat de mensen die hadden aangegeven zich strikt aan het dieet te houden een minder groot risico hadden op het ontwikkelen van de ziekte.
Cognitie
Daarbij blijkt dat bij het preveniëren van alzheimer, participatie aan genoeg cognitief stimulerende activiteiten ook een belangrijk aspect is. Een cognitieve activiteit betreft een activiteit die te maken heeft met het zoeken en verwerken van informatie (Wilson en Bennet, 2003). In het onderzoek van Wilson en collega’s (2002) kwam naar voren dat er een duidelijke connectie is tussen de hoeveelheid cognitieve activiteit en de kans op alzheimer. In hun studie werden 800 oudere nonnen, priesters en monniken getest die geen vastgestelde diagnose van alzheimer hadden. Zij gaven aan hoe vaak zij normaal gesproken een cognitief stimulerende taak verrichtten. Na 4-5 jaar werd er een follow-up-studie verricht en hieruit bleek dat er een sterke relatie is tussen frequente verhoogde cognitieve activiteit in het volwassen leven en een verminderde kans op alzheimer (Wilson et al., 2002). Een goede educatie, waarmee in de meeste gevallen frequente verhoogde cognitieve activiteit gepaard gaat, blijkt de kans op alzheimer ook te reduceren (Stern, Gurland, Tatemichi, Tang, Wilder en Mayeux, 1994). De zenuwverbindingen in de hersenen zijn sterker geworden bij mensen die in hun leven meer cognitief stimulerende activiteiten hebben verricht, wat leidt tot een versterkt geheugen. De neuronen in de hersenen die bij alzheimer worden aangevallen zullen minder snel afzwakken vanwege de sterkere verbindingen. Het denkvermogen is hierdoor op latere leeftijd aanzienlijk verbeterd. Door dit versterkt geheugen is de kans om de latere variant van alzheimer te ontwikkelen kleiner.
Kortom, een gezonde levensstijl kan de kans om op latere leeftijd alzheimer te ontwikkelen aanzienlijk verkleinen of in ieder geval uitstellen. Uit verschillend onderzoek bleek dat mensen die veel hebben bewogen gedurende hun leven en een mediterraan dieet hebben gevolgd een verkleinde kans hadden om op latere leeftijd de ziekte te ontwikkelen. Dit kwam door de versterkte verbindingen tussen hersencellen. Dit gold ook voor cognitieve stimulatie. Om de ziekte van Alzheimer uit te stellen kan het dus helpen om gezond te leven. Juist vanwege het feit dat een medicijn voor alzheimer nog niet gevonden is, is dit mogelijk een manier om de huidige 140.000 alzheimerpatiënten in de toekomst te reduceren.