Propolis wetenschappelijk bekeken
Mijn bewondering en verwondering voor natuurlijke geneesmiddelen, ook voor propolis, is zeer groot, maar dat neemt niet weg dat ik ondanks mijn 'geloof' toch graag overtuigende bewijzen wil hebben voor de werking van welk natuurproduct dan ook. Gelukkig zijn er ook wat wetenschappers die zich verwaardigen om zo'n eenvoudige dingen als onkruid en propolis te onderzoeken.
Het feit dat propolis ontstekingsremmend werkt en de genezing van wonden bevordert is sinds lang bekend. Propolis wordt succesvol toegepast bij eczeem, tweede graads verbrandingen en zweren. Bij deze een samenvatting van enkele wetenschappelijke onderzoeken.
Propolis lokaal pijnstillend
Een alcoholisch extract van propolis (4 %) verdund met water tot 0,25 % geeft een volledige verdoving van het hoornvlies van konijnen. Het lokaal verdovend effect duurt een uur en is daarmee veel sterker dan dat van cocaïne of procaïne (Ghisalberti, 1979). Door de lokale anaesthesie kan ook de verzachtende werking van propolis bij wondbehandeling worden verklaard.
Antimicrobiële activiteit
Propolis is antimicrobiëel werkzaam tegen bacteriën o.a. Staphylococcus aureus en schimmels o.a. Trichphyton rubrum (Wells, 1976; Ghisalberti, 1979; Cuéllar ea, 1987). Propolis versterkt in grote mate het effect van antibiotica zoals penicilline en streptomycine (Ghisalberti, 1979). In combinatie met enkele antimycotica (anti-schimmel) is een synergistisch effect van propolis tegen Candida albicans vastgesteld (Holderna en Kedzia, 1987).
Anti-virale activiteit van propolis.
Propolis is anti-viraal werkzaam tegen bijvoorbeeld herpes en influenza griep virussen (König en Dustmann, 1988; Neychev et al., 1988). Het is bekend dat koffiezuur en afgeleide verbindingen inclusief een aantal flavonoïden een anti-virale activiteit vertonen. Propolis bevat aanzienlijke hoeveelheden van deze verbindingen, waardoor de anti-virale werking kan worden verklaard. Maar propolis afkomstig uit Hawaii bleek ook anti-viraal werkzaam te zijn, hoewel dit produkt geen koffiezuur-derivaten bevat. De Hawaiiaanse propolis wordt op Plumeria-soorten verzameld en bevat vrijwel geen fenolische verbindingen, in tegenstelling tot de propolis verzameld op populieren in Europa en Noord-Amerika. Merkwaardig is wel dat de honingbij die oorspronkelijk niet op Hawaii voorkwam, ook op deze vreemde flora propolis verzamelt met een anti-virale activiteit. König en Dustmann (1988) suggereren dat bijen een affiniteit hebben voor biologisch actieve stoffen en noemen de honingbij een "farmacofoor" insect, dat wil zeggen een insect dat geneesmiddelen mee naar huis neemt.
Neychev et al. (1988) hebben het effect van propolis op influenza onderzocht. In hun experimenten werd het water-oplosbare gedeelte van een alcoholisch propolis-extract getest. Deze fractie werd oraal of subcutaan toegediend aan muizen in hoeveelheden van 50, 100 of 150 mg/kg op drie opeenvolgende dagen. Vervolgens werden de muizen via de neus geïnfecteerd met influenzavirus. Zowel orale als subcutane toediening van het propolis-preparaat zorgde voor een beschermend effect, 4-5 dagen na de infectie waren van de controlegroep, niet behandeld met propolis, alle muizen gestorven. Van de muizen, die oraal waren voorbehandeld met 150 mg/kg propolis leefden er echter nog 40 % en subcutane toediening van het propolis-preparaat (150 mg/kg) zorgde zelfs voor een overlevingspercentage van 60 %.
Immuunstimulatie of weerstandverhogend effect van propolis.
Propolis heeft ook immuunstimulerende eigenschappen. Wanneer bijvoorbeeld in stieren paratyfus-antigeen wordt ingespoten samen met een propolis-extract, dan neemt de immunogenese toe en wordt de produktie van antilichamen gestimuleerd (Wells, 1976; Ghisalberti, 1979). Het verbetert dus onze weerstand tegen bacteriën en virussen.
Mogelijke anti-tumor activiteit van propolis.
Scheller et al. (1989) hebben vastgesteld dat een ethanolisch extract van propolis een anti-tumor effect heeft in muizen die Ehrlich carcinoma dragen. Na 50 dagen leefde nog 50 % van de muizen behandeld met het propolis-extract. Van de controle-groep waren alle muizen reeds dood op de 40e dag.
De fenylethylester van koffïezuur die voor het eerst werd gevonden in Bulgaarse propolis (Bankova et al., 1987), geeft in vitro (in het labo) een sterke remming van de deling van menselijke borstkankercellen. Bij 10 ng/ml werd een remming van 100 % verkregen. Met melanomacellen werden nog betere resultaten bereikt. Hier werd reeds bij 5 microg/ml een vrijwel volledige remming waargenomen (Grunberger et al., 1988). Op de deling van normale cellen, bijvoorbeeld fibroblasten of melanocyten, heeft de koffiezure ester echter een veel geringer effect. Het effect van deze stof is dus veel meer uitgesproken voor kankercellen. Aangenomen kan worden, dat de fenylethylester van koffiezuur waarschijnlijk verantwoordelijk is voor de anti-tumor eigenschappen van propolis (Grunberger et al., 1988).
Contact-dermatitis of huidallergie.
Het belangrijkste contact-allergeen in propolis is de 1,1-dimethylallyl ester van koffiezuur, maar ook de koffiezure B-fenylethyl ester kan als zodanig functioneren (Hashimoto et al., 1988). Vroeger werd contact-dermatitis veroorzaakt door propolis slechts bij een enkele imker waargenomen, maar tegenwoordig komt deze allergie steeds vaker voor en wel bij personen die biocosmetica gebruiken waarin propolis is verwerkt (Hashimoto et al., 1988). Wordt propolis toegepast in zalven of oplossingen voor een ontstekingsremmend, anti-microbiëel of lokaal verdovend effect, dan moet men toch oppassen voor overgevoeligheidsreacties.
Propolis samengevat
Samenvattend kan worden gezegd, dat uitwendige toepassing van propolis bij wondbehandeling en eczeem tot goede resultaten leidt. Propolis is ook goed te gebruiken bij bijvoorbeeld keelontsteking en infecties in de mondholte. Verder zijn uit propolis een aantal stoffen geïsoleerd, die in de toekomst wellicht een rol zouden kunnen spelen bij de behandeling van bijvoorbeeld kanker. Overmatig en langdurig gebruik van propolis moet echter worden afgeraden.
Zoals het wel meer gaat met goede natuurgeneesmiddelen wordt de geneeskrachtige werking in allerlei commerciële preparaten sterk overdreven, waardoor de verwachtingen veel te hoog gespannen zijn en teleurstellingen dan ook niet kunnen uitblijven.