Objectieve journalistiek: regels en codes
Objectieve journalistieke berichtgeving is een zeer complex begrip. Door de oprichting van de penny-press in 1850 werd het voor het eerst mogelijk om aan objectieve berichtgeving te doen. Er is onder academici geen eenduidigheid over wat objectieve berichtgeving nu is, daar subjectieve componenten zoals bv. sfeer ook een rol spelen. Om toch een soort van objectiviteitseisen vast te zetten, ontstonden er journalistieke regels en codes.
Eerste poging tot objectieve berichtgeving
Oprichting penny-press
De eerste poging tot een objectieve berichtgeving ontstond in Amerika bij de oprichting van de penny-press rond 1850. Voor het eerst was de invloed van de politiek op de berichtgeving tot een zekere mate geminimaliseerd en kon men werken aan een zoveel mogelijk onafhankelijke berichtgeving waarbij het gehele publiek geïnformeerd kon worden. In de periode daarvoor werd de berichtgeving aan de bevolking namelijk in zeer grote mate beïnvloed door de politieke leiding, zodat er van objectieve berichtgeving nauwelijks sprake was. Men gebruikte dan de media als propagandamiddel.
Complexiteit van 'objectieve berichtgeving'
Toch blijkt 'objectieve berichtgeving' een complex begrip. Zo vernoemen vele academici dat het praktisch onmogelijk is om aan echte objectieve berichtgeving te doen, alleen bv. maar omdat naast feiten ook sfeer en omgeving een rol spelen, die sowieso wel sterk subjectief zijn.
Academici en hun visie op objectiviteit
Vele academici hebben zich dan ook gericht naar wat het begrip objectiviteit nu juist allemaal moet inhouden. Zo is er bv. het bekende voorbeeld van de Zweed Jorgen Westersthal, die tot verschillende objectiviteitseisen kwam (*):
- waarheidsgetrouwheid: een bericht moet gebaseerd zijn op waargebeurde feiten, en mag dus onder geen voorwaarde verzonnen worden
- relevantie: het bericht dient belangrijk te zijn voor het publiek en de inhoud van het bericht moet relevant zijn om een standpunt te onderbouwen
- evenwicht: het nieuws moet op het vlak van kwaliteit en kwantiteit gelijkmatig naar voren komen. Dit wil zeggen dat de verschillende standpunten evenwichtig naar voren moeten worden gebracht.
- neutraliteit: de eis naar neutraliteit wordt vaak als de belangrijkste aanzien, maar is ook degene die in academische kringen vaak veel kritiek krijgt. Deze eis zegt dat de journalist zich niet mag vereenzelvigen met een bepaalde partij of visie en dit in zijn berichtgeving naar voren laten komen. De kritiek die vaak naar boven gehaald wordt is dan: hoe is het mogelijk om echt aan neutrale berichtgeving te doen als we als mens sowieso toch ergens een voorkeur voor hebben in het leven. Ieder mens heeft toch sowieso een zekere visie in zijn leven?
Wettelijk kader van objectieve berichtgeving
Zoals blijkt uit deze eisen is het ook nog altijd niet 100% duidelijk wat objectiviteit nu precies moet inhouden. We hebben wel grote richtlijnen, maar de complexiteit van het begrip blijft bestaan. Toch werd er in de Westerse Wereld een wettelijk kader ontworpen en werden er journalistieke regels bepaald. Zo ontstonden er journalistieke regels en journalistieke codes.
Journalistieke regels
Algemeen is bepaald dat journalisten zich aan 3 voorname journalistieke regels dienen te houden inzake hun berichtgeving:
- geen waardeoordelen
- geen persoonlijke voorkeur laten weerklinken in de weergave van de feiten
- zoveel mogelijk een evenwichtige berichtgeving verzorgen
Journalistieke codes
Belangrijke journalistieke codes die ontstonden zijn:
- De Verklaring der plichten en rechten van de journalist (1971)
- De Code van Journalistieke Beginselen (1982)
- Code van de Raad voor de Journalistiek (2010)