Morele Problemen oplossen met de ethische cyclus
Het oplossen van morele problemen heeft als doel het meest wenselijke morele mogelijkheden te bepalen. Hierbij is de Ethische cyclus een vorm die gebruik kan worden. Om te beginnen met de cyclus voor het oplossen van morele problemen maak je eerst een morele probleemstelling. De mogelijke uitkomsten om het op te lossen wordt beschreven als handelingsmogelijkheden.
Ethische cyclus
Het is gegeven dat de ethische cyclus als basiscyclus als volgende wordt weergegeven
- Casus
- Morele probleemstelling
- Probleem analyse
- Handelingsmogelijkheden
- Ethische oordeelsvorming
- Reflectie
- Moreel aanvaardbare handeling
De ethische cyclus kun je doorlopen als er zich een moreel probleem voor doet. Eigenlijk gebeurt dit als er zich in het probleem een zich een dilemma voordoet. Een dilemma is een moeilijke keuze tussen precies twee mogelijkheden waarbij het meestal om iets groots of iets belangrijks gaat. Het doet zich vaak voor dat deze twee keuzes beide aantrekkelijk of even onaantrekkelijk zijn. Een belangrijk kenmerkt dat er gemaakt moet worden is dat bij welke keuze je ook maakt iemand of iets zal altijd schade ondervinden van de keuze.
Je moet wel uitkijken dat sommige morele problemen morele dilemma's zijn maar de meeste morele problemen geen dilemma's. Meestal zijn er meerdere te ondernemen handelingen. waardoor er niet meer te kiezen valt tussen twee mogelijkheden.
Probleemanalyse
In deze analyse wordt een beeld gevormd van de betrokken elementen van het morele probleem. hierbij zijn er drie belangrijke elementen onder te verdelen:
- De betrokkenen met hun belangen
- De waarden die in het geding zijn
- De feiten die een rol spelen
Deze drie elementen moet je beschrijven omdat je ze later nodig zijn bij het doorlopen van de ethische cyclus. Om een voorbeeld te geven onder betrokken kunnen dit individuen, groepen,organisaties of de samenleving zijn.
Handelingsmogelijkheden
Deze fase beschrijft zoveel mogelijk welke handelingen genomen kunnen worden om met het morele probleem om te gaan. Er zijn vier handelingsstrategieën die toegepast kunnen worden:
- De zwartwitstrategie. Bij deze strategie wordt alleen het wel of juist niet doen van de handeling beschouwd.
- De strategie van het aankaarten op hoger niveau. bij deze strategie wordt er gekeken of of de handeling bestaat om het aan te kaarten op een hoger niveau bijvoorbeeld het management.
- De strategie van samenwerking. Hier wordt gekeken naar alternatieven tussen de betrokkenen. Hierbij is het belangrijk dat er niemand op achteruit gaat en je dus een win-win situatie creëert.
- De strategie van het klokkenluiden. Hierbij is de enige optie om het probleem publiekelijk te maken.
Ethische oordeelsvorming
In deze fase wordt er gekeken naar de morele aanvaardbaarheid van de handelingsmogelijkheden. Er wordt onderscheid gemaakt in informele en formele denkkaders. In de formele kaders vallen de drie ethische theorieën (gevolgenethiek, beginselenethiek en deugdenethiek). voor dat je de handelingsmogelijkheden gaat beoordelen aan de hand van de denkkaders ga je eerst de handelingsmogelijkheden van twee informele denkkaders beoordelen doormiddel van je eigen gedachten en de dominante waarde methode. De dominante waarde methode is die in de casus de meest dominante waar te noemen en met behulp van de meest dominante wordt dan vastgesteld welke handelingsmogelijkheid de beste is met betrekking tot de realisatie van die waarde.
Reflectie
Omdat je in de vorige fase je eigen gedachten en de dominante waarde methode gebruikt hoeft dat niet tot de zelfde keuze te leiden daarom is er vaak nog een extra reflectie nodig om tot een goede oordeelsvorming te komen. Doel van de reflectie is te komen tot een beredeneerde keuze tussen de verschillende handelingsmogelijkheden.