Wat is Zelf Gereguleerd Leren?
De theorie van Zelfgereguleerd Leren (Self Regulated Learning) Pintrich, 2004; Wolters, Pintrich, & Karabenick, 2003) beschrijft psychologische concepten die bij het zelfgereguleerde leerproces zijn betrokken. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen soorten variabelen: motivaties, attitudes, cognitieve en metacognitieve acties en leerresultaten (cognitief en gedragsmatig).
Motivaties
Motivatie is een proces waarbij gericht acties in gang wordt gezet en onderhouden. Als je gemotiveerd bent en de leertaak interesseert je kies je de juiste leerstrategie die het verwerven van die vaardigheid hoort.
SRL maakt verschil tussen vier motivatie dimensie
- intrinsieke waarde: met positieve gevoelens terugkijken op de leertaak. Je beoordeelt of je door je keuze van leerstrategieën, je inzet en bijsturing van het proces het gewenste einddoel hebben opgeleverd.
- taakwaarde: is wat voor beeld jij hebt over het nut van de taak om een ver verwijderd doel te bereiken (een diploma of beroep)
- testangst: houdt in dat je bang bent om te falen. Bij sommigen kan zich dat uiten in lichamelijke reacties en vermijdingsgedrag.
- Zelf-effectiviteit: is de acties die je onderneemt en het doorzettingsvermogen dat je laat zien om bepaalde vaardigheden te verwerven. Dit kan afhankelijk zijn van het vak. Leerlingen kunnen een ster zijn in Engels en zich hier volledig voor inzetten. Dezelfden kunnen een diepe onvoldoende voor wiskunde halen en voor dit vak totaal geen inzet tonen. Zelfeffectiviteit heeft te maken met doorzettingsvermogen en zelfbeeld.
Attitudes
Attitudes geven de uitwerking van peergroups (de sociale omgeving) op de leerling weer. Dit uit zich in (vaak onbewuste) stereo-typeringen. Dat houdt het gevaar in dat je een bepaalde bril op hebt die je waarneming vertekent/beïnvloedt (selectieve waarneming of perceptie). Je kunt onbewust afwijzend reageren en je weet niet eens wat je afwijst. Dit lijkt een beetje op de stimulus-respons reactie: je ontvangt een prikkel en daar wordt onbewust op gereageerd.
Attitudes zorgen ervoor dat je de werkelijkheid aangenamer waarneemt als hij is. Je filtert de enorme toevloed van informatie. Daardoor wordt je waarneming vereenvoudigd. Helaas kan je door de geprogrammeerde “filtering” belangrijke informatie missen. Je ziet namelijk alleen dingen die “in je straatje passen”.
Cognitive Competentie
Is de set denkbeelden die je hebt over de cognitieve vaardigheden die nodig zijn om iets te kennen. Taakwaarde van statistiek: de evaluatie in meer algemene termen van het nut en het belang van statistiek en Moeilijkheid: het oordeel dat jij hebt over de moeilijkheidsgraad om iets te leren.
Leerstrategieën
Je kunt vijf leerstrategieën in SRL onderscheiden, die weergeven of je met je verstand betrokken bent.
- Herhalen gebruik je voor eenvoudige opdrachten of leertaken die op een bepaalde manier standaard zijn steeds weer voorkomen. Je wilt de kennis/vaardigheden automatiseren. Voor het terughalen van kennis uit het lange termijn geheugen is het niet zo effectief. Je legt namelijk geen verbanden tussen voorkennis aan.
- Organiseren is structuur brengen in de leerstof. Je moet betrokken zijn bij de leertaak, waardoor je resultaten beter worden. Je bent bezig met actief bewerken van de stof.
- Elaboreren houdt in dat je door dingen in je eigen woorden samen te vatten steeds steviger linken legt naar je voorkennis. Je kunt mindmaps maken, voorbeelden bedenken, samenvattingen in eigen woorden maken enzovoorts.
- Kritisch denken is hoeveel de leerlingen de verworven kennis toe kunnen passen bij het oplossen van verschillende problemen. Je moet logisch kunnen nadenken en dingen abstract kunnen voorstellen (uit hun context kunnen halen). Je formuleert hypotheses en probeert deze te bewijzen.
- Metacognitieve zelfregulatie : hiermee geef je richting aan je leerproces. Je plant, houdt je voortgang in de gaten, stuurt jezelf. Je toont discipline en evalueert voortdurend je eigen leerproces. Je stelt jezelf doelen en pluist de taak uit. Daardoor activeer je voorkennis waardoor het leren beter gaat. Je stelt jezelf vragen om de leerstof beter te organiseren en te begrijpen.. Inspanningscontrole betekent dat je doorzet (je niet laat afleiden) als een taak saai is.
Lees verder