Rechtspersoonlijkheid van internationale organisaties
De Verenigde Naties is een van de grootste internationale organisaties ter wereld. Haar belangrijkste taak is het bewaken van de vrede en veiligheid in de wereld. Medewerkers van zulke internationale organisaties wagen elke dag hun leven voor dat doel. Zou zo'n medewerker tijdens de uitoefening van zijn dienst gewond raken of zelfs de dood vinden, kan de VN dan een schadeclaim indienen en kan het slachtoffer dit ook? Deze vraag, die teruggrijpt op de rechtspersoonlijkheid van internationale organisaties, moest het Internationaal Gerechtshof in 1949 in een advisory opinion beantwoorden.
Inhoud
De moord op Folke Bernadotte
De taak van het Internationaal Gerechtshof (IGH) is rechtspreken in juridische geschillen tussen staten. Daarnaast geeft het op verzoek ook adviezen aan de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (VN), de Veiligheidheidsraad en aan andere aan de VN gelieerde internationale. Zo’n advies heet een
advisory opinion. In 1949 vroeg de VN om zo’n
advisory opinion, die bekend is geworden onder de naam
Reparation for Injuries Suffered in the Service of the United Nations. De directe aanleiding daarvoor was het volgende.
Folke Bernadotte was een Zweedse diplomaat. In 1947 werd hij door de Verenigde Naties benoemd tot bemiddelaar voor Palestina, toen een mandaatgebied van de VN. Na aanvankelijke successen werd hij in september 1948 vermoord in Jeruzalem door een terroristische organisatie met een zionistische agenda. De reden zou zijn dat hij te pro-Palestijns was. De daders zijn in Israël veroordeeld maar hebben direct gratie gekregen en zijn vrijgelaten. Een van hen is kort daarna zelfs gekozen in de Knesset.
De moord is door de Veiligheidsraad de volgende dag veroordeeld als een laffe terroristische daad. De Zweedse overheid vermoedde betrokkenheid van de Israëlisch regering en heeft dit ook uitgesproken. Het was voor Zweden zelfs een reden om te pogen de toetreding van Israël tot de VN te verhinderen.
Rechtspersoonlijkheid internationale organisaties
Deze gebeurtenis deed de vraag rijzen of de VN de mogelijkheid heeft om in het geval dat een van haar medewerkers schade oploopt een claim neer te leggen bij een overheid die hiervoor verantwoordelijk is, en of zo’n overheid dan gehouden kan worden om schadevergoeding te betalen aan de VN, aan het slachtoffer of zijn of haar nabestaanden. Deze vragen werden voorgelegd aan het IGH.
Het IGH begint hierbij met de constatering dat staten een dergelijke optie zeker hebben, maar dat het de vraag is of internationale organisaties deze optie ook hebben. Deze vraag behelst in feite de vraag of een internationale organisatie als de VN net zoals staten
internationale rechtspersoonlijkheid bezitten. Om deze vraag te beantwoorden moet allereerst gekeken worden of - in het geval van de VN - het VN Handvest hierover in letterlijke bewoording uitsluitsel geeft. Dat was hier niet het geval. Daarom is vooral gekeken naar de bedoeling erachter. Welke rol en mogelijkheden heeft het Handvest bedoeld de VN te geven?
Het gaat in dit geval om een brede organisatie met diverse organen en de praktijk heeft uitgewezen dat de VN zelfs een dusdanige positie heeft dat het taken uitvoert onafhankelijk van de lidstaten. Tijdens het uitvoeren van deze taken beweegt de VN zich continu tussen allemaal entiteiten die internationale rechtspersoonlijkheid bezitten, namelijk staten. Het is dan ook de conclusie van het IGH dat het de bedoeling is geweest en inmiddels de praktijk is dat de VN rechten heeft en plichten vervuld die een grote mate van internationale rechtspersoonlijkheid vereisen. Zonder dat zou het zijn taken niet kunnen vervullen.
Die conclusie betekent niet dat de VN dezelfde status heeft als staten, maar het betekent wel dat het een subject van internationaal recht is en dat het zodoende ook het recht heeft om claims in te brengen tegen staten. Dit heeft niet alleen implicaties voor de VN. Het betekent ook dat andere internationale organisaties ook rechtspersoonlijkheid kunnen bezitten.
Gevolg: recht op het maken van een schadeclaim?
De vervolgvraag is of het dan ook het recht heeft om het type claim in te brengen als waar op gedoeld werd in deze context: een claim om schadevergoeding in het geval een van haar medewerkers schade oploopt tijdens de uitoefening van zijn taken. Ook deze vraag wordt bevestigd beantwoord. Volgens het IGH kan er geen twijfel over bestaan dat de VN het recht heeft een claim in te brengen tegen een van haar lidstaten wanneer deze de organisatie schade heeft berokkend door het schenden van haar plichten met betrekking tot de organisatie.
Het tweede deel van de vraag is of een dergelijke claim ook kan worden neergelegd uit naam van het slachtoffer. De enige praktijk waar dit een beetje mee vergeleken kan worden is dat wanneer een diplomaat zijn taken uitoefent, hem diplomatieke bescherming ten deel valt. De medewerkers waar het hier om gaat zijn echter geen diplomaten van een staat. Maar het IGH komt tot de conclusie dat mits schade het gevolg is van een schending van een rechtsplicht door een staat jegens de VN, deze ook het recht heeft om een schadeclaim in te brengen. Dit omdat de VN anders onmogelijk de taken uit kan oefenen die het door het Handvest zijn toebedeeld.
Wat als het gaat om niet-lidstaten?
Dan blijft er nog een laatste kwestie over. De eerder besproken materie is van toepassing op het aanspreken tot schadevergoeding van lidstaten van de VN. Wat nu wanneer het – zoals in het geval van Bernadotte en Israël – gaat om niet-lidstaten? Kan een internationale organisaties als de VN hen dan ook aanspreken? Ja dat kan oordeelt het IGH. Normaliter geldt de internationale rechtspersoonlijkheid van een internationale organisatie alleen tegenover internationale rechtssubjecten die deze rechtspersoonlijkheid impliciet of expliciet hebben erkend. Aangezien de VN het merendeel van de staten in de wereld vertegenwoordigt kan echter gesteld worden dat het
objectieve rechtspersoonlijkheid bezit en niet alleen rechtspersoonlijkheid die afhankelijk is van erkenning van individuele staten.
Zodoende zijn dus alle vragen van de VN aan het Gerechtshof bevestigend beantwoord. De belangrijkste
rechtsregel die hieruit kan worden afgeleid is dat de VN krachtens de haar toegekende bevoegdheden rechtspersoonlijkheid bezit en daarmee ook het recht heeft om namens haar medewerkers internationale claims in te dienen. Deze uitkomst heeft ook implicaties voor andere internationale organisaties.