Mensenhandel en mensensmokkel, wat is het verschil?
Mensenhandel en mensensmokkel zijn geen synoniemen van elkaar. Wat is het verschil? De termen mensenhandel en mensensmokkel worden regelmatig door elkaar gebruikt, terwijl het twee afzonderlijke delicten betreft met eigen strafbaarstellingen. De verwarring ontstaat, doordat deze delicten soms overlap vertonen. Hoe kunnen zij van elkaar worden onderscheiden? Een aantal handvatten geeft duidelijk het verschil aan tussen deze begrippen. Door het stellen van de juiste vragen kan iedereen het verschil tussen beide ontdekken. De termen hoeven daarom nooit meer met elkaar te worden verward.
Inhoud
Met behulp van een aantal aangereikte punten, kan het verschil tussen mensenhandel en mensensmokkel duidelijk gemaakt worden. Het zijn beide ernstige feiten, die zich in allerlei vormen voordoen, zoals uit de gegeven voorbeelden zal blijken. Het is niet altijd zwart wit en deze delicten kunnen juridisch erg ingewikkeld zijn. Een caveat is daarom op zijn plaats: mensenhandel en mensensmokkel zijn onderling te onderscheiden, maar niet altijd te scheiden.
Wat is mensenhandel?
Mensenhandel is - simpel gezegd - het dwingen van mensen om zich beschikbaar te stellen om arbeid of diensten te verrichten dan wel om hun organen beschikbaar te stellen. Op het delict mensenhandel rust een gevangenisstraf van twaalf jaar of meer dan wel een boete van de vijfde categorie. Delicten met een strafmaat van twaalf jaar of meer kennen geen verjaringstermijn. Mensenhandel verjaart daarom nooit (artikel 70, lid 2 Wetboek van Strafrecht). De strafbepaling voor mensenhandel in het wetboek van strafrecht (WvSr) is opgebouwd uit een viertal criteria:
- het gebruik van ongeoorloofde middelen (zoals chantage, geweld of misleiding);
- de kwetsbare positie van het slachtoffer (zoals illegalen, minderjarigen of geestelijk gehandicapten);
- de aard van de werkzaamheden (zoals straatroof of kindsoldaat);
- de omstandigheden waaronder de uitbuiting is verricht (zoals het inhouden van reisdocumenten).
Een persoon hoeft niet fysiek (opgesloten of bewaakt) beperkt te zijn wat zijn vrijheid betreft. Die beperking kan blijken uit zijn omstandigheden: er is gewoon geen ander alternatief voor het slachtoffer anders dan de uitbuiting lijdelijk te ondergaan. Zo kan iemand illegaal in Nederland verblijven, de taal niet machtig en niet over zijn reispapieren vrij beschikken bijvoorbeeld slachtoffer van mensenhandel zijn. Het slachtoffer heeft geen andere keus dan zich te laten exploiteren.
Gedwongen prostitutie
In de rechtspraak is een definitie ontstaan om gedwongen prostitutie aan te geven. Volgens de rechtspraak is sprake van gedwongen prostitutie, wanneer een persoon in een situatie verkeert, die niet gelijk is aan de situatie waarin een mondige sekswerker pleegt te verkeren. Zo wijzen de volgende voorbeelden op gedwongen prostitutie: het afstaan van de verdiensten, verplichte klantenquotum, geweld, geen eigen klantenkeus, bewaking, telkens verplaatst worden, verhandeld worden aan een andere handelaar enzovoorts. Wat als het slachtoffer instemt met de uitbuitingssituatie? Wanneer de overige criteria bewezen kunnen worden (
artikel 273f WvSr) zoals misleiding of geweld bijvoorbeeld, speelt instemming geen rol.
Uit de vier opgesomde punten zijn een aantal vaste handvatten af te leiden:
- er is sprake van het gebruik van dwangmiddelen;
- er is sprake van uitbuiting;
- er is sprake van een slachtoffer.
geweld als dwangmiddel /
Bron: Bykst, PixabayDwangmiddelen
De wet zelf maakt een open opsomming van diverse dwangmiddelen en wel onder artikel 273f lid 1, onder 1 WvSr:
- dwang;
- geweld of andere feitelijkheid;
- dreiging met geweld of andere feitelijkheid;
- afpersing;
- fraude;
- misleiding;
- misbruik uit feitelijke omstandigheden voortvloeiende overwicht (denk aan familierelaties zoals moeder kind);
- misbruik van een kwetsbare positie;
- door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming te krijgen van een persoon die zeggenschap over die ander heeft (zoals babyhandel).
Subtiele dwang
De dwang kan subtiel zijn. Het kan schommelen tussen de subtiele dwang van personen in een afhankelijke positie (bedelende kinderen bijvoorbeeld) tot volledige controle en dreiging met geweld. Een dwangmiddel hoeft niet uitsluitend tegen het slachtoffer te zijn gericht, het kan ook betrekking hebben op een derde (zoals een familielid of een medeslachtoffer).
Uitbuiting
De strafbaarstelling van mensenhandel richt zich op uitbuiting. Uitbuiting kan op allerlei, bijna ontelbare manieren voorkomen. Denk aan arbeid uitbuiting in de tuin- en landbouw, het huishouden of horeca. Het kan seksuele uitbuiting zijn zoals gedwongen prostitutie of deelname aan porno-opnames. Daarnaast kan uitbuiting het onder dwang trouwen zijn of illegale adoptie of het plegen van strafbare feiten zijn.
Veel voorkomende strafbare feiten in dit opzicht zijn zoal:
- winkeldiefstal;
- zakkenrollen;
- drugshandel;
- strafbare feiten met een financieel oogmerk.
Het is uiteraard niet uitgesloten, maar bij mensenhandel hoeft geen sprake te zijn van verplaatsing van A naar B (bewegen). Een persoon kan slachtoffer worden van mensenhandel in zijn eigen woonplaats, denk bijvoorbeeld aan een ontvoering voor de lichaamsorganen. De persoon die een transplantatie wil ondergaan, kan zelf naar de stad (land) in kwestie toe reizen om daar geopereerd te worden (transplantatietoerisme).
Slachtoffer
Het wetsartikel 273f WvSr is onderverdeeld in 9 subgroepen (leden), die telkens een vorm van mensenhandel (of de gevolgen daarvan) beschrijven. De straffen brengen tot uitdrukking dat mensenhandel in onze maatschappij gezien wordt als een ernstig delict, dat zijn slachtoffer(s) vreselijke schade toebrengt. Het wetsartikel kent ook straf verzwarende omstandigheden zoals letsel of de dood van het slachtoffer. De straffen beginnen bij een maximum gevangenisstraf en van twaalf jaar en een boete van de vijfde categorie tot levenslang of gevangenisstraf van ten hoogste dertig jaar (art. 273f, lid 5 WvSr). De verdeling van
de boetes naar categorie is hetzelfde als de boetecategorieën bij brandstichting.
Het centrum kinderhandel mensenhandel (CKM)
Het CKM is een onderdeel van FIER, het landelijk expertisecentrum op het gebied van geweld in afhankelijke relaties. FIER verleent zorg en vangt slachtoffers van mensenhandel op. Het
CMM publiceert veelvuldig over mensenhandel, voert lobby en heeft veel expertise over dit onderwerp. Ook zijn zij actief op internationaal gebied.
Traffickcam
Burgers kunnen zelf een bijdrage leveren in de strijd tegen mensenhandel door foto's van hotelkamers waar zij logeren te uploaden via de Traffickcam. Slachtoffers worden namelijk vaak afgebeeld op foto's die wereldwijd in hotelkamers zijn genomen. Op de website van Traffickcam staat hoe de foto's het beste genomen kunnen worden. De foto's worden in een database geplaatst, waaruit de opsporing kan putten om verdachte locaties te vinden. Er bestaat ook een Traffickcam-app.
Wat is mensensmokkel?
bootvluchtelingen /
Bron: Geralt, Pixabay
Na de uitleg over mensenhandel is de term mensensmokkel vanwege het contrast makkelijker en korter toe te lichten. Populair gezegd is mensensmokkel hulp bij de illegale, grensoverschrijdende toegang, doorreis of verblijf. De mensensmokkelaar begeleidt of vervoert mensen bijvoorbeeld naar een ander land. De smokkelaar weet (of heeft het vermoeden), dat de gesmokkelde personen daar illegalen (zullen) zijn en dat de toegang of doorreis niet wettelijk plaatsvindt of kan plaatsvinden. De gesmokkelden zijn wanhopig om te ontsnappen aan een oorlog of hebben economische redenen en de hoop op een beter leven. De gesmokkelden willen de mensensmokkelaar flink betalen en nemen de gevaren op de koop toe. Een smokkelaar kan zich ook richten op het helpen (tegen betaling) door het bieden van gelegenheid, middelen of inlichtingen. Denk aan het regelen van een container of het verzorgen van valse reispapieren. Op 1 juli 2016 heeft de overheid
de strafbepalingen voor mensensmokkel flink verhoogd.
De straffen schommelen tussen zes jaar gevangenisstraf of een boete van de vijfde categorie tot een gevangenisstraf van achttien jaar. Evenals bij mensenhandel gaan de straffen voor mensensmokkel geleidelijk omhoog naar mate sprake is van straf verzwarende omstandigheden. Het belang van de Staat (soevereine grondgebied) is primair in het geding, niet die van de (uitgebuite) gesmokkelde persoon.
Een aantal punten die te herleiden zijn uit artikel 197a WvSr, dat mensensmokkel strafbaar stelt, is:
- dat het om het bieden van een bepaalde vorm van hulp gaat;
- dat het een grensoverschrijdende karakter betreft: verplaatsen van A naar B (bewegen).
Een vorm van hulp
Bij mensensmokkel hoeft niet altijd sprake te zijn van een 'slachtoffer'. Het is ook weer niet zo dat mensenhandel alleen slachtoffers kent en mensensmokkel opportunisten of mensen die het zich kunnen permitteren te vluchten naar een veilig oord. Mensensmokkelaars kunnen personen flink uitbuiten door woekerprijzen te rekenen of ze bloot te stellen aan gevaarlijke situaties (overvolle, lekkende boten bijvoorbeeld). De hulp die geboden wordt kan zich voordoen op allerlei manieren. Een visum onwettig verlenen, een vrachtwagen ter beschikking stellen of het begeleiden langs een vluchtroute bijvoorbeeld.
Grensoverschrijdend verplaatsen
De hulp van de smokkelaar richt zich op toegang (illegale binnenkomst) tot of doorreis door een land waar de gesmokkelde niet op een wettelijke manier kan komen of verblijven. Een mensensmokkelsituatie kan overgaan in mensenhandel. Het is altijd grensoverschrijdend. Een gesmokkelde persoon zoals een vluchteling kan in een uitbuitingssituatie terecht komen bijvoorbeeld, wanneer hij zijn 'ticket' moet terugverdienen. Ook mensensmokkel doet zich voor in diverse facetten.
Wat is het verschil? Stel de juiste vragen
Die vragen kunnen zijn:
- Is sprake van uitbuiting of een uitbuitingssituatie, het gebruik van een dwangmiddel en is de persoon slachtoffer van dit alles?
- Is sprake van een vorm van hulp in relatie tot een grensoverschrijding?
- Is er sprake van een mengvorm, is de mensensmokkel verworden tot een mensenhandelsituatie?