Rekenen met massaverhoudingen
In de scheikunde wordt vaak gebruik gemaakt van een massaverhouding bij het berekenen van de benodigde massa in een reactie. Door het opvlogen van enkele standaard stappen is het snel mogelijk om de juiste massa te berekeken.
Wat heb je nodig
- De massaverhouding
- Een gegeven waarde ( De hoeveelheid die gebruikt wordt)
- Een rekenmachine
Voorbeelden van massaverhoudingen
- IJzer en zuurstof 7:2
- Koolstof en zuurstof 3:8
- Waterstof en zuurstof 1:8
- Natrium en chloor 2:3
- IJzer en zwavel 7:4
- Calcium en zwavel 5:4
Toelichting
De verhouding geeft de benodigde massa in gram aan. Bij calcium en zwavel hoort de verhouding 5:4 Hier moet je dus vijf gram calcium in aanraking brengen met vier gram zwavel voor een reactie.
Wat bereken je met een massaverhouding?
Bij het rekenen met massaverhoudingen maak je gebruik van de volgende wet: De massa van alle stoffen voor de reactie is samen net zo groot als de massa van alle reactieproducten bij elkaar. Deze wet geldt altijd. Als de reactieproducten minder zwaar zijn dan de oorspronkelijke stoffen dan is er gas bij vrij gekomen.
Rekenen bij reacties: stappenplan
1: Schrijf de formule op in letters of in symbolen
In letters: ijzer (s) + zuurstof (g) ijzeroxide (s)
In symbolen: Fe (s) + O (g) Fe (s), O (g)
2. Noteer welke stof gegeven is en welke gevraagd. Noteer de gegeven stof voor de gevraagde stof!
2,0 gram ijzer ? gram zuurstof
3. Schrijf de massaverhouding onder de gegevens!
2,0 ?
7,0 2,0
4. Reken met behulp van de verhouding de juiste massa uit!
2,0 * 2,0/7,0 = 0,57 gram
Toelichting
A B
C D
B=?
Altijd A*D/C