Soorten en toepassingen van asbest in Nederland
Asbest is een natuurlijk silica-mineraal, opgebouwd uit kleine vezels die allemaal in dezelfde richting zijn geordend. Het is in het verleden gebruikt in allerhande materialen. In de vorm van vezels, draad of vlokken is het toegepast in stoffen, kleding, spuitasbest, isolatievlokken en vilt. Het komt in cementgebonden vorm voor in platen en buizen. Ook kan het gebonden zijn met bindmiddelen zoals lijm en rubber en komt dan voor in papier, karton en pakkingen. Het woord asbest komt van het Griekse asbestos, wat onverwoestbaar of onvergankelijk betekent. En dat is een goed gekozen naam. Asbest is uitstekend bestand tegen zeer hoge temperaturen maar bijvoorbeeld ook tegen water. En ook bij toepassing in een agressief milieu zoals in de varkensmest blijft het materiaal onaangetast.
Gezondheidsaspecten
Helaas is toen het al een jarenlang gebruikt werd gebleken dat de toepassing van asbest risico’s voor de volksgezondheid heeft: wanneer asbestvezels in de longen dringen kunnen ze daar long(vlies)kanker veroorzaken. In theorie kan een enkele vezel al kanker veroorzaken, maar hoe vaker je blootgesteld wordt aan asbest, hoe groter de kans wordt. Kanker ten gevolge van asbest manifesteert zich pas tientallen jaren na blootstelling aan asbestvezels.
Serpentijn en amfibool asbest
Asbest komt voor in twee soorten: serpentijn en amfibool asbest.
Serpentijn asbest
- bestaat uit zeer dunne laagjes
- is opgerold tot dunne holle vezels welke flexibele, gekrulde vezels vormen
- levert bij splijting kortere vezels met dezelfde diameter
- dringt minder ver door in de longen dan amfibool asbest
Een voorbeeld van serpentijn asbest is chrysotiel (wit asbest). Dit is het meest toegepaste asbest, het komt in ca. 84% van de toepassingen voor.
Amfibool asbest
- is niet hol en minder flexibel dan serpentijn asbest
- bestaat uit naaldvormige vezels
- kan in de lengterichting splijten in dunnere vezels
- kan verder doordringen in de longen dan serpentijn asbest
Voorbeelden van amfibool asbest zijn:
- Amosiet (bruin asbest), dit komt voor in ca. 4% van de toepassingen in Nederland
- Crocidoliet (blauw asbest), dit komt voor in ca. 12% van de toepassingen in Nederland.
De overige amfibole asbestsoorten (tremoliet (grijs asbest), actinoliet (groen asbest) en anthofyliet (geel asbest)) zijn in Nederland vrijwel niet toegepast.
Hechtgebonden of niet-hechtgebonden
Asbest komt voor als hechtgebonden of niet-hechtgebonden asbest. Bij de hechtgebonden soorten asbest zijn de vezels zodanig gebonden aan het bindmiddel dat ze onder normale omstandigheden vrijwel niet los zullen komen. En omdat er vrijwel geen losse vezels zijn, is het risico voor de volksgezondheid beperkt. Maar door verwering kan de hechtgebondenheid afnemen. Hechtgebonden asbest is voornamelijk chrysotiel asbest en soms crocidoliet.
Niet-hechtgebonden asbest is slecht gebonden aan het bindmiddel. Daardoor kunnen makkelijk vezels loskomen. Losse vezels vormen een gevaar voor de volksgezondheid. Het gaat dan om materialen in toepassingen die geperst, gesponnen of gespoten zijn. Meestal zal het chrysotiel, crocidoliet en amosiet betreffen.
Voorbeelden van hechtgebonden toepassingen zijn:
- golfplaat: daken van schuren en garages
- asbestplaat: grijs, 3-8 mm dik, wafelpatroon, gevel- en dakbeschot
- asbestplaat met coating: geverfd of geëmailleerd voor buitengevels
- bloembakken
- asbestboard: hardboardachtige plaat, geelbruin, gebruikt voor aftimmering
- schoorsteen en luchtkanaal, hittebestendige platen onder en achter kachels en cv’s
- riolering-, gas- en waterleidingen: buizen, kokers
- imitatie-marmer: plaat, vensterbank
- vinyltegels: harde tegel, wit gevlamd, met zwarte kit verlijmd
- dakleitjes: imitatieleisteen
Voorbeelden van niet-hechtgebonden toepassingen zijn:
- vinylzeil: toegepast vóór 1980 in keukens en op trappen
- afdichtkoord: wit/grijs pluizig koord, voornamelijk toegepast in verwarmingstoestellen
- brandwerend (amosiet)board: zachtboardplaat, lichtbruin-geel van kleur
- asbestkarton: grijze kartonachtige plaat, veel toegepast als wandaftimmering
- asbestvilt
- asbestpapier
- stucwerk: vezelachtige korrel toegepast op wanden en plafond
- spuitasbest: vezels vermengd met weinig cement, o.a. toegepast in de utiliteitsbouw
- plug- of gatendichter: ook wel bekend als herculesplug of wonderplug
- warmhoudplaatje
- elektrische apparaten: grijs, kartonachtig isolatiemateriaal
asbesttouw /
Bron: Aram Dulyan, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Toepassen niet meer toegestaan
Sinds 1 juli 1993 is het beroepsmatig in voorraad houden, toepassen en hergebruiken van asbesthoudende materialen verboden. Dat werd geregeld in het Asbestbesluit Arbeidsomstandighedenwet, die op 1 juli 1997 opgegaan is in het Arbeidsomstandighedenbesluit. Op 1 september 1998 werd de Regeling Bouwbesluit materialen 1998 van kracht. Hierin is geregeld dat het ook voor particulieren verboden is om asbesthoudende materialen in bouwwerken toe te passen. Sinds 1 januari 2003 is de Regeling Bouwbesluit 2003, behorende bij het Bouwbesluit 2003, van kracht.
Asbest in bodem
Op 16 november 2016 deed de Raad van State uitspraak in zaak 201508764/1/A1. Hierin bepaalde de RvS dat de aanwezigheid van puin in de bodem altijd leidt tot een verdenking van de aanwezigheid van asbest, en dus een onderzoeksverplichting voor asbest.