Tiger I, Duitslands legendarische tank
De Tiger I tank is een van de legendarische machines van de Tweede Wereldoorlog geworden en een dankbaar onderwerp voor modelmakers, pantserkenners en historici.
Hoewel hij lang niet meer aan de eisen van moderne oorlogsvoering voldoet, is het toch de geschiedenis in gegaan als een van de belangrijkste tanks ooit gebouwd.
Korte ontstaansgeschiedenis
Hoewel de Duitse legertop dacht dat de bestaande Panzer III en IV tanks voldoende waren voor de komende campagnes, begon de Duitse industrie in 1937 met het ontwerpen van een zware tank. Dit bleek geen overbodige luxe, want tijdens de strijd in Rusland, kwamen de Duitse troepen tegenover de superieuere Sovjet T-34 en KV-1 te staan, waar ze geen antwoord op hadden. De specificaties voor de nieuwe tank waren: 45-ton met zware bepantsering, 88mm kanon, snel en goed manouvreerbaar. De firma Porsche maakte een begin met een ontwerp, maar kreeg te maken met serieuze complicaties. Henschel begon toen, onder leiding van Dr. Erwin Alders, met een eigen ontwerp. Beide firma's hadden op Hitler's verjaardag, 20 april 1942, een prototype gereed, welke door hem in Rastenburg werden bekeken. Zowel het Porsche- als het henschel-ontwerp werden aan diverse tests onderworpen. Ondanks de zeer goede betrekkingen die Dr. Ferdinand Porsche met Hitler had, won het Henschel-model, vooral door de grotere manouvreerbaarheid.
De produktie begon in augustus 1942 met 25 stuks per maand. Topproduktie van 104 per maand werd in april 1944 bereikt. Er waren ongeveer 300.000 manuren nodig om een Tiger te bouwen, bijne tweemaal zoveel als voor een Panther-tank nodig was.
De kosten van een Tiger waren hoog: ca. 250.000 Reichsmark. Een Panzer III-tank kostte RM 96.200 en een Panther-tank ongeveer RM 117.000. En dat zonder bewaping en radio. Omgerekend in Amerikaanse dollar kostte de Tiger 100.000. Vandaag de dag zou dat 1.282.000 dollar zijn (vergelijk met de huidige Amerikaanse Abrams-tank: 4.300.000 dollar).
De nieuwe tank werd officieel Panzerkampfwagen VI H (88mm) (SdKfz 182) genoemd. Vanaf maart 1942 ging de tank als de "Tiger" door het leven. Het was de sterkste tank van dat moment ter wereld. Zijn 88mm kanon was extreem krachtig en het pantser maakte hem zo goed als onkwetsbaar voor vijandelijk vuur. Hoewel deze onkwetsbaarheid tot mythische proportisch uitgroeide, was zijn debuut op het slagveld minder geslaagd.
Zo werden de eerste vier Tigers in augustus 1942 ingezet bij Leningrad, waar ze achter elkaar over moerassig terrein moesten rijden. Hoewel de bepantsering niet werd doorboord, werden alle vier de tanks uitgeschakeld. Drie stuks konden later gered worden. Ondanks dit slechte begin leerde men snel hoe met deze tanks om te gaan en werden al snel eenheden uitgerust en getraind. Eind 1942 waren er Tiger-eenheden in Rusland, Afrika en Italie. Er waren opleidingsinstituten in zowel Duitsland als Frankrijk.
In 1943 en 44, vernietigden de Tigers reusachtige hoeveelheden Russiche tanks en voertuigen en vaak trokken de Russische troepen zich al terug zodra ze een Tiger in het vizier kregen. In Noord-Afrika en Italie ontstond een vergelijkbaar resultaat en dit had vooral een spychologisch effekt op de geallieerde troepen. Op 1 feb. 1943 kregen de Britten een onbeschadigde Tiger in handen en deden er uitputtende testen mee. Tot hun ongenoegen was het resultaat dat het inderdaad een uitstekende tank was met zeer grote vuurkracht en een bepantsering waar zelfs hun sterkste anti-tank kanons niet tegen op konden.
Het geallieerde moraal (Tigerfobie) werd dusdanig aangetast, dat Generaal Montgomery het verbood om de kwaliteiten van de Tigers zelfs maar te noemen. Misschien wel de bekendste ontmoeting met een Tiger was in Normandie met die van SS Obersturmfuhrer Michael Wittman. Met een enkele actie en met slechts een enkele Tiger, vernietigde hij in een paar minuten 25 tanks, 14 half-tracks en 14 brencarriers. Door de geallieerde overmacht in de lucht werden de Tigers in Frankrijk vooral ingezet in een defensieve en meer statische rol. Omdat de Tigers een enorm verbruik hadden, bespaarde dit veel brandstof en beperkte men mechanische defekten tot een minimum.
Zwakke punten
Gedurende de gehele oorlog bleef het mechaniek van de Tigers een zwak punt. Als het preventief onderhoud niet of niet tijdig werd uitgevoerd kwamen er al gauw problemen met de transmissie. Vooral doordat de tank zo zwaar was. Veel Tigers werden hierdoor dan ook door hun eigen bemanning verlaten of vernietigd. Tot het wegslepen waren alleen de sterkste tractoren in staat en soms waren er meerdere tegelijk nodig. En hoewel strikt tegen de regels in verleenden de Tigers ook elkaar onderling sleephulp. Een ander probleem waren de elkaar overlappende stalen wielen. Modder en vuil bleven hier makkelijk tussen hangen en bevroor in de winters. Hierdoor braken nogal eens de rupsen of kon de tank helemaal niet meer vooruit. Het gewicht en de grootte van de tank gaven ook andere problemen. Zo moesten de routes zorgvuldig gepland worden omdat veel bruggen te zwak waren of wegen niet breed genoeg. Er moesten ook speciale treinwagons ontworpen worden en moest de tank van speciale smallere transportrupsen worden voorzien, iets wat de bemanningen geen al te leuk werkje vonden.
Sterke punten
De twee sterkste punten van de Tiger waren zijn kanon en zijn pantsering. Het 88mm KwK 36 L/56 was het krachtigste anti-tankkanon van zijn tijd en was in staat om op een afstand van 1400 meter een pantser te doorboren van 112mm dikte. Ook de kwaliteit van het staal (nikkel-staal) was harder en taaier dan dat van welke andere tank dan ook. Doordat het tegelijkertijd zo dik was, werd de tank bijna onoverwinnelijk. Vijandelijke troepen zagen hun afgeschoten granaten vaak letterlijk afketsen, waarna ze zelf vanaf grote afstand werden vernietigd. Ook was de tank, ondanks zijn gewicht, zeer wendbaar en slechts 2 km/h langzamer dan de veel lichtere Panzer III en IV.
Nog bestaande Tigers:
Type | Waar | Land | Eenheid | Bijz.heden | Chassisnr. |
Tiger I | Bovington tank museum | Engeland | 501st Heavy Tank Battalion | Buitgemaakt in Tunesie. De enige volledig gerestaureerde Tiger I ter wereld | 250112 |
Tiger I | Prive restauratiewerkplaats | Engeland | 501st Heavy Tank Battalion | Deze Tiger is van het U.S. Army Ordnance Museum in Aberdeen, Maryland. Het was in bruikleen gegeven aan Duitsland maar het was de bedoeling om in Engeland tot restauratie over te gaan. Het museum is nu bezig te proberen de Tiger terug te halen naar Aberdeen, ongeacht of de restauratie voltooid is | |
Tiger I | Saumur tank museum | Frankrijk | 2nd Kompanie, s.SS-Pz.Abt. 102 | Een laat model met de smalle transport rupsen. Verlaten in the Falaise-ketel in 1944 en door het Franse verzet buitgemaakt en gebruikt | 251114 |
Tiger I | Vimoutiers Memorial | Frankrijk | s.SS-Pz.Abt. 102 | Beschadigd doordat de bemanning de tank heeft proberen op te blazen. De tank staat even buiten Vimoutiers en in 1983 is men begonnen met het plannen van een restauratie | 251113 |
Tiger I | Kubinka Tank Museum | Rusland | | Een vroeg model, buitgemaakt tijdens Operatie Zitadelle, Leningrad, 1942 | 250427 |
Tiger I | Militair Historisch Museum Lenino-Snegiri | Rusland | | Zwaar beschadigd en gevonden in een moeras vlakbij het museum. De tank staat in de open lucht in Lenino op ongeveer een uur gaans vanaf Moskou | 251227 |
Tiger II B | Bovington Tank Museum | Engeland | | Vroeg model met Porsche-toren | |
Tiger II | Munster Tank Museum | Duitsland | s.SS-Pz.Abt. 501 | Torennummer 121 | |
Tiger II | Thun Tank Museum | Zwitserland | | Na de oorlog door Frankrijk aan Zwitserland geschonken | |
Tiger II | Bovington Tank Museum | Engeland | s.SS-Pz.Abt. 501 | Torennummer 104 | |
Tiger II | Saumur Tank Museum | Frankrijk | | De enige nog rijdende Tiger II ter wereld | |
Tiger II B | Patton Museum, Fort Knox | VS | s.SS-Pz.Abt. 501 | Torennummer 332. Gebouwd in september 1944, Achtergelaten in dec. 1944 bij Coo-Biester vlakbij La Gleize | 280243 |
Tiger II B | Kubinka Tank Museum | Rusland | | Mogelijk een commando-uitvoering | |
Sturmtiger | Munster Tank Museum | Duitsland | Sturm Moerserbatterie 1002 | Door het Amerikaanse leger buitgemaakt in april 1945. Nu in eigendom van de Wehrtechnische Studiensammlung in Koblenz | 250174 |
Sturmtiger | Kubinka Tank Museum | Rusland | | | |
Jagdtiger | Bovington Tank Museum | Engeland | | Prototype met Porsche-mechaniek. Door het Britse leger buitgemaakt op het testparcours van Henschel in Haustenbeck, Duitsland, 1945 | 305004 |
Jagdtiger | U.S. Army Ordnance Museum | VS | | | 305020 |
Vroege Elefant | Kubinka Tank Museum | Rusland | | Mogelijk buitgemaakt tijdens Operatie Zitadelle | |
Late Elefant | U.S. Army Ordnance Museum | VS | | Een aangepast model dat in Italie werd buitgemaakt | |
Belangrijkste aanpassingen aan de Tiger I
In het tijdvak dat deze tank werd geproduceerd, zijn er vele kleine en minder kleine veranderingen aan het oorspronkelijke ontwerp aangebracht. Dit kwam voort uit onder andere de terugkoppeling uit de dagelijkse praktijk en door tekorten aan materialen naarmate de oorlog langer duurde.
Augustus 1942:
- Haken voor achterjalouzien geplaatst.
- Montageogen voor camouflageframe gemonteerd.
- Rookgranaatwerpers gemonteerd.
- Compleet gereedschapset toegevoegd.
September 1942:
- Rupskabels aan zijkant geplaatst.
Oktober 1942:
- Antennepunt achter verwijderd.
- Convoy-achterlicht geplaatst.
- Schep op de voor-bovenzijde.
- Sleepkabels omgekeerd.
November 1942:
- Feifel luchtfilter systeem gemonteerd.
- Spatborden op zijkant romp.
- Scharnierbare spatborden voor en achter geplaatst.
- Kanonsmantel versterkt.
December 1942:
Januari 1943:
- S-Minen-werpers toegevoegd.
- Schermen rondom uitlaten geplaatst.
- Bagagetrommel geplaatst.
Februari 1943:
- Ventilatiedeksel op motorcompartiment geplaatst.
- Wielrand aangepast voor gebruik van 18 bouten.
- Starterschacht achter onder gemaakt.
- 6 kanonreinigingstaven.
Maart 1943:
- Grote ovale Feifel filters.
- Driehoekig deksel achterop.
- Ladersperiscoop geplaatst.
April 1943:
- 3 reserve rupshouders geplaatst.
- Wielrand aangepast voor gebruik van 12 bouten.
- Naaf van de aandrijfkrans veranderd in sterpatroon.
- 2 reserve rupshouders geplaatst.
Mei 1943:
- Motor wordt de Maybach HL230.
Juni 1943:
- Rookgranaatwerpers verwijderd.
Juli 1943:
- Nieuwe toren geinstalleerd.
- Zimmerit anti-magnetische mijnlaag toegepast.
Augustus 1943:
- Enkele koplamp inplaatst van twee.
- Spleten in observatieopeningen in de toren wijder.
September 1943:
- C-ankers toegevoegd achter en bovenop.
Oktober 1943:
- S-Minen-werpers verwijderd.
- Pistoolpoort afgeschaft.
- Rupsgereedschaptrommel niet meer toegepast.
- Feifel luchtfilter systeem verwijderd.
- Chevrons op de rupsschakels.
November 1943:
- Externe reisklem voor kanon geplaatst.
Januari 1944:
- 20-tons krik toegevoegd.
- Schep voorop niet meer toegepast.
- Rompaanvullingen voor en achter van inkepingen voorzien.
Februari 1944:
- Volledig stalen wielen in plaats van wielen met rubberren rand.
- Gereedschappen verplaatst.
- Externe reisklem voor kanon niet meer toegepast.
Maart 1944:
- Laderluik in kort scharnierende uitvoering.
- Monocular kanonsvizier.
- Dak van toren naar 40mm dikte.
April 1944:
- Houten planken op brandstoftanks.
Juni 1944:
- Ontsnappingsluik uitgevoerd met twee sluitingen.
Meer informatie vindt u in: Germany's Tiger Tanks: D.W. to Tiger I door L. Jentz & Hilary L. Doyle. Dit voortreffelijke naslagwerk bevat een volledige lijst van aanpassingen aan de Tiger I. Een andere complete lijst is te zien op Mr. Jentz online Tiger I modifications list.
Technische gegevens van de Panzerkampfwagen VI Tiger I Ausf. E (SdKfz 181):
Algemeen |
Fabrikant | Henschel, Krupp (toren) |
Fgst. nummers | 250001-251346 |
Radio (binnen) | Intercom |
Radio (buiten) | FuG5 and FuG2 |
Bemanning | 5 (Chauffeur, radio operateur, schutter, commandant en lader) |
Afmetingen |
Lengte (met kanon) | 8,45 m (27.7 ft) |
Lengte (zonder kanon) | 6,316 m (20.66 ft) |
Breedte met standaard rups | 3.72 m (12.2 ft) |
Breedte met transportrups | 3,14 m (10.3 ft) |
Hoogte van de romp | 1,78 m (5.8 ft) |
Hoogte tot koepel | 3,00 m (9.8 ft) |
Totaalgewicht | 57.250kg (126,214.5 lbs) |
Transportgewicht | 52.250kg (115,191.4 lbs) |
Motorgegevens |
Motor | Maybach HL 210 P45 |
| Maybach HL 230 P45 (vanaf Fgst. 250251) |
Motortype | Watergekoelde V-12 |
Cylinderinhoud | (HL 210) 21 liter, (HL230) 23 liter |
Vermogen (max) | (HL 210) 650 PK bij 3000 rpm, (HL 230) 700 PK bij 3000 rpm |
Transmissie | Maybach Olvar Type OG 40 12 16, 8 vooruit, 4 achteruit |
Max snelheid 1ste versnelling | 2.8 km/h (1.8 m/h) |
Max snelheid 2de versnelling | 4.3 km/h (2.7 m/h) |
Max snelheid 3de versnelling | 6.2 km/h (3.8 m/h) |
Max snelheid 4de versnelling | 9.2 km/h (5.7 m/h) |
Max snelheid 5de versnelling | 14.1 km/h (8.7 m/h) |
Max snelheid 6de versnelling | 20.9 km/h (13 m/h) |
Max snelheid 7de versnelling | 30.5 km/h (18.9 m/h) |
Max snelheid 8ste versnelling | 45.4 km/h (28 m/h) |
Max snelheid 1ste achteruit | 2.8 km/h (1.8 m/h) |
Max snelheid 2de achteruit | 4.3 km/h (2.7 m/h) |
Max snelheid 3de achteruit | 6.2 km/h (3.8 m/h) |
Max snelheid 4de achteruit | 9.2 km/h (5.7 m/h) |
Overig |
Rupsoppervlak bij grondcontact | 3,605 m2 |
Standaard rupsbreedte | 720mm (2.36 ft) |
Transport rupsbreedte | 520mm |
Schakels per rups | 96 |
Schakelgewicht standaardrups | 26,76kg (59lbs) |
Totaalgewicht per rupsband | 2880 kg (6349lbs) |
Vering | torsiestaven in breedte |
Aantal wielen per kant | 4 dubbele en 4 driedubbele |
Wieltype | Rubber (vroeg) or Staal (laat) |
Wielmaat | 800 x 75mm (31.5 x 2.95 ins) |
Snelheid (maximum) | 45.4km/h (28m/h) |
Snelheid (op de weg) | 20 km/h (12.5m/h) |
Actieradius (op de weg) | 125 km |
Actieradius (terrein) | 80 km |
Klimhoek | 35 graden |
Oversteekbreedte | 2.5 m (8.2ft) |
Waaddiepte | 1.6 m (5.24ft) |
Bodemspeling | 470mm |
Gronddruk met standaardrups | 1,04kg cm2 (14.8psi) |
Gronddruk met transportrups | 1,43kg cm2 (20.4psi) |
Draaicirkel | 3.44 m (11.28 ft) |
Stuurverhouding | 1:28 |
Stuurinrichting | Hydraulisch wielgestuurd |
Gewichts/vermogen verhouding | 12.3 pk/ton |
Tankinhoud | 569 liter (ongeveer 125 gallons) |
Brandstof | Benzine |
Verbruik (op de weg) | 4,32 liter/km |
Verbruik (terrein) | 6,75 liter/km |
Vuurkracht |
Hoofdkanon | 8.8cm Kw.K. 36 L/56 |
Granaatsnelheid | 600 m/seconde (HE) |
| 773 m/seconde (AP) |
| 930 m/seconde (AP/wolfraamkern) |
Effektief bereik | 3000 m met Pantserdoorborende en 5000 m met Hoogexplosieve granaat |
Aantal granaten | 92 stuks, soms aangepast voor 106 of 120 |
Kanonsvizier | TZF9b 2.5x, 24 graden, later TZF9c |
Hoek | -6.5 graden - +17 graden |
Horizontale draaiing | 360 graden (hydraulisch en handbediening) |
Draaiingssnelheid | 25 tot 60 seconde afhankelijk van motortoerental |
Secundaire wapens | 2 x 7.92mm MG-34 (1 coax in toren, een met kogel) |
Ammunitie | 4800 x 7.92mm |
Vizier | K.Z.F.2 (1.8x 18 graden) |
Hoek | -10 graden - +20 graden |
Horizontale draaiing | 15 graden links en rechts (hand bediening) |
Pantsering |
Pantser | Gewalste homogene nikkel-staal plaat |
| elektrisch gelaste zwaluwstaartverbindingen |
Romp voorzijde | 100mm (3.94in) bij 24 graden |
Romp zijkant boven | 80mm (3.15in) bij 0 graden |
Romp zijkant onder | 60mm (2.36in) bij 0 graden |
Romp achter | 80mm (3.15in) bij 8 graden |
Romp bovenzijde | 25mm (0.98in) bij 90 graden |
Romp bodem | 25mm (0.98in) bij 90 graden |
Toren voorzijde | 100mm (3.94in) bij 8 graden |
Kanonsmantel | 120mm (4.72in) bij 0 graden |
Toren rondom | 80mm (3.15in) bij 0 graden |
Toren bovenzijde | 25mm (0.98in) later 40-45mm (1.57-1.77in) bij 81-90 graden |
Produktieaantallen:
Datum | Aantal | Doel | Notities | Uitgevoerd | Chassisnr. |
April 1942 | 1 | 0 | V1 prototype | 1 | |
Mei 1942 | 0 | 0 | | 1 | |
Juni 1942 | 1 | 5 | | 0 | 250001 |
Juli 1942 | 0 | 15 | | 0 | |
Augustus 1942 | 8 | 10 | | 9 | 250009 |
September 1942 | 3 | 15 | | 2 | |
Oktober 1942 | 11 | 16 | V2 prototype | 8 | 250012 |
November 1942 | 17 | 18 | | 14 | 250022 |
December 1942 | 38 | 30 | V3 prototype | 35 | 250039 |
Januari 1943 | 35 | 30 | | 30 (waarvan 1 hersteld) | 250076 |
Februari 1943 | 32 | 30 | | 30 (waarvan 3 commando) | 250111 |
Maart 1943 | 41 | 40 | | 35 (waarvan 4 commando) | 250143 |
April 1943 | 46 | 45 | | 42 (waarvan 5 commando) | 250184 |
Mei 1943 | 0 | 50 | | 43 (waarvan 4 commando) | 250230 |
Juni 1943 | 60 | 60 | | 49 (waarvan 6 commando) | 250280 |
Juli 1943 | 65 | 65 | | 53 (waarvan 4 commando) | 250340 |
Augustus 1943 | 60 | 70 | | 63 (waarvan 11 commando) | 250405 |
September 1943 | 85 | 75 | | 48 (waarvan 7 commando) | 250465 |
Oktober 1943 | 50 | 80 | | 82 (waarvan 3 commando) | 250550 |
November 1943 | 56 | 84 | | 3 (waarvan 2 commando) | 250600 |
December 1943 | 67 | 88 | | 80 | 250656 |
Januari 1944 | 93 | 93 | | 78 (waarvan 9 commando) | 250723 |
Februari 1944 | 95 | 95 | | 96(waarvan 6 commando en 1 hersteld) | 250816 |
Maart 1944 | 86 | 95 | | 84 (waarvan 4 commando en 1 hersteld) | 250911 |
April 1944 | 104 | 95 | | 88 (waarvan 6 commando en 3 hersteld) | 250991 |
Mei 1944 | 100 | 95 | | 79 (waarvan 6 commando en 5 hersteld) | 251101 |
Juni 1944 | 75 | 75 | | 100 (waarvan 4 commando en 5 hersteld) | 251201 |
Juli 1944 | 13 | 58 | | 63 (waarvan 2 commando en 8 hersteld) | 251340 |
Augustus 1944 | 6 | 9 | | 13 (waarvan 3 commando en 10 hersteld) | 251346 |
Lijst van Tiger I pantserazen:
Naam | Overwinningen | Eenheid |
Kurt Knispel | 168 | s.Pz.Abt. 503 |
Walter Schroif | 161 | s.SS-Pz.Abt. 102 |
Otto Carius | 150+ | s.Pz.Abt. 502 |
Johannes (Hans) Bolter | 139+ | s.Pz.Abt. 502 |
Michael Wittmann | 138 | s.SS-Pz.Abt. 101 |
Uscha Oberhaber | 127 | s.SS-Pz.Abt. 102 |
Paul Egger | 113 | s.SS-Pz.Abt. 102 |
Arno Giesen | 111 | 8./SS-Pz.Rgt. 2 |
Heinz Rohndorf | 106 | s.Pz.Abt. 503 |
Heinz Gartner | 103 | s.Pz.Abt. 503 |
Albert Kerscher | 100+ | s.Pz.Abt. 502 |
Balthazar (Bobby) Woll | 100+ | s.SS-Pz.Abt. 101 |
Karl Mobius | 100+ | s.SS-Pz.Abt. 101 |
Helmut Wendorff | 95 | s.SS-Pz.Abt. 101 |
Will Fey | 80+ | s.SS-Pz.Abt. 102 |
Eric Litztke | 76 | s.Pz.Abt. 509 |
Emil Seibold | 69 | s.SS-Pz.Abt. 502 |
Wilhelm Knauth | 68 | s.Pz.Abt. 505 |
Karl Brommann | 66 | s.SS-Pz.Abt. 503 |
Alfred Rubbel | 60+ | s.Pz.Abt. 503 |
Konrad Weinert | 59 | s.Pz.Abt. 503 |
Walter Junge | 57+ | s.Pz.Abt. 503 |
Bobby Warmbrunn | 57 | s.SS-Pz.Abt. 101 |
Jurgen Brandt | 57 | s.SS-Pz.Abt. 101 |
Heinz Kling | 51+ | s.SS-Pz.Abt. 101 |
Heinz Kramer | 50+ | s.Pz.Abt. 502 |
Alfredo Carpaneto | 50+ | s.Pz.Abt. 502 |
Heinz Mausberg | 50+ | s.Pz.Abt. 505 |
Dieter Ustuf | 50+ | s.SS-Pz.Abt. 103 |
Oskar Geiner | 50+ | s.SS-Pz.Abt. 103 |
Johann Muller | 50+ | s.Pz.Abt. 502 |
Joachim Scholl | 42 | s.SS-Pz.Abt. 102 |
Franz Staudegger | 35+ | s.SS-Pz.Abt. 101 |