Uitvinding: het horloge
Klokken zijn er in alle soorten en maten. Deze handige voorwerpen om de tijd vanaf te lezen zijn niet meer weg te denken uit onze drukke tijd. Wanneer je over straat loopt is de kans dat je overal klokken aantreft dan ook zeer groot. Op kerktorens, op gebouwen, maar ook om polsen: horloges. Ze zijn er in vele soorten en maten, kleuren en prijsklasses verkrijgbaar. Het zijn werkelijk prachtige stukken wetenschap.
De geschiedenis van het horloge
Het eerste ‘horloge’ werd in de 15de eeuw uitgevonden. De uitvinding had niet het doel dat horloges tegenwoordig hebben: het klokkijken gemakkelijk maken voor de dragen ervan. Het ‘horloge’ toen was een draagbaar uurwerk dat noodzakelijk was om te kunnen navigeren. Door gebruik te maken van een horloge kon de lengtegraad van een schip nauwkeurig berekend worden. Dit was althans het idee achter de uitvinding, maar in werkelijkheid waren de berekingen die met de hulp van een horloge gedaan werden verre van nauwkeurig. Wanneer het horloge namelijk ook maar een minuutje verkeerd stond, dan klopte de berekinening al niet meer. Verder mocht de klok geen last hebben van de schommelingen van het schip en dit bleek ook niet zo gemakkelijk te zijn als men dacht.
Pas toen het veermechanisme uitgevonden in het begin van de 16e eeuw, konden er nauwkeurige draagbare uurwerken geproduceert worden. Dit werd als eerste gedaan door de Duitser Peter Henlein. Men noemt zijn klokken de eerste horloges. Ze waren ovaal van vorm en hingen aan kettinkjes en bevatten niet meer dan een uur wijzer.
In 1525 ontwierp de Zwitser Jacob Zech een nieuw soort mechanisme dat ervoor zorgde dat horloges gelijk bleven lopen. Zijn idee werd iets later verbeterd door zijn landgenoot Gruet. Hij introduceerde de snek. De snek is een mechanisme dat veel weerstand levert wanneer de veer strak is opgewonden, maar de weerstand wordt minder naarmate de veer losser raakt. Dit zorgt ervoor dat de tijd constant blijft. Vanaf deze uitvinding werden horloges gezien als betrouwbare middelen om de tijd mee te meten.
Door de jaren heen bleef het horloge zich verder ontwikkelen. Onder andere de Nederlandse wetenschapper Christiaan Huygens hield zich beter met het interessante uurwerk. Maar het Patek Phillippe die aan het einde van de 19e eeuw het polshorloge op de markt bracht. Het was toen uitsluitend een vrouwensierraad. Iets later introduceerde Louis Cartier het horloge met een leren bandje. Deze horloges werden heel populair, vooral in het leger, omdat ze goedkoper waren dan zakhorloges en ook nog eens makkelijker bruikbaar.
Er is eigenlijk niet meer veel veranderd aan horloges sindsdien. Er zijn digitale varianten op de markt gekomen, horloges met batterijen en kwartshorloges.
Soorten horloges
Allereerst zijn er
mechanische horloges. De eerste echte horloges waren mechanisch en het overgrote deel van de horloges die tegenwoordig te vinden zijn, zijn mechanisch. Mechanische horloges die meer doen dan het aangeven van de tijd worden gecompliceerd genoemd. Dit houdt in dat ze bijvoorbeeld ook de datum aangeven, of de zonnestand, maanstand, een zelfopwindend mechanisme hebben etcetera. Over het algemeen zijn mechanische horloges analoog en maken ze gebruik van wijzers om de tijd aan te geven. Digitale mechanische horloges zijn zeldzaam te noemen.
Een ander type horloge is het
kwartshorloge. Dit is een elektronisch horloge dat gebruik maakt van een stukje kwarts om de tijd aan te geven. Kwartskristallen kunnen trillen uitzenden. Het trillingsgetal kan berekend worden en vervolgens kan aangegeven worden na hoeveel trillingen er een seconde voorbij is gegaan. De trilling wordt omgezet naar een digitaal signaal en zo kan de tijd worden aangegeven. De eerste kwartshorloges werden geproduceerd door het merk Seiko. Kwartshorloges komen zowel digitaal als analoog voor.