De mens en zijn mogelijke evolutie, boek van P.D. Ouspensky
De psychologie staat in onze tijd op een laag pitje. 3000 jaar terug wist men meer van de psychologie dan nu. Dat stelt Ouspensky in dit boek. Waarschijnlijk heeft hij nog gelijk ook. Wie de moed heeft om zich open te stellen voor zijn leringen kan verlicht worden door een scala aan inzichten. Dit boek is voor het eerst verschenen in 1947 maar nog steeds actueel.
Let op! Dit artikel is geschreven vanuit de persoonlijke visie van de auteur en bevat mogelijk informatie die niet wetenschappelijk onderbouwd is en/of aansluit bij de algemene zienswijze.Inhoud:
Mensen kunnen hun geest ontwikkelen
Evolutie betekent ontwikkeling. Ouspensky stelt dat mensen zichzelf niet bewust zijn dat ze hun geest kunnen ontwikkelen. Daardoor benut de mens niet alle capaciteiten van zijn brein. In oudere tijden wordt wel verhaald van stadia van ontwikkeling van de geest. De Griekse mysteriescholen van 2500 jaar terug hadden onder andere als doel dit aspect van de menselijke geest te onderwijzen. Helaas is de hedendaagse psychologie niet veel meer dan een statistische methodiek ten behoeve van marketingdoeleinden. Het feit dat de menselijke geest in staat is om zich te ontwikkelen naar meer intelligente stadia wordt genegeerd door de psychologie als wetenschap.
Vele ikken
Allereerst vergist de psychologie door te stellen dat elk mens één ik heeft. De mens is opgebouwd uit een veelvoud van ikken. Het ene ik hoeft niet in verband te staan met een ander ik. Iedereen heeft wel eens iemand ontmoet die binnen een minuut zichzelf tegensprak. Dat komt omdat iedereen vele ikken heeft, Elke ik heeft andere redeneringen en argumenten. De mens wordt geleefd door de neigingen van de ikken. De mens leeft dus helemaal niet in vrijheid; hij wordt geleefd door de mechanisch opkomende gedachten. In feite is de mens volgens Ouspensky een machine met ikken erin. De ikken bepalen de uitingen, gedachten en gedragingen.
Slapen en wakker zijn verschillen niet veel
Dit bovenstaande vindt plaats ondanks dat de mens in de illusie leeft bewust te leven en te handelen. Juist omdat hij denkt zichzelf bewust te zijn doet hij er geen moeite voor daadwerkelijk zich te ontwikkelen. Ouspensky geeft het voorbeeld van de persoon die slaapt. Als hij wakker wordt scheelt dat eigenlijk niet zoveel van de slaaptoestand. Zijn dromen waren hem mechanisch ingegeven. Nu de persoon wakker is krijgt deze weer allerlei gedachten ingegeven. Een klein verschil is dat de mens in wakkere toestand contradicties kan benoemen en in de droomslaap worden de contradicties klakkeloos geaccepteerd. Maar de wakkere mens gebruikt nog niet volledig zijn mogelijkheden.
Vier breinen
De hedendaagse psychologie gaat uit van een centrale geest of brein in de menselijke hersenen die de denkfuncties regelen. Zo'n centraal gezichtspunt heeft Ouspensky ook maar dan voor vier breinen in elk mens met aparte functies. Het intellect-brein, het emotie-brein, het bewegingsbrein en het instinct-brein. Ieder centrum is onafhankelijk van de andere en heeft een eigen manier van ontwikkelen.
Identificatie-consideratie
Een ander onderscheid die Ouspensky maakt is de scheiding tussen essentie en persoonlijkheid. Essentie = dat wat is aangeboren en persoonlijkheid = dat wat is verworven. Deze moeten in de goede verhouding tot elkaar staan. Bij de meeste mensen heeft de persoonlijkheid de overhand ten opzichte van de essentie genomen. Daardoor is het soms al in de jeugd zo dat de groei van de essentie is gestopt. Een van de manieren waarop we het onszelf onmogelijk maken om te leven naar onze essentie is dat we ons onophoudelijk identificeren met dingen. We identificeren ons met wat we zeggen, doen, wat gewenst wordt en wat niet. Daardoor krijgen we geen controle over de mechanische denkreacties van ons brein. Een ander proces zorgt voor dezelfde belemmering als identificatie; dat is consideratie. Consideratie is het voortdurend met het oordeel van anderen bezig zijn t.o.v. jouw denken en doen.
De 7 Categorieën van Ouspensky
Ouspensky merkt op dat er geen aparte woorden zijn voor mensen die zichzelf meer bewust zijn dan anderen. We zijn allemaal mensen. Toch wil hij aan de mesen die geïnteresseerd zijn om zichzelf te ontwikkelen de mensen in categorieën verdelen. Zo kunnen de leerlingen in de psychologie beter begrijpen wat hij bedoelt. Met dit doel verdeelt Ouspensky de mens in 7 categorieën. Bedenk dus dat de mens, indien hij zich ertoe zet, een betere categorie kan bereiken.
- Categorie 1:de fysieke mens; het bewegingscentrum of het instinct centrum hebben de overhand boven het intellect- en het emotiecentrum.
- Categorie 2:de emotionele mens; het emotiecentrum heeft de overhand over alle andere centra.
- Categorie 3:de intellectuele mens; het intellect heeft de overhand over de 3 andere centra.
- Categorie 4:Mens met zelfkennis. De 4 centra zijn in evenwicht. Deze mens is niet zo geboren maar het produkt van schoolonderricht door een mysterieschool.
- Categorie 5:Mens die eenheid en zelf-bewustzijn bereikt. De mens heeft één hoger centrum werkzaam gemaakt. Hij heeft meer vermogens dan mensen van cat 1, 2 of 3.
- Categorie 6:Objectief bewustzijn is bereikt.Een ander hoger centrum is werkzaam dat het begrip van mensen van categorie 1,2 of 3 te boven gaat.
- Categorie 7:Mens met duurzaam ik en vrije wil. Hij kan alle bewustzijnstoestanden in zichzelf beheersen. Ouspensky omschrijft deze mens als: onsterfelijk binnen ons zonnestelsel.
Leerling van Gurdjieff
Met deze onderverdeling in de hand legt Ouspensky uit dat een godsdienst gericht op mensen van cat 3 er heel anders uit ziet dan een godsdienst voor mensen van cat 4, waarin de mens zijn vrije wil meer pleegt te ontwikkelen. Zo geldt dat ook voor de wetenschap en de kunst. Er is kunst voor mensen van categorie 1 en kunst voor mensen van categorie 7. Natuurlijk komen er nog veel meer aspecten in dit boek aan de orde. Dit artikel is alleen bedoeld als inleiding in de psychologie van Ouspensky. Ouspensky was een leerling van Gurdjieff.