Overlijden zonder testament: wat zijn de gevolgen?
Om alles na uw overlijden goed te regelen kunt u besluiten om een testament op te laten maken. Toch zijn er altijd veel mensen die geen testament hebben. Is het schadelijke om geen testament te hebben? En wat zijn de gevolgen van geen testament te hebben?
Indien de erflater (de overledene) geen testament heeft laten opmaken voor zijn overlijden wordt de nalatenschap verdeeld volgens het versterf erfrecht zoals het in het Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek staat. Een belangrijk verschil tussen een testament en het versterferfecht is dat bij testament ook personen als erfgenaam benoemd kunnen worden, die niet op grond van het versterferfrecht zouden erven. Daarnaast kan door middel van een testament ook lasten en legaten opgelegd worden.
Wie erft er als er geen testament is?
De wetgever heeft de personen die krachtens versterferfrecht zouden erven geordend in het parentele-stelsel (artikel 4:10 BW). Het parentelen-stelsel bestaat uit 4 verschillende groepen met familieleden van de erflater. De eerste groep maakt als eerste aanspraak op de nalatenschap uit eigen hoofde. Indien er geen personen uit de eerste groep meer zijn, dan komt de tweede groep familieleden aanbod die uit eigen hoofde erven, en zo verder met groep 3 en 4.
Het parentele-stelsel:
- Groep 1: de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot van de erflater met diens kinderen 1
- Groep 2: de ouders van de erflater tezamen met diens broers en zussen 2
- Groep 3: de grootouders van de erflater
- Groep 4: de overgrootouders van de erflater
1 Door de wettelijke verdeling komt de hele nalatenschap bij de echtgenoot terecht en zullen de kinderen hun deel van de nalatenschap pas ontvangen na de dood van de langstlevende echtgenoot. Tot die tijd hebben de kinderen een vordering.
2 De echtgenoot en de boers en zussen van de erflater zijn de erfgenamen. Ieder erft in beginsel voor gelijke delen, behalve halfbroers en halfzussen. Halfbroers en -zussen hebben slechts recht op de helft van een erfdeel van een volle broer of zus.
Daarnaast heeft de wet bepaald dat de ouder(s) recht hebben op minstens een kwart van de nalatenschap. Stel: de erflater laat twee ouders achter en twee broers. Ieder is dan gerechtigd voor 1/4 deel. Maar als de erflater twee ouders en 4 broers achter laat, dan hebben de ouders elk recht op 1/4 en elke broer recht op 1/8.
Plaatsvervulling
Het kan zich natuurlijk voordoen dat een groep niet helemaal meer compleet is. Voor dat u zelf overleden bent, is uw kind overleden. Indien uw kind dan zelf een kind (het kleinkind) had, dan neemt het kleinkind door plaatsvervulling als ware de plek van u overleden kind in. Het kleinkind erft dan niet uit eigen hoofde, maar op grond van plaatsvervulling. Het erfdeel dat het kleinkind ontvangt is de grote waarop uw kind recht op had op grond van het parentele stelsel. Indien uw kind meer dan één kind had, dan moeten deze kinderen het erfdeel delen. Bij plaatsvervulling wordt dus als ware de volgende in lijn staande familielid opgeroepen.
Plaatsvervulling kan zich voordoen in alle groepen van het parentele stelsel, maar gaat nooit verder dan een familieleden verder dan de zesde graad. Daarnaast sluit de wet ook een aantal personen uit van plaatsvervulling in artikel 4:12 lid 1. Personen worden uitgesloten van plaatsvervulling vanwege niet meer bestaan op moment opvallen nalatenschap, onwaardigheid, onterfd zijn, verwerpen of wiers erfrecht vervallen is.
Geen erfgenamen
Als er helemaal geen erfgenamen zijn, dan verkrijgt de Staat de nalatenschap onder algemene titel. Alles wat van de nalatenschap overblijft na de vereffening, wordt afgegeven aan de staat. Indien er niemand zich binnen 20 jaar bij de Staat meldt als gegadigde valt de nalatenschap toe aan de Staat (artikel 4:226 BW). De Staat is echter geen erfgenaam en draait daarom niet op voor schulden de vereffening bij een negatieve nalatenschap blijven bestaan.