Waarom krimpen onze hersenen?
Het menselijk brein krimpt. Ruim 7 miljoen jaar lang nam de omvang van de hersenen van mensachtigen toe - bijna een verdrievoudiging in grootte. De laatste 10.000 jaar is het volume echter in een alarmerend tempo kleiner geworden en niemand weet precies waarom. Ongeacht geslacht of etniciteit is de inhoud van ons brein afgenomen van 1.500 kubieke centimeter (cc) naar 1.350 cc. Als we op dezelfde voet doorgaan, eindigen we met hetzelfde formaat hersenen als Homo Erectus, een oude menselijke soort die zo'n 70.000 jaar geleden uitstierf. Deze mensachtige had een herseninhoud van 1.100 cc.
Kleinere hersenen = minder intelligent?
Over deze vraag lopen de meningen nogal uiteen. In de eerste plaats is niet alleen de grootte van de hersenen relevant, maar de grootte van de hersenen in verhouding tot de lichaamsgrootte. Deze wordt aangeduid als de encefalisatiequotiënt (EQ). Uit onderzoek blijkt dat er een nauwe relatie tussen intelligentie en EQ bestaat. Mensachtigen zijn in de loop van miljoenen jaren steeds kleiner geworden, maar het verontrustende is dat onze hersenen nu sneller krimpen dan ons lichaam. Betekent dit dat mensen steeds dommer worden, of zijn kleinere hersenen niet per definitie slecht?
Veel wetenschappers betogen dat groter niet altijd beter betekent. De afname van de grootte van onze hersenen kan een evolutionair voordeel zijn, omdat het erop zou kunnen wijzen dat we evolueren naar een minder agressieve diersoort. Zo hebben chimpansees bijvoorbeeld grotere hersenen dan bonobo's, maar ze zijn minder geneigd om problemen op te lossen door middel van teamwork, omdat ze veel agressiever zijn.
Andere voorstanders van de 'groter is niet beter'-hypothese betogen dat onze voorouders een grotere visuele cortex hadden, omdat goede ogen noodzakelijk waren om te overleven. Maar doordat de mens steeds socialer werd, werd goed zicht steeds minder belangrijk. Degenen met een kleinere visuele cortex hadden meer energie over voor de sociale gebieden van de hersenen, waardoor hun overlevingskansen groter werden.
Uit recent onderzoek blijkt echter dat deze hypothesen niet overeenstemmen met de werkelijkheid, omdat niet slechts bepaalde gebieden van de hersenen krimpen. De hele hersenen worden kleiner. Als het idee over de visuele cortex correct was, zouden we alleen krimp zien in dat deel van de hersenen.
De enige uitzondering is de frontale kwab, die lijkt toe te nemen in grootte. De frontale kwab is het gebied in de hersenen dat verantwoordelijk is voor spraak, begrip van de spraak van anderen en lezen en schrijven. Het is mogelijk dat we die dingen nu veel meer doen - met name lezen en schrijven - ten opzichte van duizenden jaren geleden.
Technologie vervangt menselijke vaardigheden
Terwijl tal van hypothesen naar voren zijn gebracht die het krimpen van het menselijk brein proberen te rechtvaardigen, zijn er ook veel die een stuk minder optimistisch zijn. Minder positieve wetenschappers stellen dat de selectiedruk om slim te zijn afneemt zodra mensen eenmaal agrarische nederzettingen hebben gevormd. Een jager-verzamelaar die niet wist hoe hij voor zijn eigen voedsel en onderdak moest zorgen, stierf samen met zijn nageslacht.
Tegenwoordig is een gebrek aan zulke basisvaardigheden echter niet meer fataal. Extreme natuurlijke selectie is daardoor verleden tijd. Door de opkomst van technologie is de noodzaak voor menselijke vaardigheid, creativiteit en geheugencapaciteit enorm afgenomen. In plaats van het onthouden van navigatieroutes zetten we onze satellietnavigatie aan, en telefoonnummers en adressen bewaren we op onze iPhones en Blackberries. Onze technologie evolueert razendsnel, maar voor onze intelligentie kon dat wel eens nadelig uitpakken.
Op zich is dat niet vreemd: onze hersenen vormen slechts 2% van ons totale gewicht, maar verbruiken 20% van onze totale energie-inname. Bovendien maakt ons grote hoofd een bevalling voor mensen moeilijker en pijnlijker dan voor andere primaten. Het is dus logisch dat evolutie en natuurlijke selectie de omvang van onze hersenen zoveel mogelijk proberen te beperken, gezien het feit dat we er de laatste millennia minder gebruik van zijn gaan maken.