De opname en afbraak van alcohol

Na het nuttigen van alcohol, moet het alcohol door het lichaam worden afgebroken. Hoe wordt het alcohol afgebroken?, waar wordt het alcohol afgebroken? en wat veroorzaakt de kater? zijn voorbeelden van vragen die in dit artikel beantwoordt zullen worden. Daarnaast wordt er gekeken naar de gevolgen voor de lever en andere organen.

De opname van alcohol

Alcohol (ethanol) is een klein, in vet oplosbaar molecuul. Voor de opname van alcohol in de darmen zijn geen enzymen nodig, de opname verloopt volledig passief. Het grootste deel van het alcohol (ongeveer 95%) wordt opgenomen in de darmen, waarna het alcohol bij de lever terecht komt. De andere 5% zal via urine, zweet en adem het lichaam verlaten. Hoe meer alcohol je nuttigt, hoe meer er wordt opgenomen door de darmen. Als je voor het nuttigen van alcohol hebt gegeten, zal de opname van alcohol minder snel verlopen. Je maag zit dan namelijk al vol, waardoor de alcohol minder snel doorstroomt tot de darmen.

De afbraak van alcohol

De lever zorgt voor de afbraak van het alcohol. De lever doet er 60 à 90 minuten over om een standaardglas alcohol af te breken. Allereerst wordt de alcohol door het enzym alcohol-dehydrogenase afgebroken tot aceetaldehyde (ethanal). De ontstane aceetaldehyde is veel giftiger dan de alcohol zelf. De aceetaldehyde zorgt voor vochtverlies in de weefsels en veroorzaakt zo (voor een groot deel) de kater. Daarnaast blokkeert het celdelingen en de testosteronproductie. Vervolgens wordt, in de lever, de aceetaldehyde door het enzym aldehyde-dehydrogenase omgezet tot azijnzuur (ethaanzuur).

De lever 'vervet'

Doordat de eindproducten van de omzetting van alcohol gebruikt kunnen worden voor de aërobe dissimilatie, zal er minder vet worden omgezet naar glucose en de bloedsuikerspiegel daalt. Glucose wordt namelijk normaliter gebruikt voor de aërobe dissimilatie, maar aangezien nu de afbraakproducten van alcohol gebruikt worden is er minder glucose nodig. Het vet dat nu niet wordt omgezet, stapelt zich nu op in de lever en de lever vervet hierdoor. Als je vervolgens zes weken geen alcohol nuttigt zal dit levervet weer verdwijnen. Als je doorgaat met alcohol nuttigen, zullen de levercellen afsterven. Dit kan uiteindelijk leiden tot een versteende en verharde lever (levercirrose), die slecht functioneert. De lever functioneert slecht, omdat de lever er volledig op ingesteld is alcohol af te breken. Andere giftige stoffen zullen nu niet of minder worden afgebroken. 20-30 % van de veelvuldig alcoholgebruikers, sterft uiteindelijk aan een 'kapot' gedronken lever.

Gevolgen voor andere organen

Hersenen:

De gevolgen van alcoholgebruik voor de hersenen zijn na twee glazen al te merken. De hersenen werken dan namelijk al niet meer optimaal. Bij langdurig en veelvuldig gebruik van alcohol neemt de kans op blijvende hersenbeschadiging toe. Het denkvermogen wordt vertraagd en ook het geheugen zal slechter worden. Ook is het mogelijk dat er hersencellen afsterven, wat vooral voor jongeren een gevaar is.

Maag:

Door het gebruik van alcohol is het mogelijk dat de slijmvlies, waarmee de maagwand bedekt is, zal beschadigen. Deze slijmvlies is nodig om de maagwand te beschermen tegen het zure milieu van de maag. Zonder deze slijmvlies is het mogelijk dat de maag zijn eigen maagwand afbreekt. Als je slijmvlies beschadigd is, zal je dit merken door het overgeven van bloed of door maagpijn. Maagvliesontsteking kan het gevolg zijn van overmatig alcoholgebruik.

Hart- en bloedvaten:

Hart- en vaatziekten kunnen het gevolg zijn van alcoholmisbruik. Hersenbloedingen, hartritmestoornissen en een hoge bloeddruk zijn voorbeelden van hart- en vaatziekten die kunnen ontstaan. Deze ziekten zullen echter alleen ontstaan bij veelvuldig gebruik van alcohol. Één of twee glazen alcohol per dag heeft zelfs een positief effect op de bloedvaten.