Taalwetenschap: beleefdheid in het taalgebruik
Een aantal taalwetenschappers heeft zich in de laatste eeuw bezig gehouden met het begrip 'beleefdheid'. Gerelateerde termen die hiervoor in Engelstalige wetenschappelijke artikelen werden gebruikt zijn 'facework' en 'politeness'. Er zijn drie belangrijke onderzoekers of onderzoeksduo's die hun theorieën over het begrip beleefdheid hebben geformuleerd. Het gaat om onderzoekers Erving Goffman, Brown & Levinson en Richard Watts.
Erving Goffman: de grondlegger van de Politeness Theory
Goffman wordt de 'founding father' genoemd van de Politeness Theory (beleefdheidstheorie). Zijn theorie heeft hij vastgelegd van 1955 tot 1967. Ook de term 'facework' komt vanuit Goffman. Zijn definitie van
facework is:
Alles wat je doet, talig en niet talig, waarmee je sociale relaties opdoet en bevestigt.
Volgens het Ritual Equilibrium moet er balans zijn tussen gesprekspartners. /
Bron: Wallusy, PixabayFacework kan volgens hem worden bijgesteld door bepaalde rituelen. Bij de
presentational rituals laat je zien dat je iemand apprecieert, hierdoor stijgt als het ware de 'ego' van de ander. Het is niet dat dit dan meteen een compliment is, alleen al praten tegen de ander betekent dat je de ander apprecieert. Dit is beleefd. Ook beschrijft hij de
avoidance rituals, hierbij hou je afstand tot de ander om niet in elkaar persoonlijke ruimte te komen. Dit ritueel kan ook corrigerend werken, met dat je de oorzaak van een bepaalde overtreding wegneemt.
Ritual Equilibrium
Volgens hem moet het facework tussen beide gesprekspartners als het ware in balans zijn. Hiervoor heeft hij het Ritual Equilibrium bedacht. Dit betekent dat er een balans is tussen de spreker en de hoorder. Het gaat erom dat de spreker en hoorder allebei in dezelfde waarde worden gelaten. Dit kan bijvoorbeeld door de hoeveelheid van spreken, of het soort facework dat door beiden wordt gebruikt in de interactie.
Brown & Levinson: Theory of Politeness (1978, 1987)
Brown & Levinson hebben hun theorie over beleefdheid afgeleid van die van Goffman. Waar de theorie van Goffman eigenlijk over alles gaat, zowel talig als niet talig, als indicator van beleefdheid, gaat het bij Brown & Levinson slechts om taal. Brown & Levinson kijken enkel naar talig handelen en beleefdheidsstrategieën. Deze theorie is puur op taal gericht, en er wordt niet gekeken naar interacties.
In hun beleefdheidstheorie onderscheiden ze 'positive face' en 'negative face' (positief gezicht en negatief gezicht).
- Positive face: de menselijke behoefte aan erkenning en affectie.
- Negative face: de menselijke behoefte aan privacy.
Interactional balance
Ook Brown & Levinson hebben zo hun eigen term voor de balans in interacties tussen mensen. De term die zij gebruik is 'Interactional balance'.
Locher & Watts
Watts heeft in zijn artikel meer een aantal kritiekpunten geleverd op de theorie van Brown & Levinson. De kritiek van Watts op hun beleefdheidstheorie zijn de volgende punten:
- Brown & Levinson kijken te veel naar uitingen zonder te kijken in welke context de uitingen worden gebruikt. De context moet dus worden meegenomen in de beoordeling of iets negatief of positief taalgebruik is.
- Gebruikelijk directief taalgebruik wordt gezien als politic behavior, omdat het normaal taalgebruik is. Vaak kun je het niet zo makkelijk beoordelen.
- Watts vindt dat je eerst naar de afwijkingen van normen in taalgebruik moet kijken, en vervolgens kun je pas beoordelen of het negatieve of positieve beleefdheid is. Dit doen Brown & Levinson niet.
Overzicht van de criteria die worden meegenomen in verschillende theorieën over beleefdheid
Naam van de taalwetenschapper | Gegevens waarnaar wordt gekeken bij het beoordelen van beleefdheid |
Goffman | Alles wat je doet, talig en niet talig. |
Brown & Levinson | Er wordt enkel gekeken naar talig handelen en beleefdheidsstrategieën |
Locher & Watts | Er wordt eerst gekeken naar de afwijkingen van normen op het taalgebruik, vervolgens worden er past uitspraken gedaan over de beleefdheid. Er wordt hier meer gekeken naar de context. |