De sabeltandtijger, een katachtige uit de prehistorie

De sabeltandtijger
- De oorsprong van de sabeltandtijger
- Afmetingen en overige kenmerken
- Jacht
- Leefgebied
- Mysterieuze verdwijning
De oorsprong van de sabeltandtijger
De sabeltandtijger staat ook wel bekend als de smilodon. De familienaam waar hij onder valt is "Felidae", oftewel de "katachtigen". Hij is niet direct verwant aan de hedendaagse tijger of kat, waardoor er verwarring kan ontstaan vanwege zijn benaming. Zijn eigen voorouders behoorden tot de "Synapsiden". Dit waren zoogdierachtige reptielen met grote tanden. Het prehistorisch roofdier heeft zo'n 42 miljoen jaar bestaan. Ongeveer elfduizend jaar geleden stierf de diersoort uit. Dit was ongeveer aan het einde van het Pleistoceentijdperk tot aan het begin van het Haloceentijdperk. Hieruit valt op te maken dat het roofdier zij-aan-zij met de oermens heeft geleefd.Afmetingen en overige kenmerken
Het geslacht smilodon is in drie verschillende soorten te classificeren:- Smilodon fatalis
- Smilodon gracilis
- Smilodon populator
Wetenschappers denken dat er een periode is geweest waarbij zij gezamenlijk voorkwamen. De Smilodon populator was de grootste van de drie soorten. Hij kon namelijk een lengte van bijna drie meter bereiken. Tevens werd hij maximaal 1,20 hoog en woog tot zo'n vijfhonderd kilogram. Smilidon gracilis was de kleinste van de drie soorten. Deze soort kon een gewicht bereiken van "slechts" honderd kilogram. Tevens was hij de eerste soort sabeltandtijger.
Enorme hoektanden
De twee hoektanden aan de bovenkaak waren zelfs te zien wanneer zijn bek gesloten was. Om zijn onderkaken te kunnen gebruiken moest hij zijn bek wijd open doen. Mogelijk werden zijn tanden tijdens de jacht gebruikt.

Jacht
Wetenschappers vermoeden dat de jachtstijl per soort verschilde. Dit had te maken met de verschillen in het gewicht en de specifieke eetbehoeften. Smilidon gracilis woog niet veel en had hierdoor de mogelijkheid om in bomen te kunnen klimmen. Vanuit een hoge tak kon hij rustig wachten en een nietsvermoedende prooi onverwachts aanvallen. De smilidon populator kon dit echter niet. Dit was vanwege zijn enorme gewicht. Hiernaast had hij meer voedsel nodig om zijn lichaam van voldoende energie te voorzien. Men vermoedt dat hij hierdoor regelmatig pro-actief op jacht ging om meer en grotere prooidieren te kunnen vangen. Hij jaagde op onder andere neushoorns, olifanten, mammoeten en gazellen.Handige samenwerking
Waarschijnlijk jaagde de smilodon populator in groepsverband. Wetenschappers hebben namelijk aanwijzingen gevonden van grote wonden die geheeld waren. Normaal gezien zouden de dieren zo'n wond niet kunnen overleven omdat ze dan niet konden jagen. In een troep zouden ze waarschijnlijk voedsel hebben gekregen van soortgenoten om te kunnen overleven.
Leefgebied
Het prehistorisch roofdier kwam in heel Amerika voor. Een hoop fossielen zijn in de La Brea teerputten in Californië gevonden. Verschillende prooidieren kwamen in het teer vast te zitten waardoor er roofdieren op afkwamen. Vervolgens kwamen zij ook vast te zitten in het teer. De overblijfselen van deze prehistorische dieren zijn uiteindelijk door archeologen ontdekt.